FinZelf H7 Beleggen

VWO H07.5 Opties 
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4-6

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

VWO H07.5 Opties 

Slide 1 - Slide

Onderwerp: Opties (H 7.5)
Welkom allemaal!
Pak je telefoon bij de hand of open een nieuw internet tabblad op je laptop/computer. 
Ga naar lessonup.app en vul de pincode die je links onderin ziet staan!  


Slide 2 - Slide

Leerdoelen van vandaag:
- Je kunt uitleggen wat een optie is
- een call – en put optie beschrijven
- long versus short positie
- optie strategieën bedenken en toepassen
- bereken van winst/verlies bij opties




Slide 3 - Slide

H7 Beleggen
= investeren van geld in obligaties, aandelen, onroerend goed, goud, bitcoins, etc. met als doel om je vermogen te vergroten

T.o.v. een spaarrekening meer risico, wat gecompenseerd wordt door een hoger verwacht rendement (= opbrengst van je geïnvesteerde vermogen)

Slide 4 - Slide

Bijna geen risico
weinig risico
groter risico
aandelen
spaarrekening
obligaties
vastgoed
termijndeposito's
kunst
beleggingsfondsen

Slide 5 - Drag question

Opties
Recht (of plicht) om in de toekomst (aandelen) te kopen of verkopen tegen een  vooraf vastgestelde prijs gedurende een bepaalde periode of op vastgestelde datum

Kans op veel winst (of verlies) in een korte periode

Bij opties kan je handelen/beleggen in verschillende onderliggende waarde. Maar wij gaan het hebben over aandelenopties

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Call- en putoptie
Calloptie = het recht om een aandeel te kopen tegen vooraf vastgestelde prijs
Put optie = het recht om een aandeel te verkopen  tegen vooraf vastgestelde prijs

Aandelenopties worden per 100 aandelen uitgegeven

Slide 8 - Slide

Wanneer zou je als koper een
call optie kopen?
A
Als je denkt dat de koers van de aandeel zal stijgen
B
Als je denkt dat de koers van de aandeel zal dalen

Slide 9 - Quiz

Wanneer zou je als koper een
put optie kopen?
A
Als je denkt dat de koers van een aandeel zal stijgen
B
Als je denkt dat de koers van een aandeel zal dalen

Slide 10 - Quiz

Call- en putopties
Als eigenaar/koper van een optie heb je het recht om gebruik te maken van de optie. 

Maar de verkoper/schrijver van de optie heeft de plicht om bij uitoefening van de optie een aandeel tegen de vooraf bepaalde prijs te leveren.

Slide 11 - Slide

1 optie = 100 aandelen

Slide 12 - Slide

1 optie = 100 aandelen

Slide 13 - Slide

Bereken de winst die Suzanne behaalt
als ze nu haar opties verkoopt.
(antwoord zonder € teken of puntjes,
bijvoorbeeld 16000)

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Suzanne verkoopt haar opties nog niet en wacht
tot het aandeel DSM gestegen is naar 65,60.
Dan maakt zij gebruik van haar uitoefenrecht
Bereken de winst voor Suzanne
(bijvoorbeeld 16000)

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide

Bereken het verlies van de schrijver van de
opties als Suzanne gebruik maakt van haar
uitoefenrecht bij een prijs van 65,60.
(bijvoorbeeld 14000)

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

(bijvoorbeeld 156%)

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

Leerdoelen van vandaag:
- Je kunt uitleggen wat een optie is
- een call – en put optie beschrijven
- long versus short positie
- optie strategieën bedenken en toepassen
- bereken van winst/verlies bij opties


Testen van deze leerdoelen, gebeurt tijdens de online les en d.m.v. inleveren huiswerkopdracht.

Slide 22 - Slide

1 optie = 100 aandelen

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Verhouding beurskoers en uitoefenprijs
Op  het moment dat je winst maakt, spreken we van in-the-money
Op het moment dat je quite staat, spreken we van at-the-money
Op het moment dat  je verlies maakt, spreken we van out-the-money

Slide 28 - Slide

intrinsieke waarde versus verwachtingswaarde
Optiepremie kan gesplitst worden in:
- intrinsieke waarde en verwachtingswaarde

Intrinsieke waarde is verschil tussen uitoefenprijs en de koers. Is de uitkomst negatief? De intrinsieke waarde gelijk aan € 0.
Verwachtingswaarde is verschil tussen optiepremie en intrinsieke waarde. De uitkomst kan nooit negatief zijn

Slide 29 - Slide

Call optie: Beurskoers is € 38,50. Bereken de intrinsieke waarde en verwachtingswaarde bij een uitoefenprijs van € 37 en € 40.

Slide 30 - Open question

Call - actuele koers € 38,50

Slide 31 - Slide

Zelfstandig aan de slag
Dinsdag 12 februari 2021 voor  12:00 lever je de opdracht die je in Teams ziet staan onder Bestanden. Inleveren doe je via Teams opdrachten.

Daarnaast maak je uit het werkboek opdrachten 
7.12 en 7.16

Slide 32 - Slide

Wie wil volgend uur gezamenlijk huiswerk bespreken? Wie zegt 'ik kijk het zelf na en als ik vragen heb, stel ik deze'.
A
gezamenlijk bespreken
B
ik kijk zelf na en stel vragen
C
iets anders ...
D
maakt mij niks uit, zegt u het maar

Slide 33 - Quiz