Zorg en Welzijn woensdag 12 februari

Zorg en Welzijn woensdag 12 februari
Herhalen woorden boekje 1: De hoteldienst
Werken aan boekje 2: Dag- en weekmenu's
Begrippen lesbrief 2 lezen en leren
Lees tekstbron: 17, 18, 19, 20, 11, 21, 
Stappenplan garneertechnieken
1 / 31
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Zorg en Welzijn woensdag 12 februari
Herhalen woorden boekje 1: De hoteldienst
Werken aan boekje 2: Dag- en weekmenu's
Begrippen lesbrief 2 lezen en leren
Lees tekstbron: 17, 18, 19, 20, 11, 21, 
Stappenplan garneertechnieken

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Mens en gezondheid
Afgerond: boekje 1 De hoteldienst 
Onder andere over:
klantvriendelijkheid, profit en non-profit, over facilitaire dienst, hygiënisch werken en handen wassen, bereidingstechnieken zoals koken en bakken, een roux maken en op een andere manier binden, meten en wegen, TGT en THT, voedselinfectie en voedselvergiftiging....

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Je hebt gewerkt aan lesbrief 2: Dag- en weekmenu's
Je hebt de begrippen van lesbrief 2 geleerd
Je weet wat de termen diabetes, energiebeperkt en welvaartsziekten betekenen




Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Diabetes is....
A
Een ander woord voor overgewicht. Je hebt dat te weinig spieren en teveel vetmassa
B
Ook wel suikerziekte genoemd. Lichaam maakt dan TE VEEL insuline aan.
C
Een orgaan dat insuline aanmaakt. Het heet ook wel de alvleesklier
D
Wordt ook wel suikerziekte genoemd. Lichaam maakt te weinig of geen insuline aan.

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Diabetes kan een gevolg zijn van overgewicht. Hoe wordt diabetes ook wel genoemd?
A
stofwisselingsziekte
B
suikerziekte
C
glucoseziekte
D
hart- en vaatziekte

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Hoe kan je diabetes type 2 (ouderdom diabetes) verhelpen?
A
Niet
B
Meer rauwkost eten
C
Afvallen en bewegen
D
Geen suikers eten

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Energiebeperkt dieet
Wat kan je beter NIET eten met een energiebeperkt dieet ?
A
Kaas
B
Groente
C
Fruit
D
een schaaltje yoghurt met muesli

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer kan een energiebeperkt dieet nodig zijn
A
Iemand allergie voor noten heeft
B
Iemand met een reumatische aandoening
C
Iemand met een te hoge BMI
D
Iemand met een te laag lichaamsgewicht

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Welk nagerecht is geschikt voor iemand met een energiebeperkt dieet?
A
chipolatapudding= een toetje/dessert
B
chocolademousse= een toetje/dessert
C
fruitsalade
D
een flensje met aardbeien

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Energiebeperkt dieet
Wat kan je beter niet eten met een energiebeperkt dieet ?
A
Wit brood
B
Groente
C
Fruit
D
Bruin brood

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Hoe zijn welvaartsziekten ontstaan?
A
Doordat er steeds meer medicijnen zijn ontwikkeld
B
Doordat de leefstijl van mensen is veranderd door meer overvloed
C
Doordat kinderen minder zijn gaan buitenspelen
D
Doordat er meer welzijn in Nederland is gekomen.

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen welvaartsziekte?
A
diabetes
B
kanker
C
obesitas
D
corona

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van een welvaartsziekte?
A
Dementie
B
Hart- en vaatziekte.
C
HIV
D
Reuma

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat is cholesterol?
A
Een koolhydraat in het bloed
B
Een soort spier in het hart
C
Een eiwit in het bloed
D
Een vetachtige stof in het bloed

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

verzadigd
onverzadigd
Wat voor soort vet zit er voornamelijk in ? 

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

Onverzadigde vetten
Verzadigde vetten
Roomboter
Koekjes
Vette vlees
Volle melk producten
Halvarine
Vette vis
Noten
Alle soorten olie

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

omega 3 en omega 6 → essentiele vetzuren bestaan uit:
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Een baby wordt geboren met zo'n 350 botten, volwassenen hebben ongeveer 206 botten. 
In welk voedingsmiddel zitten verborgen vetten?
A
Noten
B
Olie
C
Margarine
D
Ham met een witte rand

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

timer
1:00
Mastiek & mise-en-place

Slide 21 - Mind map

Mise -en-place: Voorbereiden werk in keuken en restaurant. 

Mastiek maken: Opruimen en schoonmaken van een ruimte. 


Tafel dekken 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Mastiek maken of Mise-en-place????
Sleep de werkzaamheden naar het juiste vakje
Mastiek maken
Mise-en-place
Stofzuigen
Ramen wassen
Bestek poleren
Opdekken van tafels
Opstellen van tafels en stoelen
Klaarzetten van serveermateriaal

Slide 23 - Drag question

This item has no instructions

sleep de snijtechniek naar de juiste afbeelding
emiceren
brunoise
gesnipperd
julienne
carre
blokjes
plakken

Slide 24 - Drag question

This item has no instructions

welke ei hoort bij welke stollingsfase?
Zacht gekookt ei
Medium gekookt ei
Hard gekookt ei

Slide 25 - Drag question

This item has no instructions

geef aan hoeveel minuten een ei kookt tot op welke stollingsfase
5 minuten
6 minuten
7 minuten
9 minuten

Slide 26 - Drag question

This item has no instructions

Hoeveel ons past in een kilo
A
5
B
10
C
15
D
20

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Slide 28 - Video

This item has no instructions

Kilo, pond en ons

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Mijn inzet vandaag
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

This item has no instructions

Wat heb ik vandaag geleerd?

Slide 31 - Open question

This item has no instructions