Zorg bij geneesmiddelen

Zorg bij geneesmiddelen
1 / 44
next
Slide 1: Slide
maatschappelijke zorgMBOStudiejaar 3

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Zorg bij geneesmiddelen

Slide 1 - Slide

Wat willen jullie weten over medicatie?

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Video

Lesdoelen
De student :
- legt uit wat de wet BIG inhoudt
- kan vertellen welke rol hij/zij heeft m.b.t. medicatie
- legt uit welke vanuit welke invalshoeken er gekeken kan worden naar fysieke klachten
- noemt 3 farmacotherapieën
- benoemt 3 toedieningsvormen
- benoemt aandachtspunten bij het gebruik van medicijnen

Slide 4 - Slide

Wanneer mag je medicatie geven?

Slide 5 - Open question

Jouw rol mbt medicatie

Slide 6 - Mind map

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Is moeder strafbaar voor de wet BIG?
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quiz

Invalshoeken lichamelijke klachten
(voorbeelden)
  • Farmacotherapie (medicijnen)
  • psychosomatisch (psychische oorzaak)
  • homeopathie ( natuurlijke herstelvermogen)
  • orthomoleculair (optimale concentratie voedingsstoffen)

Welke kennen jullie nog meer?

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Geneesmiddelen waar let je op?

Slide 19 - Mind map

Wat is een geneesmiddel
Een geneesmiddel (ook wel medicijn genoemd) is een natuurlijke of synthetische stof die een bepaalde, gewenste werking op het lichaam uitoefent.

Slide 20 - Slide

Welke medicijnen ken jij?

Slide 21 - Mind map

Slide 22 - Video

Welke medicijn(en) heb jij gebruikt en waar hoort het bij?
Causale/symptomatisch/substitutie?

Slide 23 - Open question

Benaming van geneesmiddelen
Drie benamingen:
  • Merknaam
  • Stofnaam
  • Officiële naam/soortnaam

Slide 24 - Slide

Wat is de stofnaam van dit medicijn?

Slide 25 - Slide

De farmacokinetiek

  • Wat doet ons lichaam nu met ons medicijn?

Slide 26 - Slide

Hoe worden medicijnen opgenomen in ons lichaam?
timer
1:00

Slide 27 - Open question

Op een recept moet staan

  • Gegevens van de arts
  • Voor wie het medicijn bedoeld is
  • De afleveringsdatum
  • Naam van het geneesmiddel, sterkte en hoeveelheid
  • Gebruiksvoorwaarden en bewaarvoorschrift.

Slide 28 - Slide

Bijwerkingen van medicijnen

Bijsluiter
Alert op zijn
Rapporteren

Veel voorkomende bijwerkingen:

Overgevoeligheidsreacties
Beïnvloeding van het dagelijks functioneren
Gewenning
Resistentie
Medicijnverslaving
Onderlinge beïnvloeding



Slide 29 - Slide

soorten medicijnen

Slide 30 - Slide

Bewaren van geneesmiddelen
  • Bewaar op de juiste plek
  • Bewaar in de originele verpakking
  • Bewaar op een veilige plaats
  • Let op de houdbaarheid
  • Geef oude geneesmiddelen af bij de apotheek.

Slide 31 - Slide

Toediningswijzen geneesmiddelen
  • Via de mond (drankjes, tabletten)
  • Via de darmen (zetpil ingebracht via de anus)
  • Via de huid (crème, zalf)
  • Via de slijmvliezen (oogdruppels, inhalators of spray via mond/inademing)
  • Per injectie (onderhuids, in een spier of bloedvat)

Slide 32 - Slide

Oraal
A
Medicijnen via de Anus
B
medicijnen via de huid
C
medicijnen via een spuit
D
Medicijnen via de Mond

Slide 33 - Quiz

Dermaal
A
Medicijnen via de longen
B
medicijnen via de huid
C
medicijnen via de anus
D
medicijnen via de mond

Slide 34 - Quiz

Rectaal
A
Medicijnen via de longen
B
medicijnen via de huid
C
medicijnen via de anus
D
medicijnen via de mond

Slide 35 - Quiz

inhalatie
A
Medicijnen via de longen
B
medicijnen via de huid
C
medicijnen via de anus
D
medicijnen via de mond

Slide 36 - Quiz

Zorg voor geneesmiddelen

  • Controleren
  • Registreren
  • Kritisch en zorgvuldig

Slide 37 - Slide

Uitzetten medicatie - de Baxter rol

  • Uitzetten gebeurt vaak door de apotheek in een zogenaamde baxterrol
  • Incidenteel gebeurt het door verzorgenden 
  • Medicijnen uitzetten is een kritische en risicovolle handeling; degene die dat doet moet deskundig en bekwaam zijn
  • Maak gebruik van een actueel medicijnoverzicht van de cliënt
    (apotheek)

  • Leg schriftelijk vast wie de medicijnen heeft uitgezet


Slide 38 - Slide

Kijk naar deze 2 filmpjes over de baxter rol
Noem vijf voor en nadelen van de baxter

Slide 39 - Slide

medicijnadministratie
Hier wordt in bijgehouden:
  • of de medicijnen zijn toegediend en door wie
  • Hoe de cliënt reageert op het medicijn.

Slide 40 - Slide

Wat vonden jullie van deze les?
0100

Slide 41 - Poll

Zijn er nog vragen?

Slide 42 - Slide

Opdrachten
Thieme Persoonlijke verzorging; 7.29 zorg bij geneesmiddelen
Alle opdrachten


Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide