Aufgabe 35, blz. 106:
Lees alle zinnen. De onderstreepte woorden moeten gehusseld worden. Welke moet waar komen te staan?
Aufgabe 36, blz. 106:
Je wil je vriendin een e-mail sturen over een tv-programma.
Lees de zinnen uit de Schreibecke I (blz. 113, onderste paarse kader) en vul ze op de juiste lege plekken in.