Les 5 Thema 3: boodschappen doen

Les 5 Thema 3: boodschappen doen en winkelen
-
1 / 43
next
Slide 1: Slide
DutchISK

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 130 min

Items in this lesson

Les 5 Thema 3: boodschappen doen en winkelen
-

Slide 1 - Slide

Vandaag
1. Welkom Conor! Kennismaken
2. Herhalen (repeat) leerwerk en huiswerk
Pauze
3. Hoofdstuk 3 pagina 69-82: boodschappen doen en winkelen

Slide 2 - Slide

Welkom Conor!
1. Wie ben jij, Conor? 

2. Opdracht: De rest stelt vragen ter kennismaking met Conor. Iedereen stelt een vraag in het Nederlands

Slide 3 - Slide

Opdracht jezelf voorstellen
Jezelf voorstellen met bijvoorbeeld (for example) deze woorden:

Beroep, woonplaats, nationaliteit, zoon/dochter, hobby, geboorteland, geboortedatum, telefoonnummer, studie, sport, vakantie.

Slide 4 - Slide

Bespreken leerwerk en huiswerk
-Leren woordenlijst thema 2
- Leren taalhulp wensen
- Leren modale verba
- Leren grammatica zinsbouw-inversie
- Leren pluralis
- Maken opdracht 11 pagina 50
- Maken opdracht 15 pagina 52
- Maken opdracht 17 pagina 55
- Maken opdracht 19 pagina 57
- Maken opdracht 20 pagina 58
- Maken opdracht 22 pagina 59
- Maken opdracht 25 pagina 63
- Maken opdracht 28 pagina 65
- Maken opdracht 29 pagina 66-67


Slide 5 - Slide

Modale verba
Zullen/willen/kunnen/mogen/moeten

Wat is het verschil?

Slide 6 - Slide

Kun je een zin maken met 'je' en het werkwoord 'zullen'?

Slide 7 - Open question

Kun je een zin maken met 'hij' en het werkwoord 'willen'?

Slide 8 - Open question

Kun je een zin maken met 'ik' en het werkwoord 'kunnen'?

Slide 9 - Open question

Kun je een zin maken met 'hij' en het werkwoord 'mogen'?

Slide 10 - Open question

Kun je een zin maken met 'moeten'?

Slide 11 - Open question

Bespreken huiswerk
- Maken opdracht 11 pagina 50
- Maken opdracht 15 pagina 52
- Maken opdracht 17 pagina 55
- Maken opdracht 19 pagina 57
- Maken opdracht 20 pagina 58
- Maken opdracht 22 pagina 59
- Maken opdracht 25 pagina 63
- Maken opdracht 28 pagina 65
- Maken opdracht 29 pagina 66-67

Slide 12 - Slide

Typ je zin van opdracht 11.1

Slide 13 - Open question

Typ je zin van opdracht 11.2

Slide 14 - Open question

Typ je zin van opdracht 11.3

Slide 15 - Open question

Typ je zin van opdracht 11.4

Slide 16 - Open question

Typ je zin van opdracht 11.5

Slide 17 - Open question

Typ je zin van opdracht 11.6

Slide 18 - Open question

Typ je zin van opdracht 11.7

Slide 19 - Open question

Typ je zin van opdracht 11.8

Slide 20 - Open question

Bespreken leerwerk en huiswerk
-Leren woordenlijst thema 2
- Leren taalhulp wensen
- Leren modale verba
- Leren grammatica zinsbouw-inversie
- Leren pluralis
- Maken opdracht 11 pagina 50
- Maken opdracht 15 pagina 52
- Maken opdracht 17 pagina 55
- Maken opdracht 19 pagina 57
- Maken opdracht 20 pagina 58
- Maken opdracht 22 pagina 59
- Maken opdracht 25 pagina 63
- Maken opdracht 28 pagina 65
- Maken opdracht 29 pagina 66-67


Slide 21 - Slide

Opdracht 17: vul je zinnen hier in

Slide 22 - Open question

Pauze
-

Slide 23 - Slide

H.3 Boodschappen doen en winkelen
Hoofdstuk 3, pagina 69-82
Wat is boodschappen doen?
Wat is winkelen?

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Opdracht
1. Pak vijf producten uit jouw voorraadkast of koelkast, waar je de Nederlandse vertaling niet van weet
2. Presenteer jouw producten via ZOOM
3. Vertel welke vijf andere producten op jouw boodschappenlijst staan

Slide 26 - Slide

Opdrachten
Opdracht 2 Luisteren
Opdracht 4 samen in break-out rooms

Slide 27 - Slide

Grammatica adjectieven
p.73-74
(Opdracht 5)

Slide 28 - Slide

Grammatica adjectieven
p.73-74
Opdracht 5

Slide 29 - Slide

Grammatica adjectieven
p.73-74
Opdracht 5

Slide 30 - Slide

Grammatica adjectieven
p.73-74
Opdracht 5

Slide 31 - Slide

Grammatica adjectieven
p.73-74
Opdracht 5

Slide 32 - Slide

Grammatica adjectieven
p.73-74
Opdracht 5

Slide 33 - Slide

De ... muts
A
warm
B
warme
C
warmen

Slide 34 - Quiz

Het ... vest
A
groten
B
grote
C
grootte
D
grotten

Slide 35 - Quiz

Ik draag een ... broek
A
nieuwe
B
nieuw
C
nieuwen

Slide 36 - Quiz

Lisa draagt ... laarzen
A
leer
B
lere
C
leere
D
leren

Slide 37 - Quiz

Jij draagt een ... jasje
A
mooie
B
mooi
C
moie
D
mooien

Slide 38 - Quiz

Break-out rooms!
Opdracht 7

Slide 39 - Slide

Spreekopdracht
Opdracht 8

Slide 40 - Slide

Grammatica
Er + numerale (telwoord/hoeveelheid)
Opdracht 9 gezamenlijk maken

Slide 41 - Slide

Taalhulp p.78
Daarna opdrachten: 10, 14 (luisteren)
Tijd over: opdracht 12, 13

Slide 42 - Slide

Huiswerk
Leren taalhulp p.78
Leren grammatica er + numerale p.77
Leren grammatica adjectieven p.73-74
Leren woordenlijst thema 3
Opdrachten n.t.b.

Slide 43 - Slide