Leesvaardigheid taak 5 2E

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

BESTAL!

Boeken Etui Schrift Takenklapper Agenda Leesboek

PO PRESENTEREN - historische roman

Je hebt nu een A4 met informatie over de tijdsperiode.

Dit is je historische context (tijd, plaats, belangrijkste gebeurtenissen).

Zoek vervolgens de relatie met de tijdperiode (historische context) en je gekozen  onderwerp. 

bv. geloof in de middeleeuwen / verzet in WO II / handel in de 17e eeuw etc.

Maak dan een koppeling met je gelezen boek. Belangrijk is de uitleg/omschrijving met de hoofdpersoon t.a.v. de tijdsperiode en het onderwerp. 

Dus hoe ervaart (beleeft, merkt) de hoofdpersoon het onderwerp in die tijdsperiode? 

Geef concrete voorbeelden uit het boek! Leg ook begrippen uit (je publiek heeft geen idee).

Lees in je leesboek. 

Boek vergeten?

Lees dan een stukje fictie of gedicht

uit het leerwerkboek.

Leg je schrift/boek open op tafel, zodat ik de weektaak kan aftekenen.

Leerdoelen 4.3 Lezen

• Activerende tekst herkennen.
• Beeld en opmaak in teksten                                                                       herkennen.
• Het tekstverband middel en doel                                             herkennen.
• Het voorwaardelijk tekstverband                                       herkennen. 

Doel van de schrijver (tekstdoel)

Welke 4 tekstdoelen ken je nog?

Doel van de schrijver (tekstdoel)

1. Informeren
2. Overtuigen
3. Amuseren
4. Activeren

Activerende teksten 

• Doel is iemand overhalen iets te gaan doen.
• In zo'n tekst staat ook informatie (uitleg over een product) en tevens wat argumenten (waarom je product zo goed is).
• Tekstvormen: reclame, advertenties, folders e.d
• Kan ook oproep zijn om lid te worden of geld te geven.

Beeld en opmaak

• Beeld en opmaak: belangrijk bij activerende tekst
• Opmaak (lay-out): indeling tekst, kleur, lettertype
• Beeld: Illustraties om aandacht te trekken of om extra       informatie te geven 

Werkmoment 

• Maken van 4.3 lezen: 
• opdracht 1 (in je tafelgroep) 
• opdracht 3, 4, 6 en 10

Huiswerk maandag 27 januari

2e NE - H4.3 opdr. lezen af

Twee soorten reclame:

• commercieel
• ideëel

Soms staat er bovenaan het filmpje bij welke soort reclame het filmpje hoort. Waarom hoort het volgens jullie bij de genoemde soort reclame?

Bekijk de filmpjes

Filmpje 1

Filmpje 2