wk 12 herhalen en oefenen voor de toets

Welkom bij geschiedenis
Binnen= beginnen:
  • Ga rustig zitten op je plek
  • Telefoon in je kluisje (of tas, geluid = uit)
  • Pak alvast je laptop (laat hem dicht) en je leerboek



1 / 38
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom bij geschiedenis
Binnen= beginnen:
  • Ga rustig zitten op je plek
  • Telefoon in je kluisje (of tas, geluid = uit)
  • Pak alvast je laptop (laat hem dicht) en je leerboek



Slide 1 - Slide

Vandaag
  1. Lesdoelen (5 min)
  2. Regels tijdens dit inschrijfuur
  3. Zelfstandig werken: Keuzemenu en vragen stellen
  4. Afsluiting

Slide 2 - Slide

Regel inschrijfuur GS

  1. Je bent stil als de docent de les start, absenten opneemt, tijdens de uitleg of als een klasgenoot iets vraagt. Je zit recht achter je tafel. Wil je wat vragen? Steek dan je vinger op.
  2. Tijdens het zelfstandig werken ben je ZELF aan het werken aan de opdracht(en). Je laat zien wat je hebt gedaan. Je bent niet aan kletsen. 
  3. Heb je een vraag (over de toets?, lesstof? etc) ? Steek je vinger op. Ik loop langs. 

Consequenties (bij niet opvolgen)
  1. 1e x een waarschuwing + naam op het bord. 2e x je naam genoemd = gele kaart halen.
  2. 1e x een waarschuwing omdat je niet aan het werk bent + naam op het bord. 2e x je naam genoemd omdat je niet aan het werk bent= gele kaart halen. 









Slide 3 - Slide

Leerdoel

 Je hebt je voorbereid op de toets.

Slide 4 - Slide

Keuzemenu

  1. Test jezelf via de oefenvragen in deze LessonUp.
  2. Maak de zelftoets par. 4.10
  3. 'spiekbrief je maken voor de toets (mag niet mee...)
  4. Mindmap maken per paragraaf
  5. toets voorbereiden, maak per paragraaf: 5x W 1xH
Ik loop rond om vragen te beantwoorden, werk daarom in stilte.

timer
30:00

Slide 5 - Slide

Test jezelf hoofdstuk 4

Slide 6 - Slide

Monniken en Ridders
                   Vroege middeleeuwen   500 - 1000 n.chr  (6e t/m 10e eeuw) 
 

Slide 7 - Slide


Wat is een horige
A
Een koning
B
Een edelman
C
Een monnik
D
Een boer

Slide 8 - Quiz

Waar of niet waar?

'Horigen mogen het domein zomaar zelf verlaten'
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Waar of niet waar?

'Vrije boeren krijgen ook bescherming van een heer'
A
Niet waar
B
waar

Slide 10 - Quiz

Akkers van de landheer
Het hof
Pacht
Akkers van de horigen
Bescherming
Herendiensten

Slide 11 - Drag question

Benoem één voordeel van het hofstelsel voor de boeren en één voor de heer

Slide 12 - Open question

Waar of niet waar?

'Zelfvoorzienend zijn betekent dat je voor jezelf kan zorgen zonder anderen nodig te hebben.'
A
Niet waar
B
waar

Slide 13 - Quiz

Beschrijf in een korte tekst de landbouwsamenleving van de vroege Middeleeuwen.

Slide 14 - Open question

''Ik vind de Romeinen erg vervelend.'' Is deze uitspraak een feit of een mening?
A
Feit
B
Mening

Slide 15 - Quiz

Welk begrip hoort bij de omschrijving?

'vorst of hoge edelman die een gebied laat besturen door iemand anders'
A
Leenheer
B
Leenman
C
Vazal
D
Bisschop

Slide 16 - Quiz

Welk begrip hoort bij de omschrijving?

'Edelman die een gebied bestuurt in opdracht van iemand.'
A
Leenheer
B
Leenman
C
Vazal
D
Bisschop

Slide 17 - Quiz

Dit systeem heet het  ....
leenstelsel (feodalestelsel)
Leenman
Leenheer
Koning
Edelen

Slide 18 - Drag question

Welke drie standen waren er in de Middeleeuwen en welke taak hadden ze?

Slide 19 - Open question

De geestelijken
De edelen
De boeren

Slide 20 - Drag question

Waar of niet waar?

In de middeleeuwen kon iedereen lezen en schrijven.
A
Niet waar
B
Waar

Slide 21 - Quiz


Wat betekent monnikenwerk?
A
Werk dat weinig tijd kost
B
Werk dat heel weinig versiering heeft
C
Werk dat veel geduld en tijd kost
D
Gewoon werk.

Slide 22 - Quiz

-Wie is wat? 

Verbind de uitspraken en titel bij het juiste plaatje.
Monnik
Non
Paus
Priester

Slide 23 - Drag question


Wat is een abt?
A
De baas van een klooster
B
Non
C
De baas van een kerk
D
Missionaris

Slide 24 - Quiz


Door welke mensen werd het christendom verspreid?
A
Monniken
B
Nonnen
C
Priesters
D
Missionarissen

Slide 25 - Quiz

Waarom waren kloosters belangrijk voor de verspreiding van het Christendom?

Slide 26 - Open question

Geef twee voorbeelden van missionarissen en leg uit in hoeverre zij succesvol waren
(of het gelukt is wat ze wilde doen)

Slide 27 - Open question

Waarom wordt Karel de Grote ook wel vader van Europa genoemd ?

Slide 28 - Open question

Is deze bron betrouwbaar als je wil weten hoe Karel de Grote eruitzag? Leg je antwoord uit

Slide 29 - Open question


Hoe verspreidde Karel de Grote het christendom in Europa?
A
Oorlog voeren, kloosters bouwen en missionarissen sturen
B
Kloosters bouwen, geen oorlog voeren en geloof verplicht maken
C
Missionarissen sturen naar christelijke gebieden en kloosters bouwen
D
Door afspraken te maken met andere koningen om Christen te worden

Slide 30 - Quiz


Geef een voordeel en een nadeel van het leenstelsel (feodalisme)

Slide 31 - Open question

Welk begrip past het beste bij de omschrijving?

'Een monotheïstische godsdienst waarbij Mohammed de profeet is'

A
Het Christendom
B
De Islam
C
Het Jodendom
D
Hindoeïsme

Slide 32 - Quiz


Het boek waarin de verhalen van Mohammed in staan heet?
A
Torah
B
Bijbel
C
Koran
D
De tien geboden

Slide 33 - Quiz


Wie was Mohammed
A
Een handelaar uit Mekka
B
Een visser uit Bethlehem
C
De profeet van God
D
Een Timmerman uit Mekka

Slide 34 - Quiz


Wat zijn de vijf zuilen van de Islam?

Slide 35 - Open question


Hoe verspreidde de Islam over de Arabische wereld?

Slide 36 - Open question

Ik ben helemaal klaar voor de summatieve toets!
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Poll

Einde toets
Kies nu uit het keuze-menu een andere opdracht om te doen.

Slide 38 - Slide