Oranje is er klaar voor!

EK, waar staat de afkorting voor
A
Europa League
B
Europees Kampioenschap
C
Wereld kampioenschap
D
Bekerfinale
1 / 12
next
Slide 1: Quiz
BurgerschapskundeBasisschoolGroep 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

EK, waar staat de afkorting voor
A
Europa League
B
Europees Kampioenschap
C
Wereld kampioenschap
D
Bekerfinale

Slide 1 - Quiz

Lees de inleiding van de tekst.
Waar is Oranje klaar voor?

Slide 2 - Open question

Wanneer begint het Ek
A
14 juli
B
14 juni
C
4 juni
D
18 december

Slide 3 - Quiz

Lees de inleiding
Wanneer wordt de finale gespeeld?

Slide 4 - Open question

lees de eerste alinea: Wie nemen deel?
Hoeveel landen doe mee aan het ek?

Slide 5 - Open question

In welke poule speelt Nederland
A
Poule A
B
Poule B
C
Poule C
D
Poule D

Slide 6 - Quiz

Lees het stukje Tien stadions.

Waarom is de finale de belangrijkste wedstrijd?


A
Bij de finale zitten de meeste mensen op de tribunes.
B
De winnaar van die finale is de kampioen van Europa.
C
De finale wordt in het mooiste stadion van Duitsland gehouden.

Slide 7 - Quiz

In hoeveel steden wordt het EK gespeeld?
A
12 Steden
B
11 Steden
C
18 Steden
D
10 Steden

Slide 8 - Quiz

lees de alinea: De spelers van oranje
Hoelang geleden won oranje het EK?

Slide 9 - Open question

In regel 33 en 34 staat:
Het wordt hoe dan ook een groot feest!
Wat wordt hiermee bedoeld?
A
Alleen als de spelers van Oranje de finale winnen, wordt het een groot feest.
B
Misschien als de spelers van Oranje in Duitsland spelen, wordt het een groot feest.
C
Zelfs als de spelers van Oranje niet heel goed spelen, wordt het toch een groot feest.

Slide 10 - Quiz

Welk land gaat volgens veel mensen winnen?
A
Frankrijk
B
Duitsland
C
Portugal
D
Denemarken

Slide 11 - Quiz

Wie gaat volgens jouw het EK winnen?

Slide 12 - Open question