Rous 5.1 t/m 5.5

Welkom
4 HAVO ECONOMIE  ||  2021-2022
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
4 HAVO ECONOMIE  ||  2021-2022

Slide 1 - Slide

Programma
  • Vorige les
  • Lesdoelen
  • Theorie
  • Aan de slag
  • Evaluatie

Slide 2 - Slide

Wat is een voorbeeld van baancreatie?

A
Bestuurder van een drone
B
Zelf scannen bij de supermarkt
C
Onbemand tankstation
D
Zelf rijdende taxi

Slide 3 - Quiz

In een periode van laagconjunctuur is het saldo van baancreatie en baanvernietiging negatief.


A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quiz

Met welk contract heb je GEEN flexibele baan?
A
Oproepcontract/ 0-urencontract
B
Vast contract
C
Uitzendbaan contact
D
Tijdelijk contract

Slide 5 - Quiz

Een soepel ontslagrecht betekent dat de procedure om mensen te ontslaan.....

A
gemakkelijker wordt
B
moeilijker wordt

Slide 6 - Quiz

Lesdoelen
Aan het einde van de les
  • Kun je het werkloosheidspercentage berekenen. 
  • Uitleggen hoe een soepel ontslagrecht doorwerkt in kansen om ontslagen te worden en kansen om aangenomen te worden. 
  • Uitleggen dat de hoogte van werkloosheid op een bepaald moment niets zegt over de duur of het totale aantal mensen dat werkloos is geweest. 

Slide 7 - Slide

Uit welke groepen mensen van de bevolking bestaat de beroepsbevolking?

Slide 8 - Open question

Werkloosheidspercentage
Aantal werklozen : beroepsbevolking x 100%

Welke basisformule herken je?

Slide 9 - Slide

Hoe hoog is het werkloosheidspercentage in dit land?
A
4,9 %
B
4,7 %
C
3,5%
D
3,4%

Slide 10 - Quiz

Hoe wordt werkloosheid gemeten?
Aantal werklozen tellen via enquêtes. 
Werkloos als je tussen de 15 en 75 jaar bent en minder dan 1 uur per week werkt, actief op zoek bent naar betaald werk voor 1 uur of meer en beschikbaar bent. 

Ingeschreven bij UWV-WERKbedrijf --> uitkering (afhankelijk van arbeidsverleden)


Slide 11 - Slide

Stel het aantal werklozen ligt op 700.000. Wat zegt dit dan?
A
Elke maand zijn er 700.000 andere mensen werkloos
B
700.000 mensen blijven een heel jaar werkloos.
C
700.000 mensen zijn werkloos.

Slide 12 - Quiz

Wel of geen doorstroom
Wat is de kans om werkloos te worden?
Wat is de kans om vervolgens weer een baan te vinden?

Slide 13 - Slide

Aan de slag
Maken H5.1 t/m 5.5
Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen
Klaar? Nakijken
Niet af? Huiswerk!


Slide 14 - Slide