This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Waarom komen mensen naar de EU toe?
Slide 4 - Mind map
Waarom willen mensen de EU verlaten
Slide 5 - Mind map
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
I. Kennismigranten hebben vaak een hoge opleiding. II. Een politieke vluchteling is een migrant.
A
I is juist, II is onjuist.
B
I is onjuist, II is juist.
C
I en II zijn beide juist.
D
I en II zijn beide onjuist.
Slide 9 - Quiz
I. De meest illegalen komen naar Nederland als arbeidsmigranten. II. Kennismigranten uit landen buiten de EU mogen Nederland in als zij een beroep hebben waaraan in Nederland behoefte is.
A
I is juist, II is onjuist
B
I is onjuist, II is juist
C
I en II zijn beide juist
D
I en II zijn beide onjuist
Slide 10 - Quiz
Tegenwoordig komen er veel arbeidsmigranten uit...
A
Noord-Europa
B
Oost-Europa
C
Zuid-Europa
D
West-Europa
Slide 11 - Quiz
Welke uitspraak over arbeidsmigranten is waar?
A
De eerste arbeidsmigranten kwamen allemaal uit Marokko
B
Veel arbeidsmigranten kwamen uit voormalige koloniën.
C
In de jaren ’60 en ’70 kwamen veel arbeidsmigranten
D
Turkse arbeiders gingen na enkele jaren terug naar hun familie.
Slide 12 - Quiz
Arbeidsmigranten binnen de EU
A
Mogen zonder voorwaarden komen
B
Mogen Nederland in, onder voorwaarden
C
Mogen Nederland niet in
Slide 13 - Quiz
Kennismigranten van buiten de EU
A
Mogen zonder voorwaarden komen
B
Mogen Nederland in, onder voorwaarden
C
Mogen Nederland niet in
Slide 14 - Quiz
Hoe noem je vertrekredenen ook wel?
A
Pull-factoren
B
Push-factoren
C
Verhuis-factoren
Slide 15 - Quiz
•Vertrekredenen:
A
armoede en werkloosheid
B
discriminatie
en werk
C
godsdienst en veilig leven
D
werk en goede opleidingen
Slide 16 - Quiz
vestigingsredenen:
A
armoede en werkloosheid
B
discriminatie
en werk
C
godsdienst en veilig leven
D
werkeloosheid en goede opleidingen
Slide 17 - Quiz
Wat was je niet duidelijk en zou je graag meer uitleg over krijgen?