basis schrijfvaardigheid

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Herhaling schrijfvaardigheid

Deze les

• herhalen theorie
• maken oefeningen

Formele e-mail

Uit welke drie delen bestaat een formele e-mail?

Wat beschrijf je in de inleiding van een formele e-mail?

Wat beschrijf je in het middenstuk van een formele e-mail?

Wat beschrijf je in het slot van een formele e-mail?

Hoe schrijf je een formele aanhef?

Hoe schrijf je een formele slotzin?

Hoe schrijf je een formele slotgroet?

Artikel

Inleiding

* Aandacht trekken van lezer 

* vertellen waar je tekst over gaat

Wat is het verschil met de inleiding van een formele e-mail?

slot

* Je komt terug op de inleiding
* samenvatting/ conclusie

Wat ga je doen?

Bekijk je eigen teksten met het beoordelingsformulier. Vul evt. de beoordelingsmodellen in.

Bekijk (nogmaals) de theorie over artikel schrijven.

Maak opdrachten werkwoordspelling:
ikschrijfbeter.nl/oefenen-werkwoordspelling
werkwoordspelling 2F

persoonsvorm 1

persoonsvorm 2

d of t? (persoonsvorm of voltooid deelwoord)
 

Deze les

• korte terugblik vorige les: volgende week mee verder
• feedback geven en ontvangen vorige schrijfopdracht
• herhaling basis betoog + schrijfopdracht
• vooruitblik volgende week: afronden schrijfopdracht, herhaling werkwoordspelling 

BETOOG

Eerst

• Onderwerp: staat vermeld in de examenopdracht.
  

• Stelling: staat ook vermeld in de examenopdracht.
  

• Eigen keuze: voor of tegen.
  

Inleiding 

• Aanleiding: waarom schrijf je het betoog?
  
• Stelling moet altijd terugkomen in de inleiding!
  
• Standpunt moet altijd terugkomen in de inleiding!
  

Middenstuk

• Argumenten uitwerken
• Per alinea, één argument
• Laatste alinea van het middenstuk: tegenargument + weerlegging
  
• Gebruik de bijgevoegde bronnen! 

Slot

• Herhaal stelling + je standpunt
  
• Conclusie: ‘dus…’

• Samenvatting
  

Schrijfopdracht Betoog

Laatste tips!

• Lees de opdracht goed door (check inhoud)!
• Streep inhoud af op de opdracht als je het verwerkt hebt.
• Maak alinea's (witregels)!
• Denk aan hoofdletters en punten! Zelf typen
• Lees je tekst nog eens over (check spelling/gramm.).
• Neem de tijd! 

Volgende week

• Herhaling werkwoordspelling
•  Argumenteren; Welke argumenten hebben jullie gebruikt? Zijn ze geldig?

Wat ga je doen?

Maak af:

taalblokken> grammatica, spelling 3f> spelling> werkwoordspelling persoonsvorm tegenwoordige tijd, verleden tijd, voltooid deelwoord.

taalblokken> grammatica, spelling 2f> spelling> hoofdletters.