Woche 44
H2 Duits, week 44
1 / 26
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
This lesson contains 26 slides, with text slides and 1 video.
Items in this lesson
H2 Duits, week 44
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Beginopdracht
Telefoon in de telefoontas
Op je plek gaan zitten
& leer 5 minuten in stilte voor je blaadje!(Eerste helft woordenlijst A, blz. 106)
Slide 3 - Slide
Beginopdracht
Vertaal de woordjes op je blaadje.
Klaar?
Blaadje op de
hoek van je
tafel & kijk de
woordjes van B
door (blz. 106)
A
B
de kaas
de ham
de melk
de sinaasappelsap
het avondeten
het brood
de appel
de boter
het broodje
de honing
Slide 4 - Slide
Diese Woche (H2c):
Donnerstag (40 Min.)
Beginopdracht
Check Hausaufgaben
Aussprache:
Aufgabe 11
An die Arbeit: Aufgabe 5
Hausaufgaben
Freitag (80 Min.)
Beginopdracht: Aufgabe 6
Check Hausaufgaben
Speisekarte
Hausaufgaben
Montag (40 Min.)
Beginopdracht: Woordjes A
Woordjes B bespreken
Video: Halloween
Hausaufgaben
Slide 5 - Slide
Diese Woche (H2d):
Donnerstag (40 Min.)
Beginopdracht
Aussprache:
Aufgabe 11
An die Arbeit: Aufgabe 5
Hausaufgaben
Freitag (40 Min.)
Beginopdracht: Aufgabe 6
Check Hausaufgaben
Speisekarte
Hausaufgaben
Montag (80 Min.)
Beginopdracht: Woordjes A
Woordjes B bespreken
Check Hausaufgaben
Video: Halloween
Hausaufgaben
Slide 6 - Slide
Check Hausaufgaben
Aufgabe 9, S. 85
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Slide 7 - Slide
Check Hausaufgaben
Aufgabe 10, S. 85
1. 323 =
2. 3120 =
3. 175 =
4. 2728 =
5. 1006 =
6. 250 =
7. 540 =
8. 226 =
Slide 8 - Slide
Video: Halloween
Kijk naar de video en beantwoord de vragen op het Arbeitsblatt.
Eerste keer luisteren = oefening a (ontbrekende woorden invullen)
Tweede keer luisteren = oefening b (woorden vertalen)
Derde keer luisteren = oefening c (vragen over de inhoud)
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Hausaufgaben für Donnerstag
- Maken:
Woordjes B, eerste helft, "der Fisch" t/m "das Messer" (S. 106)
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Beginopdracht
Schrijf in elke zin 1 woord uit woordenlijst B:
1. Um Suppe zu essen, braucht man einen ___________________.
2. Als Vegetarier isst man keinen Fisch und kein ___________________.
3. Pommes Frites werden von ___________________ gemacht.
4. Brokkoli, Paprika und Karotten sind ___________________.
5. Wenn du Geburtstag hast, darfst du ___________________ essen.
Slide 13 - Slide
Diese Woche (H2c):
Donnerstag (40 Min.)
Beginopdracht
Check Hausaufgaben
Aussprache:
Aufgabe 11
An die Arbeit: Aufgabe 5
Hausaufgaben
Freitag (80 Min.)
Beginopdracht: Aufgabe 6
Check Hausaufgaben
Speisekarte
Hausaufgaben
Montag (40 Min.)
Beginopdracht: Woordjes A
Woordjes B bespreken
Video: Halloween
Hausaufgaben
Slide 14 - Slide
Diese Woche (H2d):
Donnerstag (40 Min.)
Beginopdracht
Aussprache:
Aufgabe 11
An die Arbeit: Aufgabe 5
Hausaufgaben
Freitag (40 Min.)
Beginopdracht: Aufgabe 6
Check Hausaufgaben
Speisekarte
Hausaufgaben
Montag (80 Min.)
Beginopdracht: Woordjes A
Woordjes B bespreken
Check Hausaufgaben
Video: Halloween
Hausaufgaben
Slide 15 - Slide
Aussprache
Aufgabe 11, blz. 86
Slide 16 - Slide
An die Arbeit
Lesen
Aufgabe 5, blz. 82-83
Opdracht A: welke Duitse gerechten ken jij al? Schrijf ze op.
Opdracht B: lees de tekst en kruis aan of de bewerking
richtig of falsch zijn.
Slide 17 - Slide
Hausaufgaben für Freitag
- Maken:
Aufgabe 5, blz. 82-83
Woordjes B, eerste helft, "das Obst" t/m "noch" (S. 106)
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Beginopdracht
Vertaal als eerst de 11 gevraagde woorden in het Duits. Je mag spieken in woordenlijst A & B en in de leestekst (blz. 82-83).
Onderaan schrijf je de "Lösung" (= oplossing). Welk woord verschijnt er in de blauwe vakjes? Hint: Het is een ander woord voor lecker.
Slide 20 - Slide
Beginopdracht
De antwoorden:
1.
7.
2.
8.
3.
9.
4.
10.
5.
11.
6.
Lösung =
Slide 21 - Slide
Diese Woche (H2c):
Donnerstag (40 Min.)
Beginopdracht
Check Hausaufgaben
Aussprache:
Aufgabe 11
An die Arbeit: Aufgabe 5
Hausaufgaben
Freitag (80 Min.)
Beginopdracht: Aufgabe 6
Check Hausaufgaben
Speisekarte
Hausaufgaben
Montag (40 Min.)
Beginopdracht: Woordjes A
Woordjes B bespreken
Video: Halloween
Hausaufgaben
Slide 22 - Slide
Diese Woche (H2d):
Donnerstag (40 Min.)
Beginopdracht
Aussprache:
Aufgabe 11
An die Arbeit: Aufgabe 5
Hausaufgaben
Freitag (40 Min.)
Beginopdracht: Aufgabe 6
Check Hausaufgaben
Speisekarte
Hausaufgaben
Montag (80 Min.)
Beginopdracht: Woordjes A
Woordjes B bespreken
Check Hausaufgaben
Video: Halloween
Hausaufgaben
Slide 23 - Slide
Aufgabe 5: Antworten
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Slide 24 - Slide
An die Arbeit
Werk in je tweetal verder aan de Speisekarte (de opdracht staat op Teams).
Je mag Google gebruiken. Ook kun je natuurlijk dingen aan mij vragen.
Je mag Google gebruiken. Ook kun je natuurlijk dingen aan mij vragen.
Maandag moet elk duo de Speisekarte inleveren!
Slide 25 - Slide
Hausaufgaben für Montag
- Maken:
Inleveren Speisekarte (elk duo levert 1 kaart in).
Herhalen woordjes B, beide helften (S. 106)
