2VG 5.9 Spelling - Engelse werkwoorden herhalen, weglatingsstreepje

1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat leer je?


Engelse werkwoorden spellen

Keuzes maken in wat je deelt op social media
Privédata zijn door gepersonaliseerde advertenties geld waard voor bedrijven

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Engelse werkwoorden

Hij ...(racen - vt).
A
Hij racte.
B
Hij racette.
C
Hij racde.
D
Hij racete.

Slide 4 - Quiz

Engelse werkwoorden

Hij ... (timen - vt).
A
Hij timde.
B
Hij timdde.
C
Hij timete.
D
Hij timede.

Slide 5 - Quiz



Ik heb jaren als webdesigner ... (freelancen - vt).
A
gefreelancet
B
gefreelanct
C
gefreelanced
D
gefreelancd

Slide 6 - Quiz

Engelse werkwoorden

Zij hebben ... (volleyballen - vt)
A
Zij hebben gevolleybald.
B
Zij hebben gevolleyballd.

Slide 7 - Quiz

Engelse werkwoorden

Jij ... (deleten-tt) te snel.
A
Jij deletet te snel.
B
Jij delet te snel.

Slide 8 - Quiz

Engelse werkwoorden
Wij hebben ... (paintballen - vt)
A
Wij hebben gepaintbald.
B
Wij hebben gepaintballd.

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Video

Opdracht - solo of duo
Lees de 20 dicteewoorden op bladzijde en bespreek de betekenissen en de schrijfwijzen. 
analyseren
encyclopedie
labyrint
recyclen
acryl
gympen
lobbyist
synthetisch
cyste
gynaecoloog
lyrisch
vinyl
dialyse
hypocrisie
psychisch
yahtzee
dyslexie
idyllisch
pyjama
yoghurt

Slide 11 - Slide

De spatie maakt het verschil in betekenins

Slide 12 - Slide

Samenstellingen schrijven
Een basisregel in het Nederlands: 
Je schrijft samenstellingen aan elkaar!

Voet+bal+schoen = voetbalschoen

(Engels: soccer shoes)

Slide 13 - Slide

Het weglatingsstreepje
Soms staan in een zin twee tegenstellingen naast elkaar met daarin hetzelfde woord. Je kunt een deel van een samengesteld woord weglaten, omdat dat deel wordt herhaald. Plaats dan een weglatingsstreepje op de plek van het weggelaten woord.

                     psychologie- en natuurkundestudenten
                              fiets-, werk- en taalvakanties

Slide 14 - Slide

Welk woord is weggelaten?

Dinsdagochtend en -avond ga ik naar de sportschool.
A
sportschool
B
dinsdag
C
ochtend
D
avond

Slide 15 - Quiz

Waarom plaats je hier geen weglatingsstreepje?

Oude en jonge mensen


Slide 16 - Slide

Het koppelteken
Een koppelteken is een klein streepje dat woorden met elkaar verbindt. In samenstellingen die verkeerd gelezen kunnen worden, dan plaatsen we een koppelteken. Zoals in het linker rijtje.

zo-even               zoeven
stage-uren            / stageuren
radio-omroep              radioomroep
na-apen              naapen

Slide 17 - Slide

Wanneer gebruik je een koppelteken in een samenstelling?
Als het woord verkeerd uitgesproken kan worden, dus een klinkerbotsing: zo-even, na-apen

Bij cijfers, letters en andere tekens: 
50-plusser, T-shirt, $-teken, 112-melding, vwo-leerling

Bij gelijkwaardige delen in een samenstelling (Ze kunnen van plek wisselen)
woon-werkverkeer, haat-liefdeverhouding, hang- en sluit-werk

Aardrijkskundige namen met een plaatsaanduiding: Noord-Brabant, Zuid-Amerkia








Slide 18 - Slide

Wanneer gebruik je een koppelteken in een samenstelling?
Bij aardrijkskundige namen met een extra plaatsaanduiding:
Noord-Brabant, Zuid-Amerika

Bij dubbele achternamen: Mevrouw Van der Wal-De Vries

Bij een functie, rang of titel: minister-president, assistent-trainer

Bij een combinatie met niet-, ex-, non-, oud (voorbepaling): 
Non-alcohol, ex-vriendin, niet-roken




Slide 19 - Slide

Geen samenstelling, maar wel een uitspraakprobleem? 
Gebruik een trema!

hygiëne
ruïne
skiën

Slide 20 - Slide

met koppelteken
zonder koppelteken
(aan elkaar)
NAVO landen
aids vaccin
Amsterdam West
X benen
Frans man
oud voetballer
vwo diploma
amateur speler
non stop
niet roker
© teken
Zuid Afrikaans
pvda politicus
semi prof
mee eten
maandag ochtend
stage uren
stage plaats
niet officieel
CL loting

Slide 21 - Drag question

Slide 22 - Video

0

Slide 23 - Video

Wat?
§5.9 Spelling: opdrachten: 7 t/m 13
Hoe?
Leerwerkboek
Hulp?
Boek, klasgenoot, coole Straver
Resultaat?
Huiswerk
Leerdoel
weglatingsstreepje en koppelteken
Klaar?
Daltontaak, pecha kucha, lezen

Slide 24 - Slide




Hoe ging het in de klas?
Wat weet je nu?

Slide 25 - Slide

Hoe ging het in de klas?
Wat weet je nu?


Engelse werkwoorden
20 dicteewoorden
Weglatingsstreepje en koppelteken 

Slide 26 - Slide