Leerjaar 1 KGT, 9.3 procententabel deel 1

Schrift
1 / 54
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 54 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Schrift

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
  • Huiswerkcontrole
  • Herhalen korting berekenen met opgave 37
  • Uitleg: procententabel (9.3)
  • Samen oefenen
  • Zelfstandig werken via digitale methode
  • Nabespreken

Slide 2 - Slide

Huiswerkcontrole digitale methode (35, 36, 37).
Heb je het in je schrift gemaakt? Stuur dan nu een foto van opgave 37 (of laat het in de klas zien)

Slide 3 - Open question

Opgave 37.
Welke stappen gebruik je?

Slide 4 - Slide

Voorkennis activeren
Wat waren ook alweer de stappen om korting te berekenen?
  1. De juiste breuk zoeken bij het percentage
  2. De korting met de breuk berekenen
  3. Uitrekenen hoeveel je nog in totaal moet betalen als de korting eraf is

Slide 5 - Slide

Wat betekent het als Pierre korting krijgt?
A
Hij moet meer betalen dan €480,00
B
Hij moet minder betalen dan €480,00

Slide 6 - Quiz

Pierre wilt deze fiets kopen. Hoeveel kost de fiets ZONDER korting?
A
€480,00
B
€12,5

Slide 7 - Quiz

Hoeveel % korting krijgt Pierre als hij
de fiets koopt?
A
€480,00
B
12,5%

Slide 8 - Quiz

Welke breuk hoort bij 12,5%?
A
101
B
10012,5
C
81
D
42

Slide 9 - Quiz

Hoeveel euro korting krijgt hij?

Slide 10 - Open question

Hoeveel betaalt hij dus?

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Lesdoel 9.3 rekenen met procenten

Na de les weet je:
-  Hoe je met een procententabel kan aantallen of een prijs kan uitrekenen




Slide 13 - Slide

Nadenken..
In een park hangen 240 nestkastjes. 

In 74,6% van deze kastjes broeden vogels.

In hoeveel kastjes is dat?

Slide 14 - Slide

Een procententabel bestaat altijd uit 8 vakjes. 
4 aan de bovenkant 
4 aan de onderkant

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

In het eerste vakje zet je altijd %
Daaronder zet je waar het over gaat (aantal of euro)

Slide 17 - Slide

Er zijn 240 nestkastjes.
Dat is 100 %

Slide 18 - Slide

Je zet altijd 100 % aan de bovenkant.
Daaronder zet je welk aantal dat is

Slide 19 - Slide

Welk percentage gaan we berekenen?

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Samen maken opgave 40 (blz 148)
Pak je schrift, pen en rekenmachine 

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Opgave 42. Timo heeft een bijbaantje. Hij verdient €4,25 per uur. Hij krijgt loonsverhoging van 6,5%. Vul de procententabeltabel in. 
=
4,25
6,5
?
100
6,5
100
1
x
6,5

Slide 32 - Drag question

Lesdoel 9.3 rekenen met procenten

Na de les weet je:
-  Hoe je met een procententabel kan aantallen of een prijs kan uitrekenen




Slide 33 - Slide

Evalueren: ik kan met een procententabel rekenen
A
Ja ik snap alles en kan zelfstandig werken en alles goed maken!
B
Ja, maar ik moet nog wel oefenen om het beter te kunnen. Dat lukt zelf.
C
Ik denk dat ik het wel snap, maar ik wil graag nog een som voorgedaan zien.
D
Help me, ik snap er echt helemaal niks van en wil graag samen oefenen!

Slide 34 - Quiz

Zelf doen
Paragraaf 9.3
Opgave 43 en 44  (blz 150)
Via de digitale methode!
Magister > leermiddelen > wiskunde > planning > 9.3 procententabel deel 1 

Klaar? Dan 




timer
10:00

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Huiswerk donderdag 10 juni
Paragraaf 9.3: Opgave 43 en 44 (blz 150)
Via de digitale methode!
Magister > leermiddelen > wiskunde > planning > 9.3 procententabel deel 1 






Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Zet je mondkapje op & tot volgende week!

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Video

Neushoornvogel

Slide 42 - Slide

Bereken 41,2 procent van 920.

Slide 43 - Open question

Bereken de nieuwe prijs: Een rompertje was 9,95 euro, de korting 15%. Wat is de nieuwe prijs?

Slide 44 - Open question


Slide 45 - Open question


Slide 46 - Open question

Vereenvoudig
bv 2/7
9070

Slide 47 - Open question

Bereken en vereenvoudig!


91+92=

Slide 48 - Open question

Hoeveel procent is de helft?
A
5%
B
50%
C
25%
D
0,5%

Slide 49 - Quiz

Welk decimaal getal hoort bij 80%?
A
0,125
B
0,8
C
0,25
D
0,4

Slide 50 - Quiz

Welk decimaal getal hoort bij 66%?
A
0,51
B
0,15
C
0,66
D
0,6

Slide 51 - Quiz

hoeveel procent is dat?

51
A
50%
B
5%
C
20%
D
15%

Slide 52 - Quiz

Hoeveel procent is paars gekleurd?
A
10%
B
20%
C
25%
D
30%

Slide 53 - Quiz

Hoe bereken je hoeveel procent gekleurd is?

Slide 54 - Slide