This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Chap. 5 'Au Resto'
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
1. Ik ken woorden die met eten en drinken te maken hebben.
2. Ik kan een tekst over eten en drinken begrijpen.
3. Ik kan een gesprek over een etentje begrijpen
4. Ik kan in het Frans iets bestellen en ik kan een menu samenstellen.
Slide 3 - Slide
Vocabulaire
In de volgende 2 slides (slide 5 en 6) kom je (bij het thema ´ Au resto') woorden tegen die je nodig hebt om in een restaurant in Frankrijk iets te kunnen bestellen.
Slide 4 - Slide
déjeuner
le déjeuner
le petit déjeuner
manger / boire
la boisson
als drankje
commander
je voudrais
le repas
l'entrée
le plat (du jour)
(à) midi
j'ai faim / soif
lunchen
de lunch
het ontbijt
eten / drinken
het drankje
comme boisson
bestellen
ik wil graag
de maaltijd
het voorgerecht
het gerecht / de daghap
(om) 12.00 uur 's middags
ik heb honger / dorst
Slide 5 - Slide
les épices
chaque
le goût
comme
le yaourt
le pain
la viande
tout le monde
fameux
d'abord
vervolgens/ daarna
de kruiden
ieder(e)
de smaak
zoals
de Yoghurt
het brood
het vlees
iedereen
bekend / berucht
ten eerste
ensuite
Slide 6 - Slide
Exercice: markeer de woorden die te maken hebben met eten en drinken/ werkwoorden die je hiervoor nodig hebt (bron ABEF wb blz. 38 & 39)
Slide 7 - Slide
Les phrases (bron C en G wb blz. 40)
Leer de volgende zinnen goed!
Slide 8 - Slide
1 Wat wil je drinken?
2 Wat neem jij?
3 Wat is het dagmenu?
4 Neem je ook een toetje?
5 Zullen we bestellen?
6 Mag ik mayonnaise etc.?
7 Heeft u nog brood?
8 Zitten er noten in dit gerecht?
1 Ik wil graag een glas water
2 Ik neem het dagmenu/ vlees .
3 Dat is kip met olijven
4 Ik weet het (nog) niet
5 Ja, ik heb honger
6 Ja, je mag mayonnaise
7 Nee, helaas
8 Nee, er zitten geen noten in
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Bron B ex. 9
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Aan de slag
Slide 17 - Slide
Nabespreking
Slide 18 - Slide
Begrippen uit deze les
Slide 19 - Slide
Begrippen uit deze les
Slide 20 - Slide
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd
Slide 21 - Open question
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen