Les 11

Du hast 2 Minuten für:


Je hebt 2 min om: 
  • mobiel in de wandtas
  • oortjes uit
  • je zit op je vaste plek
timer
2:00
Voordat de docent begint met de les heb je op tafel
+ laptop + schrift + planagenda 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Du hast 2 Minuten für:


Je hebt 2 min om: 
  • mobiel in de wandtas
  • oortjes uit
  • je zit op je vaste plek
timer
2:00
Voordat de docent begint met de les heb je op tafel
+ laptop + schrift + planagenda 

Slide 1 - Slide

Wie is aanwezig?
Geen huiswerk? Geef dit aan als ik je naam roep!

Slide 2 - Slide

Was machen wir heute?
- nakijken online opdrachten
- aantekeningen haben en sein
- online opdrachten maken

Slide 3 - Slide

Vervang het zelfstandig naamwoord

Der Flughafen liegt in Amsterdam.
A
er
B
sie
C
es

Slide 4 - Quiz

Vervang het zelfstandig naamwoord:

steht in Vught.
Das Haus
A
er
B
sie
C
es

Slide 5 - Quiz

Vervang het zelfstandig naamwoord:

ist meine beste Freundin.
Lotte
A
er
B
sie
C
es

Slide 6 - Quiz

Vervang het zelfstandig naamwoord:

heißen Joost und Carla.
Die Eltern
A
er
B
sie
C
es

Slide 7 - Quiz

Grammatik C
Je kunt een zelfstandig naamwoord vervangen door een persoonlijk voornaamwoord.



Je kunt een zelfstandig naamwoord vervangen door een persoonlijk voornaamwoord.

Slide 8 - Slide

Getallen
0
null
1
eins
2
zwei
3
drei
4
vier
5
fünf
6
sechs
7
sieben
8
acht
9
neun
10
zehn
11
elf
12
zwölf
13
dreizehn
14
vierzehn
15
fünfzehn
16
sechzehn
17
siebzehn
18
achtzehn
19
neunzehn
20
zwanzig
30
dreißig
40
vierzig
50
fünfzig
60
sechzig
70
siebzig
80
achtzig
90
neunzig
100
hundert
1000
tausend
getal+zehn
getal+zig
21= einundzwanzig
36= sechsunddreißig
44= vierundvierzig
58= achtundfünfzig
62= zweiundsechzig
79= neunundsiebzig
87= siebenundachtzig
95= fünfundneunzig
101= hunderteins
1234= tausendzwei-hundertvierunddreißig



voorbeelden
Getallen moet je vertalen zoals je het in het Nederlands zegt

Slide 9 - Slide


hoe schrijf je 1 in het Duits? 

Slide 10 - Open question


hoe schrijf je 16 in het Duits? 

Slide 11 - Open question


hoe schrijf je 11 in het Duits? 

Slide 12 - Open question


hoe schrijf je 17 in het Duits? 

Slide 13 - Open question

Welche Zahl hörst du?
A
14
B
16
C
13
D
12

Slide 14 - Quiz

Welche Zahl hörst du?
A
8
B
9
C
19
D
2

Slide 15 - Quiz

Welche Zahl hörst du?
A
21
B
16
C
20
D
21

Slide 16 - Quiz

Welche Zahl hörst du?
A
20
B
16
C
21
D
28

Slide 17 - Quiz

Wie schreibst du 68 auf Deutsch?
A
achtundsechszig
B
sechsundachtzig
C
sechundachtzig
D
achtundsechzig

Slide 18 - Quiz

Wie schreibst du 47 auf Deutsch?
A
siebundvierzig
B
siebenundvierzig
C
vierundsiebenzig
D
vierundsiebzig

Slide 19 - Quiz

Schrijf de getallen in het Duits op!
364 - 850 - 712 - 998
timer
4:00

Slide 20 - Open question

364 - dreihundertvierundsechzig
850 - achthundertfünfzig
712 - siebenhundertzwölf
998- neunhunderdachtundneunzig

Slide 21 - Slide

opdracht:  oefentoets schrijven
Hallo! / Guten Tag
Ich heiße Lina. / Mein Name ist Lina. / Ich bin Lina.
Ich bin dreizehn Jahre alt. / vierzehn / fünfzehn
Ich wohne in Waalwijk. / Ich komme aus Waalwijk.
Meine Mutter heißt Lara und mein Vater heißt Peter.
Ich habe einen Bruder. / Ich habe eine Schwester./ Ich habe keine Geschwister.
Mein Lieblingsessen ist Pizza.
Meine Schule heißt Van Haestrechtcollege.
Mein Lieblingsfach ist Deutsch.
Ich finde Mathematik schwierig./ einfach / 
Tschüs! 
Lina

Slide 22 - Slide

groep 1--> klaslokaal
groep 2 --> plein

Slide 23 - Slide

zelfstandig en stil werken:
2.4 opdr. 1 / 2 / 5 / 8 / 9

getallen oefenen:
2.4 opdr. 12 / 13 
2.5 opdr. 1 / 2 / 4 / 6 / 7 / 8 / 9 

grammatica oefenen: 
2.5 opdr. 10 /11 / 12 
3.1 opdr. 3 / 7 / 




timer
25:00

Slide 24 - Slide