Deviant op weg naar 1F thema 1 schrijven

Nederlands
Thema 1 Taak E

Hoe zit dat ook alweer?
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nederlands
Thema 1 Taak E

Hoe zit dat ook alweer?

Slide 1 - Slide

 Voor deze les is het makkelijk om blz 29, 31
en 32 uit het boek te kopiëren voor leerlingen.

Ook de extra opdracht uit studiemeter
print je uit voor leerlingen. 
Doel:
Aan het einde van deze les:

Kan ik hoofdletters en punten schrijven in verschillende zelfgeschreven teksten. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lees het verslag van Job voor...
mijn zomervakantie
tijdens de zomervakantie heb ik gekampeerd in een grote tent het was heel warm en we hebben daarom bijna iedere dag gezwommen in de zee zwommen vissen maar die kon je niet goed zien we hebben ook gebarbecued met vrienden van de camping hebben we oon nog met een boot op zee gevaren dat was heel tof na twee weken kamperen gingen we weer naar huis

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat valt op aan het verslag van Job?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Wat valt je op als je het verslag van Job hardop voorleest?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen een hoofdletter en de andere letters in de zin?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Waarom?

hallo allemaal welkom bij het onderdeel spelling hoofdletters en leestekens je leert wanneer je een hoofdletter moet plaatsen en wanneer je leestekens moet gebruiken zoals je ziet mist dit hele stuk hoofdletters en punten wat vind jij daarvan leest het makkelijk of leest het juist moeilijk leestekens en
hoofdletters zijn er voor om teksten makkelijker te kunnen lezen dus hoe het hier staat is natuurlijk helemaal fout maar hoe moet het dan wel wanneer plaats je een hoofdletter


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wanneer een hoofdletter?
- Begin van een zin.

- Bij voornamen en achternamen van personen.

- Bij straatnamen, plaatsnamen, landennamen en bedrijfsnamen. 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wanneer schrijf je woorden met een hoofdletter?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Maken
blz. 59 opdracht 1 d.
blz. 60 opdracht 2.
blz. 62 opdracht 3.
blz. 63 + 64 opdracht 4.
blz. 65 + 66 + 67 opdracht 5

Slide 10 - Slide

This item has no instructions