2a1 Grammatica les 4

Welkom
- ga rustig zitten
- boeken op tafel
- telefoon in je tas
- kauwgom in de prullenbak
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Welkom
- ga rustig zitten
- boeken op tafel
- telefoon in je tas
- kauwgom in de prullenbak

Slide 1 - Slide

Programma
  • Huiswerk nakijken (15 minuten)
  • Herhalen voorzetselvoorwerp (5 minuten)
  • Zelfstandig werken (20 minuten)
  • Instructie werkwoordstijden (10 minuten)
  • Zelfstandig werken ( 5 minuten)
  • Nieuwe boekopdracht + boek zoeken (20 minuten) 
  • Raadsel (tijd die over is)

Slide 2 - Slide

Vaste volgorde van ontleden
1. PV
2. Strepen zetten
3. WWG of NWG
4. OW
5. LV
6. MV
7. VZV
8. Bijw.bep.

Nieuw in je lijstje!

Slide 3 - Slide

ONTHOUDEN
Een LV begint NOOIT met een voorzetsel.
Het voorzetsel bij een MV kun je weglaten.
Het voorzetsel bij een VZV kun je NIET weglaten.

Slide 4 - Slide

VZV niet verwarren met BWB
Ik wandel in het park > GÉÉN VZV want 'wandelen in' is geen vaste combinatie. Dit is een 'bijwoordelijke bepaling van plaats'.

Ze hingen aan het rekstok > GÉÉN VZV want je kunt ook 'naast' het rekstok hangen. Dit is een 'bijwoordelijke bepaling van plaats'.

Hij rekent op jullie > WÉL een VZV want 'rekenen op' is een vaste combinatie, hij doet het niet letterlijk (hij zit niet bovenop iemand iets uit te rekenen).


Slide 5 - Slide

Bijwoordelijk bepaling

Zegt iets over tijd, plaats, reden enz.
Kan met een voorzetsel beginnen
Is altijd letterlijk bedoeld
Voorzetselvoorwerp

Begint met een voorzetsel
Vaste combinatie tussen een werkwoord en het voorzetsel
Voorzetsel is figuurlijk bedoeld

Slide 6 - Slide

Welke zin bevat GEEN vzv?
A
Mensen verlangen naar wat schaduw.
B
Aan de eerlijkheid van Job twijfel ik niet.
C
Zou zij ook van dat Italiaanse ijs houden?
D
Hij liep de hele middag op zijn slippers.

Slide 7 - Quiz

Ik wandel in het park
in het park = vzv
A
dat is juist
B
dat is niet juist

Slide 8 - Quiz

VZV of BWB?
De leerlingen luisteren naar de docent.
A
naar de docent = vzv
B
naar de docent = bwb

Slide 9 - Quiz

Wat is hier het vzv?

Ik houd van koekjes
A
houd
B
houd van
C
koekjes
D
van koekjes

Slide 10 - Quiz

VZV of BWB?

Wij vertrouwen op uw medewerking.
A
Op uw medewerking = vzv
B
Op uw medewerking = bwb

Slide 11 - Quiz

Zelfstandig werken
Wat? Blok 2 opdracht 3, 4 en 5
Hoe? In je schrift, zachtjes overleggen mag
Hulp? Steek je hand op
Tijd? 20 minuten
Klaar? nakijken opdrachten blok 1 (vraag een antwoordblad)

timer
20:00

Slide 12 - Slide

Programma
  • Huiswerk nakijken (15 minuten)
  • Herhalen voorzetselvoorwerp (5 minuten)
  • Zelfstandig werken (20 minuten)
  • Instructie werkwoordstijden (10 minuten)
  • Zelfstandig werken ( 5 minuten)
  • Nieuwe boekopdracht + boek zoeken (20 minuten) 
  • Raadsel (tijd die over is)

Slide 13 - Slide

Werkwoordstijden
Doel: je leert de werkwoordstijden:
ottt-ovtt-vttt-vvtt.

Slide 14 - Slide

Werkwoordstijden

Slide 15 - Slide

Zelfstandig werken
Wat? Blok 2 opdracht 7
Hoe? In je schrift, zachtjes overleggen mag
Hulp? Steek je hand op
Tijd? 5 minuten
Klaar? lezen blz 80

timer
5:00

Slide 16 - Slide

Programma
  • Huiswerk nakijken (15 minuten)
  • Herhalen voorzetselvoorwerp (5 minuten)
  • Zelfstandig werken (20 minuten)
  • Instructie werkwoordstijden (10 minuten)
  • Zelfstandig werken ( 5 minuten)
  • Nieuwe boekopdracht + boek zoeken (20 minuten) 
  • Raadsel (tijd die over is)

Slide 17 - Slide