V4-les 6 la ropa y la comida vervolg met imperfecto

Un ejercicio
Mira el vídeo 
escribe en español
1.de qué fiesta española es el vídeo.
2. qué llevan de ropa los españoles
1 / 16
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Un ejercicio
Mira el vídeo 
escribe en español
1.de qué fiesta española es el vídeo.
2. qué llevan de ropa los españoles

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Un ejercicio: escribe en español
1.de qué fiesta española es el vídeo.
2. qué llevan de ropa los españoles

Slide 3 - Slide

la clase de V4
los objetivos de hoy son practicar con el imperfecto y mejorar texto de la ropa

Slide 4 - Slide

Hoy en clase
La clase anterior
La preparación para hoy
Hacer ejercicios imperfecto
Un esquema
Escribir tu presentación
La evaluación
La preparación para la clase

Slide 5 - Slide

La clase anterior
Habla en holandés sobre la clase anterior y contesta a estas preguntas con tu compañero de clase:
1. ¿Cómo era la clase anterior?
2. ¿De qué tema para la fiesta hablamos en la otra clase?
3. Explica las formas del imperfecto 
. 4. Explica cuándo usas el imperfecto
5. ¿Qué temas tienes que escribir todavía?
timer
1:30

Slide 6 - Slide

La preparación para hoy
Meenemen:

laptop, reader Spaans, Spaans schrift, pennen
Leren:
de regels van het gebruik hay/ser/estar. Wanneer gebruik je welk werkwoord en hoe vervoeg je ze? Deze vragen moet je weten te beantwoorden.
Vocabulaire eten pag. 55 en 56 ned-spaleren (als je het nog niet goed kent) vocabulario de la ropa pag. 53 en 54 ned-spa
Perfecto (hoe maak je deze tijd, wanneer gebruik je het, wat zijn de signaalwoorden, en hoe vertaal je het naar het Nederlands, zijn er ook onregelmatige vormen? Welke?nieuwe stof: leer de van de imperfecto de uitgangen van de regelmatige werkwoorden (aantekeningen). en de signaalwoorden, gebruik en de onregelmatige werkwoorden (alles wat in de ppt staat)



Slide 7 - Slide

Hacer ejercicios imperfecto
Ejercicio 14 frases 1 hasta 5
Si estás listo/a termina el ejercicio.
timer
3:00

Slide 8 - Slide

ejercicio 14:

1. era, gustaba
2. vivían
3. salíais
4. ibas
5. iba, daba
6. tomaba
7. tenía
8. bajaba
9. vivía, era, era, tenía
10. hablaba
timer
1:00

Slide 9 - Slide

Een overzichtje:
Week 42: actividades/música y baile
Week 43: opinión, alles afmaken en ppt maken met foto's/afbeeldingen van jullie erop
Week 44:  herfstvakantie
Week 45: presentaties
Week 46: presentaties
Week 47: toetsweek leesvaardigheid

Slide 10 - Slide

Mejorar tu presentación sobre ropa
Zorg dat je ook de kleding helemaal benoemd, maar ook de kleur en stof, leg ook uit welk seizoen het was.
de algodón (van katoen)
de cuero (van leder)
vaquero (spijker)
de seda (zijden)
a rayas (gestreept)/a cuadros (geruit)/con lunares (gestipt/

Slide 11 - Slide

La concordancia y el adjetivo
In het Spaans past het bijvoeglelijke naamwoord in geslacht en getal altijd aan het zelfstandig naamwoord:
la fiesta divertida 
estas fiestas divertidas

Het bijvoeglijk naamwoord komt altijd achter het zelfstandig naamwoord te staan.

Tip: Leer altijd het lidwoord bij het zelfstandig naamwoord. Zo weet je altijd welk geslacht het zelfstandig naamwoord heeft.

Mannelijke woorden zijn: -or, -e, -o uitzonderingen el idioma, el problema (alle ema/ima/oma woorden)
Vrouwelijke woorden zijn: -a, ción/sión, dad uitzonderingen la mano, la foto

Maak nu oefening 6 en 7

timer
2:00

Slide 12 - Slide

Escribir sobre la ropa
En schrijf nu in het Spaans in je schrift zonder je mobiel te gebruiken (reader mag): Let op je bent aan het beschrijven dus welke tijd moet je gebruiken?
  1. Wat droegen de Spanjaarden tijdens het feest? Stof/
  2. Zagen ze er mooi uit?
  3. Was het typische klederdracht?
  4. Wat droegen de kinderen, iets anders?
  5. Waarom droegen ze die kleren?
  6. Wat had jij aan? Verkleed je en maak een selfie zodat het lijkt alsof je er echt bent geweest.

Slide 13 - Slide

Escribir texto la comida y bebida
Een goede tekst voor de presentatie over eten en drinken is:
1. als je vertelt wat de Spanjaarden tijdens het feest aten?
2. als je vertelt wat de ingrediënten waren van die gerechten
3. als je vertelt  waar ze het aten (op straat, thuis, ergens anders?)
4. als je vertelt of  jij  het had gegeten en wat  je ervan vond? (estar rico/a)
5. als je vertelt wat er werd gedronken?
6. als je  vertelt wat jij gedronken  hebt?

Slide 14 - Slide

La evaluación
Levanta si estás de acuerdo
1. Ik weet hoe ik de imperfecto moet vervoegen.
2. Ik heb mijn tekst af in het Spaans over la ropa.
3. Ik heb een begin kunnen maken over de tekst van eten/drinken.
4. Ik heb een vraag over de stof van vandaag.
5. Ik heb een vraag over de presentatie.

Slide 15 - Slide

La preparación para la clase
Aprender vocabulario la ropa esp/hol pág. 53-54 hol/esp/esp/hol
Aprender vocabulario la comida/bebida pág. 56-57 hol/esp/esp/hol
uitgangen imperfecto leren en ser/ir/ver van de imperfecto (zie bijlage)
Hacer texto 10 pág. 47

Slide 16 - Slide