hst 10 paragraaf 2 "eigenschappen van zuren"

Hst 10.2 "eigenschappen van zuren en basen"
1 / 28
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hst 10.2 "eigenschappen van zuren en basen"

Slide 1 - Slide

leerdoelen
10.2.1 Je kunt  algemene eigenschappen van zure oplossingen beschrijven. (zie pag 76)
10.2.2 Je kunt vijf bekende zuren en hun bijbehorende formule noemen. tabel 10,8 10,9
10.2.3 Je kunt de relatie beschrijven tussen een zure oplossing, vrij bewegende H+-ionen en                       stroomgeleiding. pag 76 onderaan
.10.2.4Je kunt algemene eigenschappen van zure oplossingen beschrijven. (zie pag 77)
10.2.5 Je kunt vier bekende base en hun bijbehorende formule noemen. tabel 10,8 10,9

Slide 2 - Slide

§7.2 - Zuren in water
Eigenschappen op microniveau:
  • Zuren bevatten een H+ deeltje
  • Zuren kunnen H+ deeltje afstaan

  • Sterke zuren
  • Zwakke zuren
  • => BiNaS T.49

Slide 3 - Slide

Wat is een base?
Een base is een stof die één of meerdere H-atomen kan opnemen. 

Slide 4 - Slide

Zuur-Base reacties
  
OH- als base:          H+ + OH- --> H2O
O2- als base:           2H+ + O2- --> H2O
CO32- als base:      2H+ + CO32- --> CO2 + H2O
NH3 als base:         H+ + NH3 --> NH4+

Slide 5 - Slide

vandaag
Filmpje van Miranda Onstenk
uitleg over eigenschappen van zuren
Tabel met zuren die je moet kennen

Slide 6 - Slide

leer NU tabel 10.7 10,8 en 10.11, 10,12
uit je hoofd.



we gaan ze zo checken

Slide 7 - Slide

In de buret zat zoutzuur. De juiste notatie voor zoutzuur is:
A
HCl (aq)
B
H (aq) + Cl (aq)
C
H₃O⁺ (aq) + Cl⁻ (aq)
D
H⁺ (aq) + Cl⁻ (aq)

Slide 8 - Quiz

ammoniak
A
CH4
B
NH3
C
Am
D
HNO3

Slide 9 - Quiz

Wat is de juiste notatie van een ammoniakoplossing?
Tip: kijk in tabel 49 of ammoniak een sterke of zwakke base is.

A
NH3(aq)
B
NH4+(aq)+OH(aq)

Slide 10 - Quiz

Wat is het zuurrest-ion in azijnzuur? (HAc)
A
H+
B
H
C
Ac
D
Ac-

Slide 11 - Quiz

Azijnzuur
A
HAz (l)
B
HAc (l)
C
HNO3 (l)
D
H2SO4 (l)

Slide 12 - Quiz

Natronloog is een oplossing van natriumhydroxide in water.
Wat is het basische ion van natronloog?
A
CO3 2-
B
O2-
C
OH-

Slide 13 - Quiz

De test-oplossing is natronloog. De juiste notatie voor natronloog is:
A
NaOH (aq)
B
Na (aq) + OH (aq)
C
Na⁺ (aq) + OH⁻ (aq)
D
natriumhydroxide

Slide 14 - Quiz

wat is de naam het volgende samengestelde in?
OH-
A
Ammonium-ion
B
Carbonaat-ion
C
Hydroxide-ion
D
Nitraat-ion

Slide 15 - Quiz

Wat is de naam van dit meervoudige ion
CO32-
A
koolstofoxide
B
koolstoftri-oxide
C
koper-ion
D
carbonaat-ion

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Video

Welke pH hebben zuren?
A
0-7
B
7
C
7-14

Slide 18 - Quiz

Deze kennen!

Slide 19 - Slide

Zuren zijn
A
metalen
B
moleculaire stoffen
C
zouten

Slide 20 - Quiz

Een zuur is een stof die H+ionen kan afstaan

Slide 21 - Slide

Wat is een base?
A
een stof met een pH onder de 7
B
een stof met een pH boven de 7
C
een stof met een pH van 7

Slide 22 - Quiz

Een base is een stof die H+ionen kan opnemen.

Slide 23 - Slide

zure oplossing
we bekijken een animatie van het oplossen van een zuur in water: 
wat gebeurt er met het zuur?
welke deeltjes ontstaan?

Slide 24 - Slide

Reactieschema zuren
Bij oplossen:
zuurmolecuul --> waterstof-ion(en) + zuurrest-ion

Deze oplosvergelijking moet je kunnen geven voor:
Zoutzuur, salpeterzuur, zwavelzuur, azijnzuur 
(blz 142 tm 144)


Slide 25 - Slide

Zure oplossingen ('verdund' zuur)

Slide 26 - Slide

demonstratieproef
Wat gebeurt er met de pH bij verdunnen?

Hoe hoog kan de pH van een zure oplossing worden als je steeds maar doorgaat met verdunnen?

Slide 27 - Slide

Noteer: bij verdunnen gaat de pH (maximaal) naar 7

Slide 28 - Slide