H3B 5-2-21

vendredi cinq février
1 herhalen persoonlijk voornaamwoord met nadruk
2 herhalen meest voorkomende ww 1 t/m 7
3 bespreken Schrijfopdracht Nathalie
4 lezen ch 10 
5 maken vragen ch 10 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

vendredi cinq février
1 herhalen persoonlijk voornaamwoord met nadruk
2 herhalen meest voorkomende ww 1 t/m 7
3 bespreken Schrijfopdracht Nathalie
4 lezen ch 10 
5 maken vragen ch 10 

Slide 1 - Slide

1. Herhaling persoonlijk voornaamwoord met nadruk


Beantwoord de komende vragen.

Slide 2 - Slide

welke persoonlijk voornaamwoord met nadruk hoort bij "tu"

Slide 3 - Open question

welke persoonlijk voornaamwoord met nadruk hoort bij "ils"
A
lui
B
elle
C
eux
D
elles

Slide 4 - Quiz

welke persoonlijk voornaamwoord met nadruk betekent hij/hem?

Slide 5 - Open question

Wanneer gebruik je een persoonlijk voornaamwoord met nadruk?
A
na een voorzetsel
B
als het onderwerp de nadruk krijgt
C
wanneer er geen werkwoord in de zin staat
D
na c'est/ce sont

Slide 6 - Quiz

2. herhalen ww 1 t/m 7 (periode 2)


Beantwoord de volgende vragen

Slide 7 - Slide

trouver =
A
geven
B
vinden
C
doorbrengen
D
vertrouwen

Slide 8 - Quiz

jij hebt gevraagd =

Slide 9 - Open question

zetten/leggen/aandoen =

Slide 10 - Open question

wij brachten door =

Slide 11 - Open question

3. Bespreken schrijfopdracht Nathalie

Slide 12 - Slide

4. Chapitre 10 Le vol
Samen lezen + daarna maken
Noteer het huiswerk in je agenda.

De rest van deze les werk je verder aan het maakwerk of leerwerk voor morgen.

Slide 13 - Slide