herhaling thema 8. Regeling basisstof 1 tot en met 4
Herhaling thema 8. Regeling basisstof 1 tot en met 4
Herhalen door middel van uitleg en opdrachten maken.
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4
This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Herhaling thema 8. Regeling basisstof 1 tot en met 4
Herhalen door middel van uitleg en opdrachten maken.
Slide 1 - Slide
Belangrijkste onderdelen
Indeling van het zenuwstelsel
Onderdelen van de hersenen + functie
Bouw zenuwcellen/zenuwen
Verschil bewuste reactie en reflex
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Prikkel/impuls
Prikkel = invloed uit je omgeving (buiten je lichaam)
Impuls = elektrisch signaal (in je lichaam)
Slide 4 - Slide
Wanneer neem je iets waar?
A
Als een prikkel bij een zintuig komt
B
Als een zintuig een impuls maakt
C
Als de grote hersenen een impuls opvangen
D
Als de grote hersenen impulsen sturen
Slide 5 - Quiz
In welke volgorde gaat waarnemen?
A
impuls - hersenen - impuls - reactie - prikkel
B
reactie - prikkel - impuls - hersenen - impuls
C
impuls - reactie - impuls - prikkel - hersenen
D
prikkel - impuls - hersenen - impuls - reactie
Slide 6 - Quiz
Ik ruik friet. Hoe noem ik dat?
A
Prikkel
B
Impuls
C
Zenuw
D
Uitloper
Slide 7 - Quiz
Wat is het verschil tussen een prikkel en een impuls? (kies 2 antwoorden)
A
Een prikkel is informatie uit de omgeving
B
Een impuls is informatie uit de omgeving
C
Een prikkel is een elektrisch stroompje
D
Een impuls is een elektrisch stroompje
Slide 8 - Quiz
Wanneer neem je waar?
A
Wanneer de prikkel wordt opgevangen door het zintuig.
B
Wanneer de prikkel wordt omgezet in een impuls.
C
Wanneer de impuls in het ruggenmerg komt.
D
Wanneer de impuls in de hersenen komt.
Slide 9 - Quiz
Het zenuwstelsel
Bestaat uit:
CENTRALE ZENUWSTELSEL
+
ZENUWEN
Slide 10 - Slide
De hersenen
Hersenen bestaan uit:
- Grote hersenen
- Kleine hersenen
- Hersenstam
Slide 11 - Slide
Wat is het centrale zenuwstelsel?
A
grote hersenen + kleine hersenen + hersenstam + ruggenmerg
B
grote hersenen + kleine hersenen + hersenstam
C
Grote hersenen + kleine hersenen + alle zenuwen
D
Grote hersenen + alle zenuwen
Slide 12 - Quiz
Wat is geen prikkel?
A
geluid
B
geur
C
ogen
D
smaak
Slide 13 - Quiz
Er komt een geurstof in je neus. Je reukzintuig wordt geprikkeld. Wat gebeurt er nu met je reukzintuig?
A
Het reukzintuig maakt impulsen en stuurt die weg.
B
Het reukzintuig ontvangt impulsen en reageert.
Slide 14 - Quiz
Wat is de prikkel voor een smaakzintuig?
A
Stoffen in de lucht
B
Stoffen in eten en drinken
C
Onze tong
D
Je mond
Slide 15 - Quiz
Het oor heeft als taak prikkels op te vangen. Wat is de prikkel voor het oor?
A
geur
B
druk
C
licht
D
geluid
Slide 16 - Quiz
Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en uit zenuwen.
A
juist
B
onjuist
Slide 17 - Quiz
Welk onderdeel van het zenuwstelsel is geen onderdeel van het centraal zenuwstelsel
A
Ruggenmerg
B
Grote hersenen
C
Hersenstam
D
Zenuwen
Slide 18 - Quiz
Bouw van een zenuwcel
Slide 19 - Slide
Een zenuw is een bundel van uitlopers van zenuwcellen.
Slide 20 - Slide
Welk onderdeel is de cellichaam van de zenuwcel?
A
Het groene
B
Het rode
C
Het paarse
D
De zwarte sprietjes
Slide 21 - Quiz
Zenuwen zijn lange ...........van zenuwcellen
A
draden
B
streepjes
C
punten
D
uitlopers
Slide 22 - Quiz
Een zenuwcel heeft een cellichaam met uitlopers
A
Juist
B
Onjuist
Slide 23 - Quiz
Verschil bewuste reactie/reflex
Bewuste reactie: impulsen gaan eerst naar de hersenen
Reflex: reflexboog -> impuls gaat vanuit centrale zenuwstelsel niet eerst naar de hersenen, maar gelijk door naar spieren/klieren.
Slide 24 - Slide
Bekijk de afbeelding. Is dit een bewuste reactie of een reflex?
A
Bewuste reactie
B
Reflex
Slide 25 - Quiz
Je pakt een hete kop koffie vast en voelt een brandend gevoel in je hand. Je laat het kopje heel snel los. Wat voor soort reactie geef je? (er zijn meerdere antwoorden goed)