Klas 2A week 21 woordenschat

Klas 2A - Nederlands - week 21 - woordenschat

Deze les: verder met NN H5 Woordenschat, je gaat opdr. 4, 5, 7 en 8 maken (p. 146-147). Je hebt dus nodig: je NN-boek en je schrift.

De LessonUp eindigt met een quiz.

Aan het eind van de week controleer ik of iedereen de LessonUp heeft doorlopen.

Succes!
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Klas 2A - Nederlands - week 21 - woordenschat

Deze les: verder met NN H5 Woordenschat, je gaat opdr. 4, 5, 7 en 8 maken (p. 146-147). Je hebt dus nodig: je NN-boek en je schrift.

De LessonUp eindigt met een quiz.

Aan het eind van de week controleer ik of iedereen de LessonUp heeft doorlopen.

Succes!

Slide 1 - Slide

Maak opdracht 4 (p. 146)
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Antwoorden opdracht 4 (p. 146)
1.
Alinea 2 – een doorn in het oog (b): een grote ergernis
Alinea 3 – de nestor (m) intelligente, eerbiedwaardige grijsaard; oudste van een groep mensen (bijvoorbeeld vakgenoten)
Alinea 5 – uit den boze (b) wat beslist afgekeurd moet worden
Alinea 5 – de tale Kanaäns (b) het spraakgebruik van vrome mensen; hoogdravende domineestaal; het Hebreeuws
Alinea 5 – een wet van Meden en Perzen (b) een wet of regel waaraan niets valt te veranderen
Alinea 7 – naar de filistijnen (b) kapot; naar de knoppen
Alinea 7 – een rib uit m’n lijf (b) wat heel veel geld kost of gaat kosten

Slide 3 - Slide

Antwoorden opdracht 4 (p. 146)
2
Alinea 4 - onder de loep nemen: nauwkeurig bekijken
Alinea 7 - op stel en sprong: meteen, onmiddellijk
Alinea 7 - een gepasseerd station: achterhaald
Alinea 8 - koffiedik kijken: speculeren, een niet-gegronde voorspelling doen
Alinea 8 - zich geen knollen voor citroenen laten verkopen: zich niet laten bedriegen; zich niet zomaar wat wijs laten maken

Slide 4 - Slide

Antwoorden opdracht 4 (p. 146)
3
Een taalpurist, ook wel taalzuiveraar of kortweg purist genoemd, is iemand die zijn eigen taal ‘puur’ wil houden, dat wil zeggen: zo veel mogelijk vrij van vreemde woorden.

4
Eigen standpunt met argumenten, in de volgende vorm:
Eens, want …
arg. 1 en arg.2
Oneens, want....arg. 1 en arg. 2

Slide 5 - Slide

Maak nu opdracht 5 (p. 146-147)
Tip: kijk terug naar opdracht 3 in je schrift (daar heb je de betekenissen van deze woorden al opgeschreven)
timer
5:00

Slide 6 - Slide

Antwoorden opdracht 5 (p. 146-147)
1 prognose(s)
2 reductie
3 lexicon
4 tendens
5 beaamde
6 geconserveerd
7 analyse
8 evolueren
9 hegemonie
10 teloorgaan

Slide 7 - Slide

Maak nu opdracht 7 en 8 (p. 147)
Tip bij opdracht 7: type de omschrijving en het schuingedrukte in google in, in de meeste gevallen kom je dan bij de juiste uitdrukking terecht. Schrijf er weer steeds b (bijbel) of m (mythologie) achter

Opmerking bij opdracht 8: dit zijn alle 8 weer nieuwe uitdrukkingen, je bent ze dus niet eerder in de opdrachten tegen gekomen


timer
15:00

Slide 8 - Slide

Antwoorden opdracht 7 (p. 147)
1 hermetisch gesloten (m)
2 de bokken van de schapen scheiden (b) 
3 de lier aan de wilgen hangen (b)
4 met argusogen bekeken (m)
5 zat in zak en as (b)
6 richtten zij een bacchanaal aan (m)
7 met de mantel der liefde bedekken (b)
8 deze drinkbeker aan mij voorbij laten gaan (b)
9 de doos van Pandora openen (m)
10 Er is niets nieuws onder de zon. (b)

Slide 9 - Slide

Antwoorden opdracht 8 (p. 147)
Vele laatsten zullen de eersten zijn (bijbel)
iemand de andere wang toekeren (bijbels)= iemand na van hem ondervonden onrecht toch vriendelijk tegemoettreden; geen wraak nemen

een molensteen om de nek (bijbels)= iets is een zware last
een twistappel (mythologie) = een uitdrukking voor een geschilpunt, waar behoorlijk onenigheid over bestaat, zelfs ruzie over gemaakt wordt.
met wortel en tak uitroeien (bijbels) =iets volledig bestrijden om er geen last meer van te hebben
narcissuscomplex (mythologie) = jezelf heel knap vinden (Narcissus wees volgens het verhaal alle romantische avances af en werd als straf verliefd op zijn eigen spiegelbeeld)
een (de) (gordiaanse) knoop doorhakken (mythologie) = een zeer moeilijk probleem met de nodige voortvarendheid of gewelddadigheid uit de weg ruimen
een Augiasstal (mythologie) = een enorme bende

Slide 10 - Slide

Er volgt nu een korte quiz
Er zijn 8 vragen.

Slide 11 - Slide

Wat is de betekenis en herkomst van onderstaande uitdrukking?

De doos van Pandora
A
Een bron van ellende, bijbel
B
Een cadeau van een mooie vrouw, bijbel
C
Een cadeau van een mooie vrouw, mythologie
D
Een bron van ellende, mythologie

Slide 12 - Quiz

Wat is de betekenis en herkomst van onderstaande uitdrukking?

Met argusogen bekijken.
A
Zeer wantrouwend benaderen, bijbel
B
Zeer wantrouwend benaderen, mythologie
C
Verliefd naar iets/iemand kijken, bijbel
D
Verliefd naar iets/iemand kijken, mythologie

Slide 13 - Quiz

Kies het juiste plaatje (herkomst) bij onderstaande uitdrukking.
Zijn lier aan de wilgen hangen (stoppen met optreden)
A
B
C
D

Slide 14 - Quiz

Wat betekent "hegemonie"?

Slide 15 - Open question

Wat betekent "evolueren"?

Slide 16 - Open question

Wat betekent "taalpurist"?

Slide 17 - Open question

Wat betekent "teloorgaan"?

Slide 18 - Open question

Zoek een plaatje dat hoort bij de uitdrukking "de bokken van de schapen scheiden"

Slide 19 - Open question

Dit was het einde van de les
Je hebt nu je woordenschat weer wat uitgebreid.

Volgende les gaan we verder met het onderdeel "grammatica" van hoofdstuk 5. Zorg dan dat je je grammaticaschrift bij de hand hebt.


Nb. heb je nog niet genoeg van spreekwoorden/uitdrukkingen, dan vind je op de volgende slide nog een opdracht :).

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide