urine-incontinentie 1

urine incontinentie
1 / 31
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

urine incontinentie

Slide 1 - Slide

lesdoelen
  1. na de les (1) kan je de risicofactoren benoemen die de kans op incontinentie vergroten.
  2. na de les (1)  kan je benoemen welke soorten incontinentie er zijn.
  3. na de les (2) kan je de symptomen bij incontinentie benoemen.
  4. na de les (2) kan je de behandelingen benoemen van incontinentie.

Slide 2 - Slide

herhaling
  • er komen een aantal vragen/ stellingen.
  • denk rustig na.
  • onderbouw voor jezelf de antwoorden.
  • geef het juist antwoord aan.
  • dan weet je meteen je huidige niveau aangaande de pathologie urinewegen.
succes!!!!

Slide 3 - Slide

UWI staat voor:

Slide 4 - Open question

welke is GEEN risicofactor voor het krijgen van een UWI?
A
verblijfskatheters
B
dikker wordende slijmvliezen bij de vrouw na de overgang
C
urineretentie
D
lage weerstand

Slide 5 - Quiz

welke is GEEN symptoom bij een UWI?
A
pijn blij het plassen
B
witte afscheiding bij het uiteinde van de urethra
C
loze aandrang
D
hematurie

Slide 6 - Quiz

door een opstijgende UWI kan je nierbekkenontsteking oplopen.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

bij een rectaal toucher kan er bij de vrouw een zwelling van de prostaat waargenomen worden.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

wat is de behandeling van een UWI?

Slide 9 - Open question

welke is GEEN niersteen?
A
kaliumstenen
B
calciumstenen
C
stuvietstenen
D
urinezuurstenen

Slide 10 - Quiz

urinezuurstenen komen het meest voor als niersteen.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

welke van de onderstaande zijn risicofactoren voor nierstenen? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
te weinig drinken
B
zure urine
C
UWI's
D
veel vlees en zout

Slide 12 - Quiz

welke zijn ernstige symptomen van nierfalen? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
anemie
B
zuurbranden
C
jeuk
D
haaruitval

Slide 13 - Quiz

incontinentie
  • dit betekent het ongewild verliezen van urine.

  • komt op alle leeftijden voor maar vooral bij oudere vrouwen.

  • ongeveer de helft van alle mensen met incontinentie zoekt hulp.

Slide 14 - Slide

ervaring
wie kent iemand met incontinentie?


welke vorm heeft hij/ zij?

Slide 15 - Slide

welke factoren vergroten het risico op incontinentie?

Slide 16 - Mind map

risicofactoren
  • overgewicht
  • zwangerschap of vaginale bevalling
  • familiaire aanleg
  • leeftijd
  • roken
  • gebruik van cafeïne en alcohol houdende dranken
  •  recidiverende UWI's
  • urologische/ gynaecologische operaties voorgeschiedenis

Slide 17 - Slide

hoeveel liter urine produceren de nieren per dag ?
A
1- 1,5
B
1,5- 2
C
2- 2,5
D
0,5- 1

Slide 18 - Quiz

urinelozing (mictie)
  • word gecontroleerd door de sluitspieren en de bekkenbodemspieren.
  • bij een normale toestand wordt de urinebuis dichtgedrukt door de spieren.
  • er vind alleen mictie plaats als men dit wil (continentie).
  • als je nu ongewild urineverlies hebt dan is er Incontinentie

Slide 19 - Slide

wie heeft er het snelst kans op een UWI?
A
man
B
vrouw
C
geen verschil

Slide 20 - Quiz

soorten incontinentie
  1. stressincontinentie 
  2. urge-incontinentie 
  3. gemengde incontinentie 
  4. reflex incontinentie 
  5. overloop incontinentie 
  6. functionele incontinentie 

Slide 21 - Slide

stressincontinentie
ongewild urineverlies tijdens een fysieke inspanning.
door verhoging van de druk in de buik.
bijvoorbeeld: 
  • hoesten 
  • niezen
  • lachen
  • persen
  • etc.

Slide 22 - Slide

urge incontinentie
  • ontstaan van een plotseling enorme aandrang (urgency).
  • snelle overprikkeling van de blaas.
  • ophouden is onmogelijk.
  • urineverlies varieert tussen een paar druppels tot een volledige lediging van de blaas.
  • wordt ook wel "overactieve blaas" genoemd.

Slide 23 - Slide

gemengde incontinentie
  • combinatie van stress en urge incontinentie.
  • de klachten en mogelijke oorzaken zijn dezelfde.

Slide 24 - Slide

reflex incontinentie
  • wordt ook wel neurogene incontinentie genoemd.
  • zonder aandrang urineverlies.
  • oorzaak is door beschadiging in de hersenen, ruggenmerg of zenuwen.
  • klachten variëren en zijn afhankelijk van de locatie van de beschadiging.

Slide 25 - Slide

overloop incontinentie
  • ongewild urineverlies door een overrekte en overvolle blaas.
  • blaas wordt niet volledig geleegd waardoor deze steeds verder volloopt.
  • urineverlies is druppelsgewijs.
  • komt meer voor bij (oudere) mannen dan bij vrouwen.
  • oorzaak is een afvloedbelemmering (meerdere onderverdelingen).

Slide 26 - Slide

functionele incontinentie
  • komt voor zonder stoornis in het urinewegsysteem.
  • komt voor bij mensen die niet fysiek of cognitief in staat zijn om tijdig en zelfstandig naar de w.c. te gaan.
  • komt vaak voor samen met stress en urge incontinentie.
  • wordt veel gezien bij de VVT doelgroep

Slide 27 - Slide

welke lijkt jou het ergste?
licht je antwoord toe.

Slide 28 - Open question

opdracht/ huiswerk
op de volgende slide staat een tabel.
deze maken jullie zelf op een word document.
wat komt er minimaal in te staan?
  • soort incontinentie,
  • oorzaken,
  • symptomen,
  • bijzonderheden.

Slide 29 - Slide

lesdoelen (1)
  1. na de les (1) kan je de risicofactoren benoemen die de kans op incontinentie vergroten.
  2. na de les (1) kan je benoemen welke soorten incontinentie er zijn.

Slide 30 - Slide

omschrijf wat je van deze les vond met een emoji, tekst, afbeelding, etc.

Slide 31 - Open question