Anatomie 2.1.2 (2)

Anatomie, Fysiologie en Pathologie



Les 4
Periode 1
Leerjaar 2
1 / 32
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 135 min

Items in this lesson

Anatomie, Fysiologie en Pathologie



Les 4
Periode 1
Leerjaar 2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vorige les
- Hoe kan zwelling van neusslijmvlies ontstaan?
- Wat is pseudokroep?
- Moet je bij een bloedneus voor- of achterover buigen?
- Wat is tinnitus?
- Hoe behandel je een otitis externa?
- En een OMA?
- Welke aandoeningen kent het evenwichtsorgaan?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  1. Aan het eind van de les kun je de verschillende structuren van het oog en hun werking benoemen
  2. Kun je uitleggen wat er bedoeld wordt met het accommoderen van het oog
  3. Kun je uitleggen wat het verschil is tussen bijziend en verziend
  4. Ken je de belangrijkste oogonderzoeken 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Drie lagen van het oog
3. Netvlies (retina)




Slide 4 - Slide

Receptoren om het licht op te vangen
- prikkel wordt een elektrische impuls die via de oogzenuw naar de hersenen gaat
Drie lagen van het oog
3. Netvlies (retina)


Gele vlek (macula)

Blinde vlek (papil)



Slide 5 - Slide

Gele vlek: veel kegels -> kun je het scherpst mee zien (ligt recht achter de pupil)

Blinde vlek: netvlies gaat over in de oogzenuw -> geen staafjes/kegeltjes en kan dus niks zien
Overige anatomie
Lens

Glasachtig lichaam

Voorste oogkamer

Achterste oogkamer

Slide 6 - Slide

Lens: zorgt voor breking van het licht en is noodzakelijk om beelden scherp op het netvlies te krijgen
- werking van lens heet accommoderen

Glasachtig lichaam: gelei -> geeft het oog vorm en zorgt ervoor het het netvlies tegen het vaatvlies aan blijft zitten

Oogkamers bevatten kamervocht
Even in de herhaling...

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Uit hoeveel lagen bestaat het oog?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Met welk nummer wordt de lens aangegeven?
A
1
B
2
C
3
D
12

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat geeft nummer 6 aan?
A
Netvlies
B
Vaatvlies
C
Harde oogrok
D
hoornvlies

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Het hoornvlies is onderdeel van de harde oogrok
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Met welk nummer wordt de blinde vlek aangegeven?
A
5
B
7
C
9
D
11

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat geeft nummer 9 aan?
A
Blinde vlek
B
Gele vlek
C
Lens
D
Pupil

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Met welk nummer wordt de oogzenuw aangegeven?
A
2
B
3
C
8
D
10

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Werking van het oog
Pupilreflex

Accommodatie

Slide 15 - Slide

In en om je oog zitten veel spiertjes die ervoor zorgen dat je goed en scherp kunt zien.
Pupilreflex
Kringspieren

Straalsgewijs lopende spieren

Slide 16 - Slide

In en om je oog zitten veel spiertjes die ervoor zorgen dat je goed en scherp kunt zien.

Als een spier zich samentrekt, dan wordt hij korter

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Accommoderen

Slide 18 - Slide

Om een beeld scherp te kunnen zien, is niet alleen voldoende licht nodig wat door de pupil heen valt. Het beeld zal ook scherp op het netvlies moeten vallen.

Je kunt dit vergelijken met het scherpstellen van een camera.

Het licht kaatst van het object af waar je naar kijkt en valt door het hoornvlies en de lens op het netvlies. Als de lichtstralen door de lens heen vallen, dan worden deze gebroken (denk maar aan een regenboog als je schuin door glas heen kijkt)

Vallen deze lichtstralen weer op één punt, dan heb je een scherp beeld.
Accommoderen

Slide 19 - Slide

Als je in de verte kijkt, dan hoeven de lichtstralen minder sterk te breken en de is lens plat.
- Net als bij de pupil zijn hierbij de rechte spieren (de lensbandjes) strakgetrokken en de kringspieren zijn ontspannen

Als je dichtbij kijkt, moeten de lichtstralen sterk breken (een scherpe hoek maken (denk maar aan een bocht tijdens het autorijden) en wordt de lens boller. 
- Hierbij zijn de kringspieren aangespannen en de lensbandjes ontspannen

Dit aanpassen door de lens noemen we accommoderen
Accommoderen

Slide 20 - Slide

Flubberbal van de action?

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Als je naar iets in de verte kijkt, dan is de lens...
A
BOL
B
PLAT

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Als je naar iets in de verte kijkt, dan zijn de lensbandjes...
A
Ontspannen
B
Strak gespannen

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Als de lens bol staat, dan kijk je naar iets...
A
In de verte
B
Wat dichtbij is

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Als je naar iets kijkt wat dichtbij is, dan zijn de kringspieren...
A
Aangespannen
B
Ontspannen

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Bijziend
- Myopie = bijziendheid
- Dichtbij goed kunnen zien
- Te bolle ooglens
- Oogbol is langer dan normaal
- Lichtstralen focussen vóór het 
   netvlies

Slide 26 - Slide

Het is dus de bedoeling dat alle lichtstralen op één punt, de gele vlek, van het netvlies terecht komen.

Bijziend -> licht breekt eigenlijk te sterk
Bijziend

Slide 27 - Slide

Het is dus de bedoeling dat alle lichtstralen op één punt, de gele vlek, van het netvlies terecht komen.

Bijziend -> licht breekt eigenlijk te sterk

Holle lens breekt de lichtstralen iets naar buiten, waardoor de sterke breking wordt opgeheven.
Verziendheid
- Hypermetropie = verziendheid
- Veraf goed kunnen zien
- Te platte ooglens
- Lichtstralen focussen achter 
   het netvlies
- Ouderdom: presbyopie

Slide 28 - Slide

Als mensen ouder worden, hebben zij vaak een leesbril nodig. Zij kunnen dichtbij niet goed meer zien. Dit noemen we presbyopie
- door minder elastische ooglens en meer moeite om lens bol te maken
Verziendheid

Slide 29 - Slide

Als mensen ouder worden, hebben zij vaak een leesbril nodig. Zij kunnen dichtbij niet goed meer zien. Dit noemen we presbyopie
- door minder elastische ooglens en meer moeite om lens bol te maken

bolle lens breekt het licht alvast wat voor
Lesdoelen
  1. Aan het eind van de les kun je de verschillende structuren van het oog en hun werking benoemen
  2. Kun je uitleggen wat er bedoeld wordt met het accommoderen van het oog
  3. Kun je uitleggen wat het verschil is tussen bijziend en verziend
  4. Ken je de belangrijkste oogonderzoeken 

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
In groepjes voorbereiden presentatie oogonderzoeken
- Minimaal 2 en maximaal 4 dia's
- Duur: maximaal 3 minuten
- Iedereen werkt mee/kent de informatie

@ docent vandaag uiterlijk 10 uur
klaar? Expertcollege AF; zintuigelijk stelsel Anatomie Oog

Slide 31 - Slide

woensdag of vrijdag
In groepjes voorbereiden

    1. Visusmeting
    2. Oftalmoscopie en spleetlamp
    3. Tonometrie
    4. Perimetrie
    5. Fluorescentieangiografie



    - Wat wordt er onderzocht?
    - Hoe gaat het onderzoek?
    - Wat moet de patient weten?

    Slide 32 - Slide

    Minimaal 2 en maximaal 4 dia's
    Maximaal 5 minuten

    Waar ga je de informatie opzoeken?
    Hoe weet je of het betrouwbaar is?
    Wat ga je vertellen?
    Waar let je op bij de voorlichting?