Twee taken:
(1) Pak p. 21 t/m 25 in je reader erbij en maak opdracht 13.
Opdracht 13: Interpreteer het volgende gedicht aan de hand van de volgende stappen:
a. Lees het gedicht twee keer om het te proeven.
b. Zoek eventuele moeilijke woorden op.
c. Schets plaatjes bij de strofes in tabel 1. Dat mag in woorden, maar ook in beelden. (= stap 1)
d. Noteer in tabel 2 alle rijmvormen, beeldspraak en stijlfiguren die je ziet. Voel je vrij om kleuren en onderstrepingen te gebruiken. (= stap 2)
e. Interpreteer het gedicht. (= stap 3)
(2). Werk in je groepje aan je gedichtenverslag volgens de opdracht achterin je reader/ onderaan je SW.
Verstandig: je eigen gedicht analyseren (af na de meivakantie?) & nadenken over je pitch.