Thema 7.1 + 7.2 bloemen / bestuiving

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Thema 7; start

Doel: Je leert de bouw en de functie van bloemen.
 Je leert hoe bestuiving in zijn werk gaat

Basisstof 1 en 2

Bouw en functie van bloemen;
Wat weet je al?

De bouw van bloemen

De meeste bloemen hebben ongeveer dezelfde bouw. Bloemen kunnen er wel heel verschillend uitzien. 

Een bloem staat op een bloemsteel. 

De bloembodem bestaat uit de bloemkelk met kelkbladeren.

De bloemkroon bestaat uit kroonbladeren.

Bloemkroon

- Deze is bij veel bloemen opvallend gekleurd.

Waarom is dit denk je???

Meeldraden

- Zijn de mannelijke voortplantinsorganen van de plant.

- Bestaan uit: helmdraad en helmknop.

- De helmknop bestaat uit helmhokjes in de helmhokjes ontstaat stuifmeel. Stuifmeel bestaat uit stuifmeelkorrels (manneljke geslachtscellen)

Stampers

- Vrouwelijke voortplantingsorganen van de plan.

- Sommige planten hebben 1 stamper, anderen hebben er meerdere.

- Bestaat uit een stempel, stijl en vruchtbeginsel.

- In het vruchtbeginsel bevinden zich 1 of meerdere zaadbeginsels.

- In een zaadbeginsel ontstaat één eicel (vrouwelijke geslachtcel). In iedere eicel zit een kern.

Waaruit bestaat een bloemkroon?

1. Meeldraden
2. stuifmeelkorrels
3. kroonbladeren
4. nectar

Waarom zijn kroonbladeren groot en opvallend?

1. Dat is mooi om te zien
2. Dan trappen de mensen er minder snel op
3. Dat heeft geen reden
4. Voor het aanlokken van insecten

Hoe heten de mannelijke voortplantingsorganen?

1. meeldraden
2. helmhokje
3. helmknop
4. stuifmeel

Hoe heten de vrouwelijke voortplantingsorganen?

1. zaadbeginsel
2. stampers
3. vruchtbegingsels
4. eicel

Bestuiving

- Overbrengen van de stuifmeel van een meeldraad op de stempel van een stamper.

- Dit kan alleen als de stuifmeel op de stempel komt van DEZELFDE bloem.

- 2 soorten bestuiving: via insecten of via de wind

Insectenbloemen:

- Waar insecten zorgen voor de bestuiving.

- Hebben grote, opvallende bladeren.

Windbloemen:

- Waarbij de wind zorgt voor bestuiving.

- Vaak klein en onopvallend gekleurd.

 Maakwerk:

Basisstof 1:  opdracht 3, 4, 5, 6 en 7
Basisstof 2: opdracht 9, 11, 12

Tot slot:

Belangrijke begrippen die je deze les geleerd hebt en moet kennen voor je toets: bloemkelk, kelkbladeren, bloemkroon, kroonbladeren, meeldraden, stampers, bestuiving, insectenbloemen, windbloemen

Volgende les:

7.3 + 7.4; bevruchting van een bloem