Les 34 (...-02)

Cours du ... février
1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Cours du ... février

Slide 1 - Slide

Programme
  • Presentie
  • Lesdoelen
  • Huiswerkcontrole
  • Herhalen
     - être en avoir
  • Praten over leraren en vakken
  • Paragraphe H
    - Het bezittelijk voornaamwoord.
  • Au travail!
  • Afsluiting
  • Les devoirs

Slide 2 - Slide

Presentie

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
Na de les....
...kun je het bezittelijk voornaamwoord gebruiken. 


Slide 4 - Slide

Huiswerkcontrole
- ex. 24a, b, c
- ex. 25
- ex. 26a, d



Open je boek op p.120-123

Slide 5 - Slide

Herhalen:
être en avoir
Pak een bordje.

avoir
Schrijf op, het rijtje van 'avoir'. 

être
Luister nu mee met 17b op p. 113.

Slide 6 - Slide

Hoe geef ik mijn mening over leraren en 
vakken?
> A: Tu aimes la géographie?

> B: Non, je n'aime pas la géographie.
       J'ai onze sur vingt.

> A: Quelle est ta matière préférée?
> B: Ma matière préférée, c'est le français.

> A: Qui est ton prof de géographie?
> B: C'est monsieur Dupont.

> A: Il est sévère?
> B: Non, il est sympa.




Slide 7 - Slide

Hoe geef ik mijn mening over leraren en 
vakken?
> A: Tu aimes ____________(vak)?

> B: Non, je n'aime pas _____________(vak).
       J'ai _______________ (cijfer).

> A: Quelle est ta matière préférée?
> B: Ma matière préférée, c'est ____________ (lievelingsvak).

> A: Qui est ton prof de ____________(vak)?
> B: C'est ________________ (naam leraar).

> A: Il/Elle est _________ (karakter eigenschap)?
> B: Non, il/elle est _________ (tegenovergestelde eigenschap)




Slide 8 - Slide

Wat zijn bezittelijke voornaamwoorden
in het Nederlands?

Slide 9 - Mind map

Paragraaf H
Het bezittelijk voornaamwoord.

Een bezittelijk voornaamwoord geeft altijd aan van wie iets is.

Kijk eens mee naar onderstaande zinnen:
1. Le stylo est bleu. C'est mon stylo.
2. La prof de gym est sympa. Heureusement, c'est ma prof.
3. Les copains sont gentils. Oui, ce sont mes copains.

Kijk eens naar de dikgedrukte woorden. Dit zijn voorbeelden van bezittelijke voornaamwoorden. Wat zou de regel kunnen zijn voor de vorm?
Kun je de Nederlandse vertaling al raden?

Slide 10 - Slide

Paragraaf H
Het bezittelijk voornaamwoord hangt de vorm altijd af van het geslacht en het getal  van het zelfstandig naamwoord. Dit geeft het volgende schema:


Slide 11 - Slide

Even oefenen
C'est ton stylo? Oui, c'est mon stylo. 
C'est ton livre? Oui, c'est mon livre.
C'est ta prof? Oui, c'est ma prof.
Ce sont tes copains? Oui, ce sont mes copains.

> Zoek alle vertalingen van 'mijn' en 'jouw' in bovenstaande zinnen.

Slide 12 - Slide

Let op!
Als een zelfstandig naamwoord vrouwelijk is en begint met een klinker of een stomme h, dan gebruik je mon, ton, son. 

Julie est mon amie (v).
C'est mon histoire (v).

Slide 13 - Slide

Au travail!
Jullie gaan nu de volgende oefeningen maken:
- ex. 30c, d, e


Ben je klaar?
Tâche.
timer
10:00

Slide 14 - Slide

Le tâche
Jullie gaan nu bezig met je tâche. 
  • Plak je foto's op je poster. 
  • Schrijf je zinnen onder elke foto.
  • Versier je poster.
  • lever hem bij mij in.


> 10 maart uiterlijke inleverdatum!

Slide 15 - Slide

Afsluiting
Noem het rijtje van 'jouw'. 

Waarom zijn de vormen verschillend?


Slide 16 - Slide

Les devoirs


apprendre het bezittelijk voornaamwoord.

10 maart inleveren Roman Photo, eindopdracht periode 3.

Slide 17 - Slide