MAVO Hoofdstuk 6 Licht

• Natuurkunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 6: Licht

Hoofdstuk 6.1:

Licht en Schaduw

Leerdoelen

in deze paragraaf leer je:

Het verschil in lichtbronnen

Hoe je lichtstralen tekent

Hoe Diffuse terugkaatsing werkt

Hoe schaduwen werken.

Natuurlijk vs Kunstmatig

We kennen twee typen lichtbronnen

Natuurlijke lichtbronnen

Kunstmatige lichtbronnen

Als een voorwerp van nature licht geeft (de zon) dan is het een natuurlijke lichtbron.

Is het voorwerp door mensen gemaakt en geeft het licht, dan is het een kunstmatige lichtbron. 

Lichtstralen

Lichtstralen teken je als een lijn met een pijl er in.

Als een lichtstraal en object taakt wordt het licht willekeurig verspreid; dat noemen we Diffuus.

Schaduwen tekenen

Je tekent een lijn vanuit de lichtbron naar de verste punten van het object.

Alles wat tussen deze lijnen valt is het schaduwvlak

Schaduwen tekenen

Als je twee lichtbronnen hebt doe je dit voor beide lichtbronnen.

Waar de vlakken overlappen is de Kernschaduw. waar dit niet het geval is noemen we Half-schaduw.

Instructie:

Maak de opgaven 1 t/m 10 uit het werkboek. Dit is huiswerk voor morgen. Je hebt hier de rest van de les voor.

Paragraaf 6.2:

Spiegelbeelden

Leerdoelen

Je leert deze les:

• Hoe een spiegel licht reflecteert
• Hoe je dit afbeeld
• Spiegelvlakken tekenen

Spiegels

• Een spiegel reflecteert het licht wat onze ogen binnenvalt.
• De invalshoek is hierbij het zelfde als de terugkaatsingshoek
• Je tekent een loodrechte lijn (De Normaal) op het spiegelvlak en meet de hoek tussen deze lijn en de invallende lichtstraal.

Spiegeling tekenen

1. Leg je geodriehoek haaks op de spiegel.
2. Teken de normaal (een rechte stippellijn)
3. Lees de hoek van inval af tussen de normaal en je lichtstraal
4. Teken de weerkaatste lichtstraal met de zelfde hoek weg van de spiegel.

Instructie

Maak de opgaven van paragraaf 6.2: 1 t/m 14

hier heb je de rest van de les voor en is je huiswerk.

Paragraaf 6.3

Kleur

Leerdoelen

• Je leert de samenhang tussen kleuren licht en de kleuren van objecten.
• Je leert wat een prisma doet en wat een spectrum is.
• Je leert hoe je licht kunt onderzoeken.
• Je leert wat absorptie is . 

Het spectrum

• Het Kleurspectrum zijn alle kleuren die wij kunnen zien.
• Een Prisma is een manier om dit uit wit licht zicht baar te maken.

Kleur zien

• Kleuren zien wij doordat voorwerpen al het licht absorberen  behalve de kleur die ze zijn.
• Als ik geel licht op een niet-geel voorwerp schijn, dan lijkt het voorwerp zwart.

Instructie:

Maak opgaven 1 t/m 10

Dit is het huiswerk voor morgen.

Je hebt hier de rest van de les voor om mee te werken.

Klaar? Ga door met paragraaf 4.

Paragraaf 6.4

Infrarood & Ultraviolet

Leerdoelen

• Je leert wat Infrarood en Ultraviolet betekent
• Je leert dat alles straling uitstraalt.
• Je leert dat licht een vorm van straling is.
• Je leert hoe wij ons beschermen tegen schadelijke straling.

Licht

• Licht is een vorm van straling.
• Buiten het kleurspectrum heb je twee vormen andere straling:
• Infrarood en Ultraviolet.
• Infrarood is voor de kleur rood.
• Ultraviolet is voorbij de kleur violet.

Infrarood

Infrarood straling is een vorm van warmte straling.

Wordt dan ook gemaakt door onder andere warmte lampen.

Sensoren kunnen deze straling van mensen detecteren.

Ultraviolet

Ultraviolet is straling die veel van de zon af komt.

Deze verkleurt de huid bruin, maar te veel is slecht voor je huid.

De Ozonlaag beschermt de aarde tegen deze straling.

Instructie

Je kunt aan de slag met de opgaven 1 t/m 11

Dit is het huiswerk voor volgende les.

Je hebt hier de rest van de les voor.