Talent 3.7 les 1 2TL

timer
10:00
Welkom
We beginnen met 10 minuten lezen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

timer
10:00
Welkom
We beginnen met 10 minuten lezen

Slide 1 - Slide

Herhalen vorige les
We hebben 25 woorden geleerd.
Even testen of je de betekenis weet van de volgende woorden:

Slide 2 - Slide

aanstekelijk
A
Iets kunnen verdragen
B
Te vol zijn met spullen
C
Als je vanzelf zin krijgt om mee te doen
D
Vrolijkheid

Slide 3 - Quiz

Tegen een stootje kunnen
A
Iets kunnen verdragen
B
Te vol zijn met spullen
C
Als je vanzelf zin krijgt om mee te doen
D
Vrolijkheid

Slide 4 - Quiz

uitpuilen
A
Iets kunnen verdragen
B
Te vol zijn met spullen
C
Als je vanzelf zin krijgt om mee te doen
D
Vrolijkheid

Slide 5 - Quiz

de hilariteit
A
Iets kunnen verdragen
B
Te vol zijn met spullen
C
Als je vanzelf zin krijgt om mee te doen
D
Vrolijkheid

Slide 6 - Quiz

Doel vandaag:
Herhalen persoonsvorm, onderwerp, werkwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp

Nieuw: meewerkend voorwerp

Slide 7 - Slide

Mijn klasgenoot vraagt aan mij vaak een potlood.
Wat is de persoonsvorm?

Slide 8 - Open question

...........................................PV....................................................................
Mijn klasgenoot |vraagt |aan mij vaak een potlood.

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 9 - Open question

.......................................PV/WG..............................................................
Mijn klasgenoot| vraagt| aan mij vaak een potlood.

Wat is het onderwerp?

Slide 10 - Open question

....................O.................PV/WG.............................................................
|Mijn klasgenoot| vraagt |aan mij vaak een potlood.

Wat is het lijdend voorwerp?

Slide 11 - Open question

.................O...................PV/WG.............................................LV...............
|Mijn klasgenoot| vraagt| aan mij vaak |een potlood.|

Wat is het meewerkend voorwerp?

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

        O                          PV/WG    MV                                 LV
|Mijn klasgenoot| vraagt| aan mij |vaak |een potlood.|

het meewerkend voorwerp

Aan/voor wie/wat + pv + ond + lv + (rest wg)? = MV

Slide 14 - Slide

1 Mijn lerares geeft ons onze toetsen terug.

2 Op de toetsblaadjes maakt ze meestal een tekening.

3 De leerling met een goed cijfer geeft ze een bloem of vlinder op het papier.

Slide 15 - Slide



Maak opdracht:
6 en 7 van § 3.7
Gebruik de leertekst:
Meewerkend voorwerp


* Maken opdrachten
*Nakijken
*woordentrainer §3.5
*lezen
*nabespreken doel van de les

Slide 16 - Slide

Het Groningse Maartenscollege biedt meerdere klassen een nieuwe lessenserie aan.

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 17 - Open question

................................................................................wg...............................................................................
Het Groningse Maartenscollege |biedt| meerdere klassen een nieuwe
..............................wg
lessenserie |aan.|
Wat is het onderwerp?

Slide 18 - Open question

................................O.............................................wg...............................................................................
Het Groningse Maartenscollege |biedt| meerdere klassen een nieuwe
..............................wg
lessenserie |aan.|
Wat is het lijdend voorwerp?

Slide 19 - Open question

................................O.............................................wg..............................................................LV.................
Het Groningse Maartenscollege |biedt| meerdere klassen | een nieuwe
..............................wg
lessenserie |aan.|
Wat is het meewerkend voorwerp?

Slide 20 - Open question

                         O                                             wg                     mv
|Het Groningse Maartenscollege| biedt |meerdere klassen |
                     lv                             wg
een nieuwe lessenserie| aan. |
het meewerkend voorwerp
Aan/voor wie/wat + pv + ond + lv + (rest wg)? = MV

Slide 21 - Slide