De kracht van woorden: Woordenschat in de praktijk

De kracht van woorden: Woordenschat in de praktijk
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Middelbare schoolISKvmboLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

De kracht van woorden: Woordenschat in de praktijk

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kunnen de leerlingen de betekenis van de woorden begrijpen en correct toepassen in zinnen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over de woorden achternaam, altijd, antwoord, belangrijk, bijna?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat betekent 'aanschaffen'?
Het kopen of verkrijgen van iets, meestal tegen betaling.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Hoe gebruik je 'benijden'?
Het gevoel hebben dat je iets wat een ander heeft, ook graag zou willen hebben.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Betekenis van 'bekostigen'
Zorgen voor de financiële middelen om iets te kunnen betalen.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat is een 'genre'?
Een bepaalde categorie of soort, bijvoorbeeld van boeken, films of muziek.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wanneer is iets 'sociaal aanvaard'?
Als iets algemeen geaccepteerd is binnen een bepaalde groep of maatschappij.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Een tweede leven krijgen
Opnieuw gebruikt of gewaardeerd worden na een eerdere periode van verwaarlozing of desinteresse.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Oefening: Aanschaffen, benijden, bekostigen
Geef de leerlingen zinnen waarin ze de juiste betekenis van deze woorden moeten invullen.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Oefening: Genre, sociaal aanvaard, tweede leven
Laat de leerlingen in groepen een korte presentatie voorbereiden over een onderwerp naar keuze, waarbij ze de geleerde woorden op de juiste manier gebruiken.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Toepassing in context
Bespreking van een tekst of verhaal waarin de geleerde woorden voorkomen, en hoe ze de betekenis van de woorden uit de context kunnen halen.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Creatieve opdracht: Woorden in actie
Laat de leerlingen een verhaal of scenario schrijven waarin ze de geleerde woorden op een natuurlijke manier gebruiken.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Quiz: Test je woordenschat
Een korte quiz om te testen of de leerlingen de betekenis van de woorden goed hebben onthouden.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Reflectie: Wat heb je geleerd?
Een moment om terug te kijken op wat de leerlingen hebben geleerd en hoe ze de nieuwe woorden kunnen toepassen in hun eigen taalgebruik.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Praktische toepassing
Opdracht om in de komende week bewust de geleerde woorden te gebruiken in gesprekken of schrijfopdrachten.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie
Korte evaluatie van de les en de mate waarin de leerlingen de woorden hebben begrepen en toegepast.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 18 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 19 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 20 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.