17 dec.: oefenen WW-spelling cursus 7 § 10 Engelse werkwoorden

17 dec. - oefenen WW-spelling  7.10
Mavo 2 periode 2 
week 16 1e les (17 december)

1 / 16
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

17 dec. - oefenen WW-spelling  7.10
Mavo 2 periode 2 
week 16 1e les (17 december)

Slide 1 - Slide

Welkom 
plattegrond: Van mentor???
timer
5:00

Slide 2 - Slide

Planning
Lezen: eigen leesboek!
Startopdracht
Herhaling ww-spelling 7.10 
~pauze~
Tekstlogica kerst
Afsluiting


timer
10:00

Slide 3 - Slide

Startopdracht
LETTERSTAMPPOT: 
Maak binnen 1 minuut zo veel mogelijk woorden met de letters van het woord:
                                 KERSTBAL
timer
1:00
De winnaar is de speler die 
de meeste woorden weet te maken.

Slide 4 - Slide

Huiswerk check✓
opdracht 1 en 3 van blz. 240 af.
3 a. Ik mail/mailde  Hij mailt/mailde Wij mailen/mailden Ik heb gemaild

  b. switch ik/switchte ik? Jij switcht/switchte Jullie switchen/switchten Zij heeft geswitcht

  c. Ik log in/logte in Mare logt in/logte in Mare en Joy loggen in/logten in Ze hebben ingelogd. 

  d. stres/streste jij? Sep strest/streste Wij stressen/stresten Hij heeft gestrest

  e. Ik relax/relaxte Relaxt/Relaxte Ivana? We relaxen/relaxten Je hebt gerelaxt

  f. Ik download/downloadde Jij downloadt/downloadde Jullie downloaden/downloadden
      Ik heb gedownload
1 a. ik snooker
  b. ik toast
  c. ik cros
  d. ik download
  e. ik chil
  f. ik track

Slide 5 - Slide

7.10 Herhaling Engelse ww 
taggen, t.t. ik:  ik  ......................
posten (E), v.t. ander : hij/zij  ......................
followen: t.t. de ander:  hij/zij  ......................
pushen:  v.t. meer:  wij ......................

Slide 6 - Slide

Hoe spel je Engelse werkwoorden?
A
Volgens de Nederlandse spellingsregels
B
Volgens de Engelse spellingsregels
C
Volgens aparte spellingsregels
D
Hangt af van het woord. Sommige spelling volgens Nederlandse regels, andere Engels.

Slide 7 - Quiz

Engelse werkwoorden
hoe schrijf je de hij-vorm, tt
squashen
A
hij squash
B
hij squasht
C
hij squashet
D
hij squashen

Slide 8 - Quiz

Engelse werkwoorden
hoe schrijf je de hij-vorm, vt:
racen
A
racte
B
racette
C
racde
D
racete

Slide 9 - Quiz

Engelse werkwoorden
hoe schrijf je de hij-vorm, tt:
deleten
A
hij delet
B
hij delete
C
hij deletet

Slide 10 - Quiz

Engelse werkwoorden
hoe schrijf je de hij-vorm, vt:
lunchen
A
hij lunchte
B
hij lunchde
C
hij lunchtte
D
hij lunchdde

Slide 11 - Quiz

Schema werkwoordspelling



Slide 12 - Slide

timer
5:00

Slide 13 - Slide

Aan het werk
Maak de tekstlogica (werkblad)
timer
15:00

Slide 14 - Slide

Afsluiting
Check de doelen bij jezelf: 
  1. Je weet hoe je werkwoorden, ook Engelse werkwoorden, moet schrijven. 
timer
5:00

Slide 15 - Slide

Volgende les  18 december: 
...slotles ??

 Huiswerk : .
 
Leer voor SO ww-spelling het schema.  

Slide 16 - Slide