This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Welkom!
1
WELKOM!
2
Werkboek
Laptop
Leg op tafel:
Log in:
Slide 1 - Slide
Je weet wat splitsbare werkwoorden zijn.
Je kent het verschil tussen een splitsbaar werkwoord en een voorzetsel.
LESDOELEN
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Maken paragraaf 4.7 opdracht 1 t/m 6
Vandaag
Huiswerk:
Programma:
Slide 4 - Slide
splitsbaar
niet splitsbaar
afmaken
ophalen
nadoen
omcirkelen
besluiten
uitlezen
achterhalen
noteren
Slide 5 - Drag question
(invullen) Sarah...................... het antwoord ...................... (opmaken)Mijn moeder...................mijn bed................... (uitgeven) Hoeveel geld.......jullie.........in de vakantie?
Slide 6 - Open question
Noteer de splitsbare hele werkwoorden. 1. Jullie halen toch geen kattenkwaad uit? 2. Geef nooit op. 3. Keek jij nou bij haar af?
Slide 7 - Open question
Dia 1 4.7
Splitsbare werkwoorden zijn werkwoorden die uit twee delen bestaan.
Je noemt dan beide delen een werkwoord.
voorbeelden:
opschrijven. Ik schrijf dit op.
uitnodigen. Ik nodig jou uit.
Als je twijfelt gebruik je het zinnetje "Ik.....
afmaken. Ik maak dat af.
uitlezen. Ik lees dat boek uit.
besluiten. Dat is gisteren besloten.
Slide 8 - Slide
DIA 2 4.7
Soms zie je niet meteen of een woord een voorzetsel is, of deel van een splitsbaar werkwoord is. Kijk daarom eerst goed wat het hele werkwoord is.
Ik zit op de tafel hele werkwoord= zitten
voorzetsel= op
Let eens goed op hele werkwoord=opletten.
Is het een splitsbaar werkwoord of voorzetsel? Het is dus een deel van een splitsbaar werkwoord.
Slide 9 - Slide
Oefening splitsbare ww
Verzin in tweetallen zoveel mogelijk splitsbare werkwoorden.
Schrijf ze op!
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Je ziet het woordje uit staan. Bij welke woordsoorten kan dit horen.
Slide 12 - Open question
Schrijf DRIE voorzetsels op?
Slide 13 - Open question
Hieronder nogmaals uitlegfilmpjes. Als je het even niet meer weet, kijk terug.
Slide 14 - Slide
Vul in (lw) lidwoorden, bn (bijvoeglijk naamwoord, zn (zelfstandig naamwoord), vz (voorzetsels), ww (werkwoorden) of tw (telwoord). De meeste smarthphones hebben geen lange levensduur.
Slide 15 - Open question
Noteer de LW, BN, ZN, WW, VZ, TW
Na twaalf maanden laadt de batterij niet meer op.
Slide 16 - Open question
Welkom!
1
WELKOM!
2
Werkboek
Laptop
Leg op tafel:
Log in:
Slide 17 - Slide
Voor morgen meenemen je spullen om een Pecha Kucha te maken.
je leesboek
opgeladen laptop en oortjes
Slide 18 - Slide
Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?
Maken- 4.7 opdracht 7 t/m 10
Neem de tijd voor deze oefeningen. Met name oefening 10. Vraag als er iets niet duidelijk is.
Slide 19 - Slide
PECHA KUCHA
Slide 20 - Slide
Ruim je je plek op?
We blijven zitten tot de bel gaat.
Schuif je je stoel aan voordat je het lokaal verlaat?