Examentraining Schrijven B1

• NT2
• MBO
• Studiejaar 1

Doel

• Je weet wat je tijdens het examen schrijven moet doen.
• Je weet waarop je wordt beoordeeld.
• Je kunt verschillende korte opdrachten maken en beoordelen. 

Het examen Schrijven B1

Opdracht:

Bespreek samen:

• Waaruit bestaat het examen Schrijven?
• Hoeveel tijd heb je tijdens het examen?
• Wat is belangrijk voor het examen?

Het examen Schrijven B1

Het examen bestaat uit 12 opdrachten.

Korte opdrachten:

• 8 zinnen schrijven of zinnen afmaken
  
  

Middellange opdrachten:

• 1 formulier invullen
• 1 e-mail schrijven
• 1 instructie schrijven
• 1 verslag schrijven
  
  

Vandaag oefenen we de korte opdrachten.

Het examen Schrijven B1

Je hebt voor het examen 100 minuten.

Dat is gemiddeld 8 minuten per opdracht! Verdeel de tijd dus goed over de verschillende opdrachten (bijvoorbeeld de opdrachten 1 t-m 8 maximaal 20 minuten en de opdrachten 9 t-m 12, elk 20 minuten per opdracht).

Het is belangrijk om:

• te weten waarop je wordt beoordeeld.
• te oefenen met schrijfopdrachten binnen een bepaalde tijd.
• te weten wanneer je antwoord adequaatheid is.

Beoordeling examen Schrijven

Opdracht:

Bespreek samen:

• Op welke onderdelen word je beoordeeld?

Beoordeling examen schrijven

Inhoud

De inhoudsaspecten bestaan uit:

• Adequaatheid/begrijpelijkheid
• Samenhang
• Woordgebruik

In de foto op de vorige slide kon je zien dat je voor adequaatheid/begrijpelijkheid de meeste punten kunt scoren.

Vorm

De vormaspecten bestaan uit:

• Grammaticale correctheid
• Spelling

Je kunt de meeste punten behalen op het onderdeel grammaticale correctheid.

Let op!

• Je mag geen zinnen uit de opdracht overschrijven. Hiervoor krijg je geen punten.
• Schrijf alleen op wat nodig is. Schrijf geen overbodige informatie op waar eventueel fouten in kunnen staan. Hierdoor kan het zijn dat je minder punten krijgt. 
• Opdracht 1 t-m 8: geen punten voor adequaatheid/begrijpelijkheid is geen punten voor grammaticale correctheid. 

Beoordeling

Opdracht:

• We bekijken samen waarop je wordt beoordeeld bij de korte opdrachten.

• Wat valt op? Welke vragen heb je na het bekijken van de beoordeling?

Korte opdrachten

Opdracht:

• Lees de verschillende opdrachten door. Begrijp je alles?
• We bespreken de korte opdrachten samen (signaalwoorden)
• Maak de korte opdrachten 1 t-m 8 (20 minuten).
• Bespreek tot slot jouw zinnen met een medecursist (10 minuten). 

Korte opdrachten beoordelen

Opdracht:

• We beoordelen nu de korte opdrachten met het beoordelingsmodel. 
• Wat ging goed? Wat wil je verbeteren?

Zin 1:

Zin 2:

Zin 3:

Zin 4:

Zin 5:

Zin 6:

Zin 7:

Zin 8:

Terugkijken

• Je weet nu wat je tijdens het examen schrijven moet doen.
  
• Je weet nu waarop je wordt beoordeeld.
  
• Je kunt nu korte opdrachten maken en beoordelen. 

Slide 15 t-m 17 = extra als er tijd over is.

E-mail schrijven

Opdracht:

• Lees de opdracht helemaal goed door. Begrijp je alles?
• Schrijf de e-mail (10 minuten).
• We beoordelen daarna de e-mail met het beoordelingsmodel. 
• Wat ging goed? Wat wil je verbeteren?

Instructie schrijven

Opdracht:

• Lees de opdracht helemaal goed door. Begrijp je alles?
• Schrijf de instructie (10 minuten).
• We beoordelen daarna de instructie met het beoordelingsmodel. 
• Wat ging goed? Wat wil je verbeteren?

Verslag schrijven

Opdracht:

• Lees de opdracht helemaal goed door. Begrijp je alles?
• Schrijf het verslag (10 minuten).
• We beoordelen daarna de instructie met het beoordelingsmodel.
• Wat ging goed? Wat wil je verbeteren?