Instructie uiteenzetting

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Schrijfopdracht leerjaar 2: Uiteenzetting

Dinsdag 1e uur: Start bouwplan
Dinsdag 2e uur: Schrijf eerste versie

Donderdag 1e uur: Beoordeel elkaars werk

Donderdag 2e uur: Herschrijven en nette versie inleveren voor een cijfer (weging: 2x in periode 1)

Wat is een uiteenzetting?

Net als iedere tekst is een uiteenzetting opgebouwd uit een inleiding, middenstuk en slot.

Welke informatie waar wordt gegeven hangt af van de gekozen tekststructuur. Bij een vraag-antwoordstructuur wordt bijvoorbeeld de vraag in de inleiding gesteld, vindt de beantwoording plaats in het middenstuk en wordt in het slot een samenvatting of conclusie gegeven.

Let op: het geven of laten doorschemeren van een mening komt in een uiteenzetting nooit voor.

Fases bij het schrijven van een tekst

1. Voorbereiden
2. Schrijven
3. Feedback geven en ontvangen
4. Herschrijven
   

Fase 1: voorbereiden

1. Wat is de opdracht?

2. Voor welk publiek is de tekst bedoeld?

3. Welke tekststructuur past bij mijn onderwerp?

4. Verzamel, selecteer en orden de informatie die je wilt gebruiken in je tekst.

5. Maak het schrijfplan.

Fase 2: schrijven

• Schrijf de eerste versie op basis van je schrijfplan.
• Kijk goed naar de opdracht: heb je alle verplichte onderdelen in je tekst verwerkt?
• Kijk goed naar het beoordelingsexemplaar: je weet nu wat de criteria zijn en waar de docent je uiteindelijk op gaat beoordelen.
  

Fase 3: Feedback geven en ontvangen

Je beoordeelt twee schrijfproducten van klasgenoten.
Gebruik hiervoor het beoordelingsformulier uiteenzetting LEERLINGEXEMPLAAR

Klaar? Bekijk en bespreek de feedback.

Fase 4: herschrijven

Met behulp van de feedback van jouw klasgenoten kun je nu aan de slag met je definitieve versie van je uiteenzetting.

Herschrijf nu de nieuwe versie op je IPad in Word en lever dit in via Itslearning (het kopje 'uiteenzetting' vind je onder 'Opdrachten'). Controleer goed of je jouw schrijfproduct met zoveel mogelijk 'v' en 'g' kan beoordelen (zie beoordelingsformulier)!

Klaar? Pak je leesboek en ga lezen.

Welke woorden die wij nu niet meer gebruiken heb je gehoord?