This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Lezen in je leesboek
timer
7:00
Slide 1 - Slide
Lesdoelen deze les:
Je kunt bepalen of een zin in de passieve of actieve vorm staat.
Je kunt de werkwoordstijden ott, ovt, vtt, vvt van elkaar onderscheiden
Je kunt zinnen omzetten van vorm (van actief naar passief en andersom)
Slide 2 - Slide
Zinnen omzetten van vorm
Je kunt passieve zinnen actief maken of actieve zinnen passief. Je zet een zin dan om van vorm. De tijd blijft altijd hetzelfde!
tijd
passieve vorm
actieve vorm
ott
De koe wordt door de knecht gemolken.
De knecht melkt de koe.
ovt
De koe werd door de knecht gemolken.
De knecht molk de koe.
vtt
De koe is door de knecht gemolken.
De knecht heeft de koe gemolken.
vvt
De koe was door de knecht gemolken.
De knecht had de koe gemolken.
Slide 3 - Slide
De honden zijn vanmiddag uitgelaten door de hondenuitlaatservice.
Slide 4 - Open question
De secretaresse verstuurt de notulen van de vergadering.
Slide 5 - Open question
Samen bespreken opdr 5 blz. 131.
Ga naar drive --> grammatica --> blok 1 t/m 3 --> oefening passieve en actieve vorm (alleen opdr 1 maken) + zelf nakijken in drive.
Ga naar drive --> grammatica --> blok 1 t/m 3 --> oefening passieve en actieve vorm (alleen opdr 2 maken) + zelf nakijken in drive.
Samen bespreken opdr 5 blz. 131.
Ga naar drive --> grammatica --> blok 1 t/m 3 --> oefening passieve en actieve vorm (alleen opdr 1 maken) + zelf nakijken in drive.
Blz. 131 opdr 6 samen maken (alleen vraag 1)
Afronden opdrachten vorige les:
Slide 6 - Slide
LEZEN
Slide 7 - Slide
Groepjes 2Q
1: Skip, Joep, Julius, Emma, Roos
2: Fos, Zeb, Pien, Wilmijn, Anna-Lyke
3: Simon, Ciske, Rosaly, Robin, Julie
4: Steyn, Maurits, Sophie, Lot S, Selen
5: Lot K, Claudia, Loek, Evi, Cas
6: Berend, Lola, Rowen, Maas
Slide 8 - Slide
Lesdoelen:
Je weet welke 6 tekstsoorten en -doelen er zijn.
Je kunt bij de verschillende tekstsoorten tekstvormen bedenken
Je weet wat een deelonderwerp is
Je kunt de kernzin van een alinea bepalen
Je kent de volgende 3 verbanden: uitspraak-opsomming, uitspraak-tegenstelling en uitspraak-voorbeeld.
Je kunt deze 3 verbanden herkennen en zelf bedenken.
Slide 9 - Slide
Verbanden
Je hebt in blok 3 de volgende 3 verbanden geleerd:
uitspraak-opsomming
uitspraak-tegenstelling
uitspraak-voorbeeld
Deze verbanden vind je tussen zinnen en alinea's.
Slide 10 - Slide
Opdracht:
Neem de zinnen over en vul aan met het juiste verband:
1. Rosalie heeft erg veel mee in haar schooltas. (Nieuwe zin + uitspraak-opsomming)
2. Ik heb ontzettend mooie cijfers gehaald. (Nieuwe zin of zin langer maken + uitspraak-tegenstelling).
3. We hebben in Londen een vol programma, (zin langer maken + uitspraak -voorbeeld)
Slide 11 - Slide
Verbindingsmanieren
Verbanden kun je op de volgende manieren tussen zinnen en alinea's aanbrengen:
1. door een signaalwoord
2. door een herhaling
3. door een overgangszin met een verwijzing
4. door een aankondigende zin
Slide 12 - Slide
Verbindingsmanier 'door een signaalwoord'
Door de nieuwe maatregelen is de reuzenpandapopulatie de afgelopen jaren minder hard gedaald dan de jaren ervoor.
Toch blijft het belangrijk om de populatie in de gaten te houden. Ook al daalt deze minder hard, dalende is hij nog steeds.
Slide 13 - Slide
Verbindingsmanier 'door een herhaling'
Door de nieuwe maatregelen is de reuzenpandapopulatie de afgelopen jaren minder hard gedaald dan de jaren ervoor.
Nieuwe maatregelen zullen een deel van het probleem oplossen, maar we zijn er nog lang niet.
Slide 14 - Slide
Verbindingsmanier 'door een overgangszin met een verwijzing'
Door de nieuwe maatregelen is de reuzenpandapopulatie de afgelopen jaren minder hard gedaald dan de jaren ervoor.
Hiermee zijn we er helaas nog niet. .....
Slide 15 - Slide
Verbindingsmanier 'door een aankondigende zin'
Door de nieuwe maatregelen is de reuzenpandapopulatie de afgelopen jaren minder hard gedaald dan de jaren ervoor. Het WNF is echter nog niet gerustgesteld en komt met hardere maatregelen.
..........
Slide 16 - Slide
Opdracht maken:
Blz. 204 opdracht 2 (helemaal maken)
blz. 204 opdracht 3 (helemaal maken)
Deze 2 opdrachten vormen het huiswerk voor de volgende les.
Slide 17 - Slide
Groepswerk (afronden)
In je groepje werk je samen aan 5 opdrachten. Na iedere opdracht zorgt de materiaalchef voor een check bij de docent en regelt de nieuwe opdracht.
Gebruik voor de opdrachten de kranten die in je groepje liggen of de tekst bij de opdracht hoort.
De taakchef is de enige met een iPad en verzamelt de antwoorden in een Google document. Dit document deel je vanaf de eerste opdracht al met je docent.
Je hebt in totaal 2 lessen (2 x 40 min) om alle opdrachten af te ronden.