Unidad 3 lección 5

1 / 37
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

We starten in 5 minuten met de les.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Lesprogramma
A: Spreekvaardigheid --> Instructie gezamenlijk doornemen over "Mi casa ideal"
B: Woordenschat: opfrissen van vorige les
C: Instructieboekje pagina 6, woordenlijst samenstellen
D: Hay, ser en Estar uitleg.
E: Maak opdracht 1 en 4 (Tekstboek) pagina 54 en 55
Maak opdracht 1 t/m 4 op pagina 53 & 54 (werkboekje).



Slide 4 - Slide

Lesdoelen
Lesdoelen voor vandaag:
Después de la clase... 
  • R: Ken je de bezittelijke voornaamwoorden
  • T1: kan je de juiste bezittelijke voornaamwoorden in de juiste vorm invullen.
  • R: Kan je de werkwoorden hay, estar en ser gebruiken
  • T1: Hay, estar en ser in de juiste vorm gebruiken voor je casa ideal.
  • T2 Je kan onderscheid in gebruik maken tussen ser, estar en hay

Mi casa ideal woordenschat
www.mijnwoordenboek.nl

 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide


Ducha

Espejo

Silla

Televisión

Refrigerador/Nevera

Lámpara

Slide 10 - Drag question

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Ser, estar y hay
Leerdoelen:
- je kunt de juiste vorm van ser  invullen
- je kunt de juiste vorm van estar  invullen
- je kunt onderscheid in gebruik maken tussen ser, estar en hay

Slide 16 - Slide

Vul de juiste vorm van SER in:

Mis amigos ... holandeses.
A
es
B
eres
C
soy
D
son

Slide 17 - Quiz

Vul de juiste vorm van ESTAR in:

Yo... enamorado (verliefd).

A
estoy
B
estás
C
está
D
estamos

Slide 18 - Quiz

Vul de juiste vorm van SER in:

Yo... inteligente.

A
eres
B
soy
C
estoy
D
sois

Slide 19 - Quiz

Vul de juiste vorm van ESTAR in:

Hola chicos, ¿dónde ...?

A
estáis
B
estamos
C
está
D
estás

Slide 20 - Quiz

Vul de juiste vorm van SER, ESTAR of HAY in:

Yo... triste

A
estoy
B
soy
C
hay
D
estáis

Slide 21 - Quiz

Vul de juiste vorm van SER, ESTAR of HAY in:

Hola chicos, ¿cómo...?
A
sois
B
estáis
C
hay
D
estamos

Slide 22 - Quiz

Vul de juiste vorm van SER, ESTAR of HAY in:

¿Cuántos museos ... en Amsterdam?

A
sois
B
estamos
C
hay
D
eres

Slide 23 - Quiz

Vul de juiste vorm van SER, ESTAR of HAY in:

Mis amigos ... en el cine.

A
son
B
eres
C
hay
D
están

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Mi casa ideal

Slide 27 - Slide

Aan de slag

Slide 28 - Slide

Opdracht 4 uitleg
pagina 54
Schrijf op de volgende dingen of wel of niet in jouw huis zijn.
Voorbeeld:

Hay una radio en el cuarto de baño

Tekstboek pagina 58, onderdeel B

Slide 29 - Slide

HAY O ESTAR
hay
están
está
¿Dónde ____ el hotel?
¿Dónde____ las sillas?
La señora ___  en el parque
En mi ciudad no ___ un parque.
En mi ciudad ____ muchas bicicletas.

Slide 30 - Drag question

Tekst
Hay
Ser
Estar
zijn
er is/ er zijn
zijn/ zich bevinden

Slide 31 - Drag question

Sleep het antwoord naar de juiste plek. Meerdere antwoorden mogelijk.
3. ¿Dónde............la tienda de ropa?
1. Aquí no..........un supermercado.
2. Pedro............profesor de español.
5. En el centro...........unos parques bonitos.
4. Carlos y tú.............en la escuela.
6. El bolígrafo.............en el estuche.
hay
está
estáis
hay
es
está

Slide 32 - Drag question

Estar
Hay
un supermercado
la escuela
mucha gente
nosotros
tres profesores
mis amigos
una amiga
los leones
un gato

Slide 33 - Drag question

Pisos y cosas
MI CASA IDEAL

Tekstboek:
 pagina 54 en 55
Opdracht 1 en 4.

Werkboek: pagina 53 t/m 55
Opdracht 1 t/m 4 en opdracht 6 en 7

Slide 34 - Slide

Heeft je huis 3 kamers?

Slide 35 - Poll

Heeft je huis een zolder?

Slide 36 - Poll

Ik vond deze les...
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Poll