This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Voorbereiding theorietoets deel b Zorghotel
Slide 1 - Slide
Voedingsvezels horen bij een gezond voedingspatroon.
Welke goede eigenschap hebben voedingsvezels?
A
ze helpen infectieziekten tegen te gaan
B
ze helpen bij de bloedstolling
C
ze voorkomen verstopping van je darmen
D
ze verbeteren de nierwerking
Slide 2 - Quiz
waarvoor functies hebben de voedingsstoffen calcium en eiwitten?
A
bouwstoffen voor het lichaam
B
brandstoffen voor het lichaam
C
prikkelen de darmen
Slide 3 - Quiz
Welke functie hebben vetten en koolhydraten in het lichaam?
A
prikkelen de darmen
B
brandstof voor het lichaam
C
bouwstof voor het lichaam
Slide 4 - Quiz
Wat zit er in welke schijf?
A
blauw; smeer- en bereidingsvetten
groen; is, peulvurchten, vlees, ei , noten en zuivel
roze; groente en fruit
oranje;brood, graanproducten en aardappelen
geel; dranken
B
blauw; dranken
groen; groente en fruit
roze; vis, peulvurchten, vlees, ei , noten en zuivel
geel; brood, graanproducten en aardappelen
oranje; smeer en bereidingsvetten
C
blauw; groente en fruit
Roze; vis, peulvurchten, vlees, ei , noten en zuivel
geel; smeer en bereidingsvetten
oranje; brood, graanproducten en aardappelen
D
blauw; dranken
groen; groente en fruit
roze; vis, peulvurchten, vlees, ei , noten en zuivel
geel; smeer en bereidingsvetten
oranje; brood, graanproducten en aardappelen
Slide 5 - Quiz
Bij het bereiden van een warme maaltijd wil je een vloeibaar plantaardig product met onverzadigd vet gebruiken.
Welk product kies je?
A
dieethalvarine
B
halvarine
C
olijfolie
D
roomboter
Slide 6 - Quiz
wat is een welvaartsziekte?
A
autisme
B
hart-en vaartziekten
C
reuma
D
cholestrol
Slide 7 - Quiz
HDL-cholestrol in je lichaam.............
A
neemt vet uit je vloed weg
B
noemen ze ook wel slecht cholestrol
C
neemt het cholesterol uit het bloed weg en brengt het naar de lever waar het wordt afgebroken.
Slide 8 - Quiz
LDL cholestrol
Wat is waar?
A
neemt het cholesterol uit het bloed weg en brengt het naar de lever waar het wordt afgebroken.
B
noemen ze ook wel slecht cholestrol
Slide 9 - Quiz
Wat is een geschikt tussendoortje voor mensen met diabetes of met een cholesterolbeperkt dieet?
Let op! Meerdere antwoorden zijn juist.
A
magere yoghurt
B
eiersalade
C
wortels
D
fruit
Slide 10 - Quiz
Op de Schijf van Vijf zijn de vakken niet allemaal even groot.
Welk producten staan in de grootste vakken?
Let op! Meerdere antwoorden zijn juist.
A
Brood
B
paprika
C
melk
D
olie
Slide 11 - Quiz
Welke materialen heb je nodig om mastiek te maken?
Let op! Meerdere antwoorden zijn juist.
A
microvezeld doekje
B
stofzuiger
C
strijkijzer
D
koksmes
Slide 12 - Quiz
Welke werkzaamheden horen bij mise-en-place?
Let op! Meerdere antwoorden zijn juist.
A
glaswerk poleren
B
stoelen netjes zetten
C
tafel indekken
D
wijn inschenken
Slide 13 - Quiz
Wat is poleren?
A
het vlees ontdoen van de botten
B
het oppoetsen van servies en bestek
C
Het maken van een soep
D
Het schoonmaken van het restaurant
Slide 14 - Quiz
Kies de juiste woorden.
Je moet de tafels ...(1)... voor 20 personen die vanavond komen eten. De vork leg je ...(2)... naast het bord. De lepel van het toetje wijst met zijn steel naar ...(3)....
Wat moet er op de nummers staan?
A
1. indekken
2. links
3 rechts
B
1. opdekken
2. links
3 links
C
1. indekken
2. rechts
3 rechts
D
1. opdekken
2. links
3 rechts
Slide 15 - Quiz
Rachid heeft diabetes.
Wat is een ander woord voor diabetes?
A
nierziekte
B
griep
C
suikerziekte
D
blaasontsteking
Slide 16 - Quiz
Welk orgaan maakt insuline aan?
A
alvleesklier
B
darmen
C
lever
D
milt
Slide 17 - Quiz
Lieselot volgt een energiebeperkt dieet.
Welke voedingsmiddelen passen in haar dieet?
Let op! Meerdere antwoorden zijn juist
A
bruine boterham met aardbeien
B
roggebrood met sla en plakje kipfilet
C
wit kadetje met rookworst
D
rijstewafel met 20+ kaas
Slide 18 - Quiz
Diabetes type 2 is een voorbeeld van een welvaartsziekte.
Hoe zijn welvaartsziekten ontstaan?
A
Doordat er steeds meer medicijnen zijn ontwikkeld.
B
Doordat kinderen meer zijn gaan buitenspelen.
C
Doordat de leefstijl van mensen is veranderd door meer overvloed.
D
Doordat er meer welzijn in Nederland is gekomen.
Slide 19 - Quiz
Mensen met een te hoog cholesterol, hebben meer kans op
A
suikerziekte
B
leverziekten
C
hart-en vaatziekten
Slide 20 - Quiz
Het Voedingscentrum raadt aan om vooral ...... te gebruiken.
A
plantaardige vet
B
onverzadigd vet
C
verzadigd vet
Slide 21 - Quiz
Verzadigde vetzuren ..... het cholesterolgehalte
A
verlagen
B
verhogen
Slide 22 - Quiz
Hoe stofwis je een vloer? Zet de stappen in de juiste volgorde. Zet de stap die als eerste komt bovenaan. 1 Ruim de stofwisdoek op en veeg het vuil op. 2 Controleer of de ruimte er netjes en verzorgd uitziet. 3 Verwijder grof vuil met de hand van de vloer. 4 Wis de vloer. 5 Ruim de gebruikte materialen op. 6 Verzamel de benodigde materialen.
A
6,3,4,5,2,1
B
5,3,6,4,2,1
C
6,3,4,1,2,5
D
1,2,3,4,5,6
Slide 23 - Quiz
Diabetes type 2 kun je herkennen aan een aantal klachten. Welke?
Let op! Meerdere antwoorden zijn juist.
A
dorst
B
slap gevoel
C
veel plassen
D
vermoeidheid
Slide 24 - Quiz
Lees de volgende omschrijving:
'Een overzicht waarin voor een aantal weken is afgesproken wat er op het menu staat'.
Welk begrip hoort bij deze omschrijving?
A
menucyclus
B
menukaart
C
menuleer
D
menuplan
Slide 25 - Quiz
ken onderstaand ook goed. Waar zit het allemaal in?