Lezen + introductie rouwverwerking en suïcide

1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Suïcide
Wat betekent dit woord?

Slide 2 - Mind map

Wat weten jullie over
zelfmoord?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Slide

Waarom plegen mensen zelfmoord?








































- Zelfmoordgedachten -> combinatie van bepaalde kwetsbaarheid.
- Deze kan genetisch, (neuro)biologisch of psychologisch zijn.

Ontstaan->  Nooit vanuit een reactie op één situatie of gebeurtenis. Er is altijd meer aan de hand.




Slide 5 - Slide

Risicofactoren












Genetische en (neuro)biologische factoren:  bv.  Verminderde serotonerge werking.  
-  Psychologische factoren: Bv. Zwart-wit denken, een negatief zelfbeeld,..
- Sociale problemen of stresserende levenservaringen: vb. Iemand dierbaar verliezen, geweld of misbruik,..
- Psychische problemen:  Vb. Een depressie, eetstoornis, drugsmisbruik,..
- Fysieke aandoening: Vb. Een medische aandoening die chronische pijn veroorzaakt.

Slide 6 - Slide

Hoe denk jij aan een persoon te zien of die met zelfmoord gedachtes zit?

Slide 7 - Open question

Verlies 
en 
Rouwverwerking

Slide 8 - Slide

Wat weet je al over
rouwverwerking?

Slide 9 - Mind map

Is rouwen voor iedereen hetzelfde?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

Rouwen is een eenmalig proces.
A
Ja, als de rouwfasen zijn doorlopen dan stopt het rouwen
B
Ja, dat gebeurt alleen in het begin
C
Nee, dat komt vaker terug
D
Nee, dat is altijd aanwezig

Slide 11 - Quiz

Definities van rouw
  • Rouwen is jouw proces om jezelf aan te passen aan die totaal veranderde situatie. 
  • Het totaal van gevoelens, gedachten en gedrag dat ontstaat ten gevolge van het permanent missen van iets of iemand dierbaars.
  • Een combinatie van emotionele, mentale, lichamelijke, spirituele en gedragsmatige reacties op verlies  

Slide 12 - Slide

Kenmerken bepalend voor rouwreacties

  • De relatie met de overledene;
  • De leeftijd van de overledene;
  • Geslacht van de rouwende;
  • De vooraf bestaande lichamelijke en geestelijke toestand van de rouwende (zelf ziek zijn, mentale sterkte, etc.).

Slide 13 - Slide

Verschillende rouwreacties
Emotionele (verdriet, angst, agressie, opluchting, tevredenheid)
Mentale (verward, gespannen, hopeloos, zelfmoordgevoelens)
Lichamelijke (hoofdpijn, slaapproblemen, eet probleem)
Spirituele (eenzaamheid, verlies van levenslust, angst voor eigen  dood)
Gedrag (zoekgedrag, nerveus gedrag, opgewonden gedrag)

Slide 14 - Slide

5 fases rouwverwerking

1. Ontkenning
2. Woede
3. Onderhandelen
4. Verdriet en depressie
5. Aanvaarding

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide