What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
QUIZ zinsontleding en woordsoortbenoeming
Vandaag
voorbereiding leesvaardigheid (toets 16 november)
herhalingsquiz grammatica (SO 10 november)
1 / 15
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
15 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Vandaag
voorbereiding leesvaardigheid (toets 16 november)
herhalingsquiz grammatica (SO 10 november)
Slide 1 - Slide
Leesvaardigheid
Je krijgt een tekst uitgedeeld.
Maak de vragen bij de tekst
20 minuten in stilte werken, daarna zachtjes overleg.
timer
20:00
Slide 2 - Slide
8. Wat is waar?
A
De PV bepaalt uit hoeveel zinsdelen de basiszin bestaat
B
Een basiszin heeft altijd 2 zinsdelen
C
een basiszin heeft altijd 3 zinsdelen
Slide 3 - Quiz
1. De handeling in een zin noem je
A
werkwoordelijk gezegde
B
onderwerp
C
basiszin
D
persoonsvorm
Slide 4 - Quiz
Wat is de eerste stap in zinsontleding?
A
1. Zoek de pv
B
1. Zoek het gezegde
C
1. Verdeel de zin in zinsdelen
D
1. Maak de zin vragend
Slide 5 - Quiz
Wat hoort er bij redekundig ontleden?
A
PV - OW - WG
B
ZN - BN - PV
C
PV - OW - OLW
D
OW - ZN - VZ
Slide 6 - Quiz
Wat hoort er NIET bij taalkundig ontleden?
A
EIG
B
PV
C
BN
D
OLW
Slide 7 - Quiz
' wereldwijde' is een ...?
A
bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
onderwerp
D
lidwoord
Slide 8 - Quiz
'zelfverzekerd' is een ...?
A
zelfstandig naamwoord
B
lidwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord
Slide 9 - Quiz
'vertraging' is een ...?
A
bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
eigennaam
D
werkwoord
Slide 10 - Quiz
In de ochtend liep ik de brug over.
Wat is een voorzetsel?
A
in - over
B
over
C
in
D
geen van beide
Slide 11 - Quiz
'van' is een ...?
A
lidwoord
B
voorzetsel
C
bijvoeglijk naamwoord
D
zelfstandig naamwoord
Slide 12 - Quiz
Waar of niet waar:
De persoonsvorm zit altijd in het werkwoordelijk gezegde.
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quiz
Welk zinsdeel vind je door deze vraag te stellen:
Wie of Wat + werkwoordelijk gezegde?
A
lijdend voorwerp
B
onderwerp
C
meewerkend voorwerp
D
persoonsvorm
Slide 14 - Quiz
Waar of niet waar?
'een' is altijd een onbepaald lidwoord.
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quiz
More lessons like this
Ma 1 februari Herhaling woordbenoemen
November 2023
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Ma 1 februari Herhaling woordbenoemen
October 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
grammatica 3.2
January 2022
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Do 5 okt Zinsontleding
November 2023
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Zinsontleding Z1809
October 2018
- Lesson with
25 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Herhaling grammatica
June 2020
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Zinsontleding
January 2018
- Lesson with
21 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Herhaling grammatica
May 2016
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
Leerjaar 2