Getuigen en verdachten verhoor les 3/4

Q2 Optreden eenvoudige misdrijven
Aangifte, getuigen- en verdachteverhoor les 3/4
1 / 43
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Q2 Optreden eenvoudige misdrijven
Aangifte, getuigen- en verdachteverhoor les 3/4

Slide 1 - Slide

Planning
  • Wat willen jullie doen? 
  • Oefening
  • Geheugen
  • Verdachte verhoor
  • Kwetsbare personen
  • Afsluiten 

Slide 2 - Slide

Hoe willen jullie de les invullen?
A
Theorie verdachte verhoor
B
Oefenen met een gehele aangifte
C
Ik laat het op mij afkomen
D
Anders

Slide 3 - Quiz

Wanneer is de les geslaagd?

Slide 4 - Open question

Kennen en kunnen
Kennen:
- Ik ken het doel van een getuigenverhoor. Ik ken de structuur en inhoud van een getuigenverhoor (volgens het generiek model getuigenverhoor).
- Ik ken de invloed van waarnemingspsychologie en van de werking van het geheugen bij getuigen.
- Ik ken het juridisch kader met betrekking tot getuigenverhoor

Kunnen:
- Ik kan het stappenplan getuigenverhoor (generiek) uitvoeren en daarin de gesprekstechnieken toepassen.
- Ik kan laten zien dat ik oog heb voor de impact van een situatie op een getuige.
- Ik kan kennis over waarnemingspsychologie en geheugen toepassen in een getuigenverhoor.
- Ik kan digitale componenten bij een getuigenverhoor herkennen.
- Ik kan de informatie uit een getuigenverhoor vastleggen.

Slide 5 - Slide

Wat heb je op ITS gevonden over verdachte verhoor?

Slide 6 - Mind map

Kijk voor jezelf op ITS wat je kunt vinden betreft verdachte-  getuigenverhoor

Slide 7 - Slide

Met welke vraag zit je betreft verdachte verhoor?

Slide 8 - Open question

Aangifte

Slide 9 - Slide

Opening
  • Voorstellen en legitimeren + controlevraag
  • Aangifte waardig?
  • Bijstaan advocaat/familie/anders?
  • Domicilie
  • Vragen huidig adres, telnr en email
  • Uitleggen van de wijze waarop het verhoor zal worden uitgevoerd (voorstructureren).
  • Verkrijgen spontaan verhaal

Slide 10 - Slide

Kern
  • Wie
  • Wat
  • Wanneer
  • Waar
  • Waarmee
  • Waarom
  • Welke wijze
  • Wetenschap
  • Opsporingsindicatie (sporen, camerabeelden, getuigen, signalement, schets) 

Slide 11 - Slide

Slot
  • SO hulp NL: Praktisch/emotioneel/juridisch
  • Schade vergoeden? Bemiddelen/voegen/civiel Verzekering/waarde/IBANnr
  • Hoe nu verder? Kans op opheldering/opsporingsindicatie?
  • Op de hoogte houden? E-mail/post/telefonisch
  • Zelf inzien voortgang? Digi-D www.politie.nl/mijnpolitie
  • Vragen? 0900-8844/SO loket
  • Folder uitreiken Niet oplezen!
  • Handtekening pv en schets. Eventueel afspraak maken wanneer

Slide 12 - Slide

Verdachte verhoor
Verhoor Vragen stellen met het doel duidelijkheid te brengen (in een misdrijf)

Alle vragen aan een door een opsporingsambtenaar als verdachte aangemerkt persoon omtrent diens betrokkenheid bij een geconstateerd strafbaar feit

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

Hoe zit het met jouw geheugen? 
  • Je krijgt zo een poster te zien
  • Kijk hier goed naar en neem de poster in je op
  • Na een aantal minuten is het de bedoeling dat je de poster na tekent  

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Je geheugen kan je bedriegen
Wanneer iemand getuige is van een gebeurtenis, dan slaan ze twee soorten informatie op. Aan de ene kant heb je de informatie die verzameld hebben toen ze van de gebeurtenis zelf getuige waren. Anderzijds is er de informatie die ze na de gebeurtenis verzameld hebben.

Slide 17 - Slide

Geheugen
  • Meestal slaagt een persoon erin om slechts 20% te registreren van wat ze zien. 
  •  Ook al kan iets belangrijk zijn, toch concentreren we ons niet op de details. We zien daarentegen alleen maar het grote plaatje.
  • Het soort vragen waarop de ooggetuige moet antwoorden, kunnen een grote invloed hebben op wat ze zich herinneren.
  • De leeftijd (en uiterlijk) van de getuige kan ook een vooroordeel creëren.
  • Als de persoon zich gestrest of angstig voelt, dan zal hij meer problemen hebben om zich iets te herinneren.
  • Je korte termijn geheugen heeft slechts 7 plekken. 

Slide 18 - Slide

Waar denk je aan bij persoonsgericht verhoor?

Slide 19 - Open question

Persoonsgericht verhoor
• Contact te maken
• Verklaringsbereidheid te bereiken
• Persoon in de Ja- stand te krijgen
• zodat hij /zij in vrijheid kan verklaren.

Slide 20 - Slide

Model persoons gericht verhoor 
Fase 
Activiteit 
Openen
Aangeven wat het doel van het gesprek is
Persoonsgerichte onderwerpen
- Aanvullen en toetsen informatie over de persoon van de verdachte
- Opbouwen werkrelatie
- Vaststellen verklaringsbereidheid
- Wanneer nodig: 
bevorderen verklaringsbereidheid
observeren gedrag en interactie verdachte en verhoorder
spanningsniveau van verdachte normaliseren 
genereren van tactische aanwijzingen 
Afsluiten
Uitleg geven van de verdere procedure

Slide 21 - Slide

Waarom: Je wilt meer weten over de verdachte
• Wie is hij?
• Wat is zijn achtergrond?
• Hoe denkt hij?
• Hoe reageert hij?
• Hoe gaat hij om met de verhoorders?
• Welke onderwerpen zijn beladen/ onbeladen en waaraan merk/ zie je dat.

Slide 22 - Slide

Eerste contact
· aan elkaar voorstellen;
· identiteit verdachte vaststellen en zijn rol en positie meedelen;
· geven van de cautie;
· meedelen van de verdenking;
· (eventueel) meedelen dat het verhoor auditief of audiovisueel wordt geregistreerd;
· nagaan of de verdachte de brochure 'Mededeling van rechten verdachte' heeft gekregen en zo niet, deze alsnog verstrekken en hem er alsnog kennis van laten nemen;
· uitleg geven over de rol en taak(verdeling) van de verhoorder(s);
· uitleg geven van de rol en taakverdeling van de overige deelnemers bij het verhoor;
· uitleg geven over de verdere gang van zaken bij het verhoor;
· zorgplicht (gebruik van medicijnen of drugs; checken of verdachte in staat is verhoord te worden, regelen van kleding)
· bij verhoorbijstand: de rol en taak van de raadsman uitleggen;
· bij SFO-verhoor: meedelen dat het verhoor (mede) plaatsvindt binnen een SFO en verstrekken van een afschrift van de vordering en machtiging SFO, wanneer dat eerder nog niet was gedaan.

Slide 23 - Slide

inhouds- en belevingsvragen
  • Inhoudsvragen
    Inhoudsvragen zijn meer concrete vragen, vragen naar handelingen, feitelijkheden en gedragingen.
Voorbeelden:
· Wat doe je in je vrije tijd?
· Wat deed je gisteravond?
· Wat houdt je werk in?

  • Belevingsvragen
Belevingsvragen zijn vragen over de beleving van de verdachte: zijn gedachten en gevoelens.
Voorbeelden:
· Wat vind je ervan dat ….?
· Wat doet het met je dat….?
· Wat voelde je toen….?
· Wat dacht je toen …..?

Slide 24 - Slide

Hoogrendementsvragen 
Hoogrendementsvragen zijn vragen aan uitersten.

Voorbeelden:
· Wat is het leukste dat je ooit hebt gedaan op vakantie?
· Wat vond je het meest lastig op je werk?
· Wat is het meest bijzondere dat je ooit meemaakte in een werksituatie?
· Wat is het ergste dat je ooit hebt gedaan toen je boos was? 




Slide 25 - Slide

Afsluiten
Opdracht: Ga met elkaar een persoonsgericht verhoor oefenen

Slide 26 - Slide

oefening 

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

CIPA, bedenk de inhoud en vragen
2 personen de C
2 personen de I
2 personen de P
2 personen de A

Slide 29 - Slide

Getuigenverhoor 

Slide 30 - Slide

Openen
  • Voorstellen en legitimeren
  • Geven van info hoe je bij de getuige terecht bent gekomen.  
  • Meedelen dat hij als getuige wordt verhoord.
  • Informeren over audio (visuele) registratie.
  • Verstrekken van afgewogen zaakinformatie. 
  • Geven info over de rol en plaats van de getuige in het strafproces. 
  • Uitleggen van de wijze waarop het verhoor zal worden uitgevoerd (voor structureren). 

Slide 31 - Slide

Zaakgericht vragen stellen 
  • Verkrijgen spontaan verhaal. 
  • Vaststellen van de omstandigheden waaronder de getuige het voorval heeft waargenomen. 
  • Bepalen over welke onderwerpen de getuige nader bevraagd moet worden (tijdstip, gebeurtenis, signalementen, vluchtweg etc.)
  • Vragen stellen per onderwerp. 
  • Eventuele aanvullende vragen stellen naar aanleiding van onderzoeksgegevens en/of ervaring. 
  • Vragen welke info getuige van derden heeft gekregen. 

Slide 32 - Slide

Afsluiten
  • Noteren/verifiëren persoonsgegevens van de getuige.  
  • Geven van naam, bureau en telefoonnummer van de verhoorder waarop getuige eventueel kan terugvallen. 
  • Getuige instrueren om geen informatie over de zaak naar buiten te brengen. 
  • Verstrekken van aanvullende informatie, bedanken etc. 
  • Eventueel geven van emotionele ondersteuning en/of adequaat doorverwijzen. 

Slide 33 - Slide

Kwetsbare personen

Slide 34 - Slide

Wie verstaan we onder kwetsbare personen?

Slide 35 - Open question

Slide 36 - Video

Kwetsbare personen
  • Personen jonger dan achttien jaar (op het moment van het plegen van het delict)
  • Personen met een verstandelijke beperking
  • Personen met een cognitieve functiestoornis (NAH, Parkinson, Alzheimer, hersenbloeding)
  • Personen met een psychische stoornis

Slide 37 - Slide

Hoe herken je kwetsbare personen?

Slide 38 - Open question

Hoe herken je kwetsbare personen?
  • Motoriek: Ongecontroleerde bewegingen, niet stil kunnen zitten, gedeeltelijke verlamming (dissociatie).
  • Oogcontact: Iemand kijkt je niet of extreem lang aan.
  • Gedrag: Gespannen, paniekerig, passief of opstandig.
  • Concentratie en denkvermogen: Kan de aandacht niet vasthouden, snel afgeleid, verhaal is onsamenhangend, reageert op geluiden die er niet zijn.
  • Uitdrukkingsvermogen: Van de hak op de tak springen, moeilijk te volgen.
  • Taalbegrip en - productie: Taal wordt in de verkeerde context gebruikt, begrijpt uitdrukkingen niet, is traag met antwoorden, neemt taal letterlijk.  

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Hoe om te gaan met kwetsbare personen?

Slide 41 - Open question

Tips
  • Stel 1 vraag per keer
  • Voer het gesprek met iemand die de persoon kent 
  • Vraag na hoe je het beste met de persoon kunt omgaan  

Slide 42 - Slide

Afsluiten 
Vragen? 

Meer over kwetsbare doelgroepen? 
Verdachten_en_slachtoffers_met_Licht_Verstandelijke_Beperking.pdf


Slide 43 - Slide