Lezen paragraaf 4 --> Alinea's en kernzinnen

Paragraaf 4 
Alinea's en kernzinnen 
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Paragraaf 4 
Alinea's en kernzinnen 

Slide 1 - Slide

Bij precies lezen bekijk je vluchtig waar de tekst over gaat.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

Bij precies lezen ....
A
lees je de eerste tot en met de laatste zin van de tekst
B
bekijk je de tekst en lees je de eerste alinea
C
lees je de eerste en laatste zin van elke alinea
D
zoek je alleen het stuk tekst dat je nodig hebt

Slide 3 - Quiz

Bij oriënterend lezen . . . .
A
lees je de eerste tot en met de laatste zin van de tekst
B
bekijk je de tekst en lees je de eerste alinea
C
lees je de eerste en laatste zin van elke alinea
D
zoek je alleen het stuk tekst dat je nodig hebt

Slide 4 - Quiz

Bij globaal lezen . . . .
A
zoek je alleen het stuk tekst dat je nodig hebt
B
lees je de eerste en laatste zin van elke alinea
C
lees je de eerste tot en met de laatste zin van de tekst
D
bekijk je de tekst en lees je de eerste alinea

Slide 5 - Quiz

Bij zoekend lezen . . .
A
lees je de eerste en laatste zin van elke alinea.
B
zoek je alleen het stuk tekst dat je nodig hebt.
C
bekijk je de tekst en lees je de 1e alinea.
D
lees je de eerste tot en met de laatste zin van de tekst.

Slide 6 - Quiz

Wat is een woordraadstrategie?
A
De manier waarop je de betekenis van een woord kunt ontdekken
B
Een woord waarvan je de betekenis niet kent
C
Twee woorden met ongeveer dezelfde betekenis
D
Geen flauw idee

Slide 7 - Quiz

Bij de woordraadstrategie 'zoek een voorbeeld' kan een voorbeeld volgen na het signaalwoord:
A
en
B
denk maar aan
C
ten eerste
D
dus

Slide 8 - Quiz

Bij het woord 'onbuigzaam' gebruik je de volgende woordraadstrategie:
A
Zoek een synoniem
B
Zoek een tegenstelling
C
Zoek een voorbeeld
D
Zoek een bekend woorddeel

Slide 9 - Quiz

Wat is geen woordraadstrategie?
A
Bekijk de afbeelding.
B
Raad wat het woord betekent.
C
Zoek een antoniem.
D
Zoek naar een voorbeeld.

Slide 10 - Quiz

Dit is de woordraadstrategie:
A
zoek een voorbeeld
B
zoek een tegenstelling
C
zoek een synoniem
D
zoek een omschrijving

Slide 11 - Quiz


Wat is het onderwerp van een tekst?
A
samenvatting van één zin over de tekst
B
in één of enkele woorden waar de tekst over gaat
C
alle tussenkopjes samen
D
de titel

Slide 12 - Quiz

Wat is het onderwerp van de tekst?
Wat is het onderwerp van de tekst?
A
gevonden pootafdrukken van dino's
B
het Schotse eiland Skye
C
wetenschappers in Schotland
D
dino's leefden in een gezin

Slide 13 - Quiz


Wat is een hoofdgedachte?
A
de samenvatting van de tekst
B
een zin die het belangrijkste samenvat wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt
C
een zin uit de tekst
D
wat de schrijver van de tekst vindt

Slide 14 - Quiz

De hoofdgedachte van een tekst staat vaak letterlijk in de inleiding of het slot.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz


Wat is de hoofdgedachte?
A
Twee scholen in de Randstad verbieden leerlingen examen te doen
B
Een school mag een leerling adviseren af te zien van examen
C
Vijf leerlingen meldden zich de afgelopen maand bij het LAKS
D
Om een hoog slagingspercentage te garanderen, weigeren scholen leerlingen met slechte cijfers examen te laten doen.

Slide 16 - Quiz

paragraaf 4
Alinea's en kernzinnen

Slide 17 - Slide

Alinea's en kernzinnen?

Slide 18 - Mind map

 Alinea's
Teksten --> verdeeld in alinea's.
Alinea bestaat uit een aantal zinnen die bij elkaar horen, omdat ze over hetzelfde gaan.

Iedere nieuwe alinea begint op een nieuwe regel! 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Kernzin
Goede alinea? --> Belangrijkste informatie staat in de kernzin. 
Vaak de eerste, tweede of laatste zin van een alinea.

In de zinnen na of voor de kernzinnen staat vaak uitleg of voorbeelden

Slide 24 - Slide

Voorbeeld 

Slide 25 - Slide

Voorbeeld 2

Slide 26 - Slide

Aan de slag

Slide 27 - Slide