What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Klas 2 Toetsstof PW Kap. 5 Na Klar
Klas 2 oefenen voor proefwerk Kapitel 5
1 / 27
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
This lesson contains
27 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Klas 2 oefenen voor proefwerk Kapitel 5
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Verben
wissen wollen müssen
Slide 3 - Slide
Ich
Du
er/ sie/ es
wir
Ihr
Sie / sie (2)
wissen
wisst
weißt
weiß
wissen
weiß
Slide 4 - Drag question
Er (wollen) ......... nicht mitkommen?
A
will
B
willt
C
wollt
D
wollen
Slide 5 - Quiz
(Müssen) .......... ihr jetzt nach Hause?
A
Müsst
B
Müssen
C
Müsse
D
Mussen
Slide 6 - Quiz
(Wissen)
..................du die Antwort?
A
wisst
B
wissen
C
weißt
D
weiß
Slide 7 - Quiz
Meine Schwester ........ (müssen) morgen arbeiten.
A
müss
B
muss
C
müsst
D
musst
Slide 8 - Quiz
Verben
haben und sein
Slide 9 - Slide
Herr Horjus, .......... (heeft) Sie ein Haustier?
A
habe
B
hat
C
hast
D
haben
Slide 10 - Quiz
Wer ....... (ben) du?
A
bin
B
bist
C
ist
D
sein
Slide 11 - Quiz
Es ...... (is) 14 Uhr.
A
bin
B
bist
C
ist
D
sind
Slide 12 - Quiz
Ich ..... (heb) eine Stunde Zeit für dich.
A
habe
B
hast
C
hat
D
habt
Slide 13 - Quiz
Voorzetsels met 4e naamval
durch für ohne um gegen
Slide 14 - Slide
durch
für
gegen
ohne
um
door
voor
tegen
zonder
om
Slide 15 - Drag question
Wir haben nichts gegen ...... (jou)
A
du
B
dich
C
sie
D
ihn
Slide 16 - Quiz
Es geht hier um ....... (ons)
A
ihr
B
wir
C
euch
D
uns
Slide 17 - Quiz
Am Samstag spiele ich gegen ........ (hem)
A
ihn
B
ihr
C
sie
D
er
Slide 18 - Quiz
Ich spiele nicht ohne ....... (jullie)
A
uns
B
ihr
C
euch
D
sie
Slide 19 - Quiz
Voltooid deelwoord
met stam op -d of -t
Slide 20 - Slide
Habt ihr gestern im Meer ........... (baden)? Schrijf het voltooid deelwoord op.
Slide 21 - Open question
Ich habe lange auf meine Freundin .............. (warten). Schrijf het voltooid deelwoord op.
Slide 22 - Open question
Zinsontleding
1e naamval = onderwerp = HIJ
4e naamval = lijdend voorwerp = HEM
Slide 23 - Slide
Lara möchte jeden Tag Cola trinken. Cola staat in de .................
A
1e naamval
B
4e naamval
Slide 24 - Quiz
In der Schule esse ich Brot und Obst.
Brot und Obst staat in de .............
A
1e naamval
B
4e naamval
Slide 25 - Quiz
Kaffee mag ich nicht. Ich staat in de .......
A
1e naamval
B
4e naamval
Slide 26 - Quiz
Slide 27 - Slide
More lessons like this
Klas 2 herhaling Kapitel 5 voorzetsels en müssen wissen wollen
January 2022
- Lesson with
37 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
voorzetsels 4e nv + pers. vnw oefenen
September 2022
- Lesson with
27 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
voorzetsels 4e nv + pers. vnw oefenen
March 2024
- Lesson with
20 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Klas 2 herhaling Kapitel 5 voorzetsels en müssen wissen wollen
February 2024
- Lesson with
45 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Voorzetsels 4e nv + pers. vnw oefenen
April 2024
- Lesson with
11 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Persoonlijk voornaamwoord 4e naamval (zinnen) herh.
March 2022
- Lesson with
10 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Persoonlijke vnw met voorzetsels 4e naamval
August 2023
- Lesson with
15 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Persoonlijk en vragend voornaamwoord in de vierde naamval
May 2021
- Lesson with
23 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2