Engelse werkwoorden online

1 / 23
next
Slide 1: Link
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Link

This item has no instructions

  • Pak een A4-vel


  • Heb je dit af? 
  • Welke talenten (persoonlijke kwaliteit) heb je ingezet of ga je inzetten?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Engelse werkwoorden

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Pak een vel papier en vouw hem zo dat je vier kolommen hebt.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Zet de 3 tijden bovenaan en boven de laatste kolom staat bijvoeglijk gebruikt ..

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Zet het vervoeging van het werkwoord 'maken' onder de tijden

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

vervoeg 'appen' in de TT
TT
maak/maakt 

VT
maakte  
VDW
gemaakt 
Bijv. gebruikt
gemaakte 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

  • ik app
  • hij appt
TT
maak/maakt 

VT
maakte  
VDW
gemaakt 
Bijv. gebruikt
gemaakte 

Slide 8 - Slide

appen
stressen
deleten
  • ik app
  • hij appt
  • gisteren appte 
  • ik heb geappt
  • het geappte bericht
  • Wat valt je op?
  • stressen?
TT
maak/maakt 

VT
maakte  
VDW
gemaakt 
Bijv. gebruikt
gemaakte 

Slide 9 - Slide

appen
stressen
deleten
ik app
hij appt
gisteren appte 

  • ik streste
ik heb geappt
het geappte bericht
TT
maak/maakt 

VT
maakte  
VDW
gemaakt 
Bijv. gebruikt
gemaakte 

Slide 10 - Slide

appen
stressen
deleten
ik app
hij appt

  • ik stres
  • hij strest
gisteren appte 

  • ik streste
ik heb geappt


  • ben gestrest
het geappte bericht

  • gestreste
  • deleten?
TT
maak/maakt 

VT
maakte  
VDW
gemaakt 
Bijv. gebruikt
gemaakte 

Slide 11 - Slide

appen
stressen
deleten
ik app
hij appt

ik stres
hij strest
gisteren appte 

ik streste
ik heb geappt


ben gestrest

  • heb gedeletet
het geappte bericht

gestreste

  • het gedeletete bericht
TT
maak/maakt 

VT
maakte  
VDW
gemaakt 
Bijv. gebruikt
gemaakte 

Slide 12 - Slide

appen
stressen
deleten
  • ik app
  • hij appt

  • ik stres
  • hij strest
  • ik delete
  • hij deletet
  • gisteren appte 

  • streste

  • deletete
  • ik heb geappt

  • ben gestrest
  • heb gedeletet
  • het geappte bericht
  • gestreste
  • gedeletete
TT
maak/maakt 

VT
maakte  
VDW
gemaakt 
Bijv. gebruikt
gemaakte 

Slide 13 - Slide

appen
stressen
deleten
Tegenwoordige tijd: maak/maakt/maken
  • Tim ................ (verspreiden) het bericht via Whatsapp.

  • ...................(Antwoorden) dan wel direct terug.

  1. Schrijf de ik-vorm op
  2. Verander in maken
  3. Hoor je een 't' dan schrijf je een 't'

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Verleden tijd: maakte(n)
  1. Schrijf de ik-vorm
  2. Kijk naar het hele werkwoord
     min -en -> laatste letter:
  3.  't ex-kofschip-> +te (n)
  4. Anders + de (n)

  • Hij ......... (beseffen) het niet.
  • Beseffen  -> + te
  • besefte

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Voltooid deelwoord: gemaakt

  1. Kijk naar het hele werkwoord
     min -en -> laatste letter:
  2.  't ex-kofschip->  't'
  3. Anders 'd'

  • Hij is verhuis....
  • Verhuizen ->  dus een 'd'



Slide 16 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Welke Engelse werkwoorden ken je die ook in het Nederlands worden gebruikt?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Noteer op je blad de vervoegingen van:
  1. scannen
  2. chatten
  3. hockeyen
  4. racen
  5. gamen 
timer
5:00

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Bij de meeste werkwoorden  werkt het hetzelfde als bij de Nederlandse werkwoorden.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Hele werkwoord min -en
maar..... let op de uitspraak   (de ik-vorm komt elke keer terug)        

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Engelse werkwoorden

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag


  1. Taalblokken: Spelling en Grammatica
  2. Spelling Engelse werkwoorden (opgave 3,6,9,11,12)
  3. Tussentoets Bouwsteen 5
    3 en 4
  4. Woordenschat Bouwsteen 5

Slide 23 - Slide

This item has no instructions