Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
Tijd? 10 minuten
Uitkomst? Opdracht 1 t/m 9 is af.
Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst).
timer
10:00
Slide 6 - Slide
8.2 Bloed stroomt
Leerdoel(en) van deze les:
Je kunt de belangrijkste bloedvaten in je lichaam benoemen
Je kunt beschrijven langs welke route bloed door je lichaam stroomt
Je kunt de bouw van het hart en de route van het bloed door je hart beschrijven
Slide 7 - Slide
8.2 Bloed stroomt
Hoe stroomt het bloed door je lichaam?
Kleine bloedsomloop - Hart > longen > hart - zuurstofarm bloed vanaf het hart naar de longen en neemt zuurstof op, zuurstofrijk bloed naar stroomt het hart
Grote bloedsomloop - Hart > alle organen in het lichaam > hart - zuurstofrijk bloed vanaf het hart naar alle organen, bloed geeft zuurstof af aan organen en neemt afvalstoffen op
Slide 8 - Slide
8.2 Bloed stroomt
Dubbele bloedsomloop
Bloed stroomt 2x door het hart per rondgang
Slide 9 - Slide
8.2 Bloed stroomt
De weg van het bloed
Kleine bloedsomloop
- Hart > longen > hart
Grote bloedsomloop
- Hart > alle organen in het lichaam > hart
Namen bloedvaten, zie blz. 102 / bron 4
* Bloedvaten hebben de naam waar ze vanaf of naar toe stromen!
Slide 10 - Slide
8.2 Bloed stroomt
Wat? Maken 8.2 – Opdracht 10 t/m 15
Hoe? Blz. 108 t/m 111
Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
Tijd? 10 minuten
Uitkomst? Opdracht 10 t/m 15 is af.
Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst).
timer
10:00
Slide 11 - Slide
8.2 Bloed stroomt
Wat? Maken 8.2 – Opdracht 16 t/m 20
Hoe? Blz. 112 t/m 113
Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
Tijd? 10 minuten
Uitkomst? Opdracht 16 t/m 20 is af.
Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst).
timer
10:00
Slide 12 - Slide
8.2 Bloed stroomt
Leerdoel(en) van deze les:
Je kunt uitleggen hoe het hart klopt
Je kunt omschrijven hoe een hartinfarct ontstaat en hoe verstoppingen van bloedvaten behandeld worden
Slide 13 - Slide
8.2 Bloed stroomt
Hoe werkt je hart?
Boezems trekken samen
Kamers trekken samen
Hartpauze
Tussen boezems en kamers zitten hartkleppen, zodat het bloed niet van de kamers de boezems in kan stromen
In de aorta en longslagader zitten slagaderkleppen, zorgen ervoor dat bloed niet terug het hart in kan stromen.
Slide 14 - Slide
8.2 Bloed stroomt
Bouw van het hart
Slide 15 - Slide
8.2 Bloed stroomt
Hoe ontstaat een hartinfarct?
Kransslagader > slagader; voorziet de hartspier van glucose en zuurstof
Kransader > ader; voert afvalstoffen af richting de holle ader
Hartinfarct > een deel van de hartspier krijgt onvoldoende glucose en zuurstof en sterft af - dankzij verstopping van de kransslagader door bijv. te veel cholesterol
Slide 16 - Slide
8.2 Bloed stroomt
Risicofactoren voor een hartinfarct
Vetachtige stoffen kunnen bloedvaten vernauwen, hierdoor kan bloed minder goed naar het hart stromen, hierdoor krijgen cellen te weinig zuurstof en sterven af. - Te veel vet eten (te veel cholesterol) - Overgewicht - Roken - Stress
Slide 17 - Slide
8.2 Bloed stroomt
Dotteren of een bypassoperatie
Vernauwing in bloedvaten kan verholpen worden door dotteren en een stent te plaatsen - arts brengt een dun buisje in het bloedvat - aan het buisje zit een ballonnetje met metalen gaas (de stent) vast - op plek van vernauwing wordt het ballonnetje opgeblazen en stent klapt open - bloedvat is weer open
Soms helpt dotteren niet en krijgt de patiënt een bypassoperatie - van een gezond stuk bloedvat een omleiding maken (bypass) - bloed wordt op deze manier om de vernauwing heen geleidt.
Slide 18 - Slide
8.2 Bloed stroomt
Wat? Maken 8.2 – Opdracht 21 t/m 28
Hoe? Blz. 114 t/m 117
Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
Tijd? 10 minuten
Uitkomst? Opdracht 21 t/m 28 is af.
Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst).
timer
10:00
Slide 19 - Slide
8.2 Bloed stroomt
Leerdoel(en) van deze les:
Je kunt uitleggen hoe bloeddruk ontstaat en hoe je deze meet
Slide 20 - Slide
8.2 Bloed stroomt
Hoe ontstaat je bloeddruk?
Bloeddruk > druk van bloed tegen de wanden van bloedvaten - afwisselend hoog en laag - hoog als kamers samentrekken en bloed in slagaders pompen > bovendruk - laag tijdens de hartpauze (geen bloed wegpompen) > onderdruk - wordt gemeten in mm kwikdruk (mm Hg) - jouw bloeddruk is ongeveer 110/70; 1e getal is bovendruk, 2e getal is onderdruk - bloeddruk meten doe je met een bloeddrukmeter bij de armslagader (bovenarm)
Slide 21 - Slide
8.2 Bloed stroomt
Gevaren hoge bloedruk
Bloeddruk is niet altijd hetzelfde, bij inspanning is deze hoger
Sommige mensen hebben altijd een hoge bloeddruk (ook zonder inspanning) - de wanden van de bloedvaten kunnen hierdoor beschadigen - meer kans op hart- en vaatziekten (hartinfarct of beroerte)
Voorkomen door gezonde levensstijl - niet te vet eten en niet te zout eten - niet roken - voldoende bewegen
Slide 22 - Slide
8.2 Bloed stroomt
Wat? Maken 8.2 – Opdracht 29 t/m 35
Hoe? Blz. 116 t/m 120
Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
Tijd? 20 minuten
Uitkomst? Opdracht 29 t/m 35 is af.
Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst).