Turf, Steenkool en Stoommachines

Turf, steenkool en stoommachines
Deze les leren hoe we hoe het tekort aan brandhout werd opgelost in Nederland.
In Groot-Brittannië was er een andere oplossing. We zullen zien dat dit leidt tot een uitvinding die de wereld op zijn kop zou zetten.
De les gaat over  blz. 22 t/m 25 
(kader tekstboek blz. 59/60)
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Turf, steenkool en stoommachines
Deze les leren hoe we hoe het tekort aan brandhout werd opgelost in Nederland.
In Groot-Brittannië was er een andere oplossing. We zullen zien dat dit leidt tot een uitvinding die de wereld op zijn kop zou zetten.
De les gaat over  blz. 22 t/m 25 
(kader tekstboek blz. 59/60)

Slide 1 - Slide

hoe zat het ook al weer
rond het jaar 1000 was Europa bedekt met bos
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quiz

rond 1500 stond er een boete op het los laten lopen van een koe in het bos
A
dit klopt
B
dit klopt niet

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Slide

Na 1500 gebruikte men turf als brandstof. Turf wordt gewonnen uit veen. Hout werd te duur om als brandstof te gebruiken. Men noemde turf "het bruine goud". In West-Nederland lag het veen laag. In Oost-Nederland lag het veen hoger. Waar het veen verdween veranderde het landschap. In West-Nederland ontstonden plassen, in Oost-Nederland kwam zandgrond tevoorschijn.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Slide 8 - Slide

Steenkool
In Engeland gebruikte men steenkool als brandstof toen hout te duur werd.
Nadeel: veel luchtvervuiling.
Steenkool zit diep in de grond.
Er werden mijnen gegraven om steenkool uit de grond te halen.
Mijn = een plaats waar vaste, natuurlijke hulpbronnen worden gewonnen.


Slide 9 - Slide

Steenkool zit diep in de grond. Hoe meer kool er nodig was hoe dieper men moest graven. In de diepere gangen lag grondwater, dit werd met emmertjes uit de mijn geschept. in 1712 vond Thomas Newcomen machine uit  die het water uit de mijn kon pompen. De machine werkte op stoom. Nadeel was dat deze machine zelf ook weer op steenkool werkte.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

1764: De stoompomp door James Watt verbeterd  
De stoommachine van James Watt kon andere machines aandrijven.
Er kwamen fabrieken waar veel producten tegelijk gemaakt konden worden.
Ambachtslieden verloren hun inkomsten en trokken naar de gebieden waar wel werk was. Rond de fabrieken ontstonden steden.
Binnen korte tijd veranderde de samenleving. 
Industriële Revolutie: verandering van handmatige
productie naar machinale productie in fabrieken. 
                                       

1760 Industriële Revolutie in Engeland - 1850 Industriële Revolutie in Nederland.

Slide 12 - Slide

West Nederland
Oost Nederland
Laagveen
emmer aan lange stok
kanalen graven dan blokken steken
Er blijven plassen over
akkerland
Zandgrond
Hoogveen
Koeien

Slide 13 - Drag question

Welke bewering is waar?
A
de bovenste veenlaag, de bolster, is erg goed bruikbaar als brandstof
B
Veen bestaat uit resten van planten
C
Zowel ongedroogd als gedroogd veen kun je gebruiken als brandstof
D
turf kon in heel Nederland in de grond aangetroffen worden

Slide 14 - Quiz

Oven

Hier komt de stoom in

De stoom duwt dit onderdeel omhoog

Dit onderdeel beweegt op en neer. Zo wordt grondwater opgepompt

Slide 15 - Drag question

Waar kon de stoommachine in ons land ook goed voor gebruikt worden?

Slide 16 - Open question

Zelf aan het werk
leer: begrippen blok 1 en 2

basis: lees de blauwe leerstukjes blz. 22 t/m 25
              maak blz. 22 t/m 26 opdr. 7, 8, 9, 11, 13, 14, 16
kader: lees blz. 59/60 
               maak blz. 22/24 opdr. 7, 8, 10, 11, 13, 14 

Slide 17 - Slide

ik weet nu dat in het westen van ons land veel plassen ontstaan zijn door de turfwinning
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Ik weet nu dat de stoommachine is uitgevonden om meer steenkool uit de mijnen te kunnen halen
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

50 na Christus
1712
1764
Heron
Newcomen
Watt

Slide 20 - Drag question