1 vmbo-bk thema 5.3 Waarnemen en regelen: Horen

• Biologie / Verzorging
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

5.3 Horen

wat gaan we vandaag doen?

herhalen vorige les: 5.2 ruiken en proeven

leerdoelen vandaag

nieuwe theorie: 5.3 horen

zelf aan de slag

herhalen leerdoelen

Koppel het juiste begrip aan het juiste voorbeeld.

Geluid

Elektrisch signaaltje

Gehoorzenuw

Smaakknopje

Oor

Zenuw

Zintuig

Impuls

Prikkel

Zintuigcel

Zintuigen

Prikkels

ogen

oren

neus

tong

huid

muziek luisteren

Parfum ruiken

vuurwerk kijken

deken voelen

De neusholte is bekleed met een neusslijmvlies

1. waar
2. nietwaar

Je ruikt met je neusslijmvlies.

1. goed
2. fout

Waar in de neus zitten (vooral) de reukzintuigcellen?

1. Achter, bovenin de neus
2. Voorin de neus, vlak bij de neusgaten
3. In de bijholten van de neus

5.2 Ruiken en proeven

Het zintuig waarmee je kan ruiken zit in je neusholte

De neusholte is van binnen bekleed met neusslijmvlies

In het bovenste deel van het neusslijmvlies ligt het reukzintuig

De zintuigcellen van het neusslijmvlies hebben reukharen

Aan de zijkanten van de groefjes op je tong zitten smaakpapillen

1. waar
2. niet waar

Smaakpapillen kunnen allemaal elke smaakstof herkennen

1. Waar
2. Niet waar

Waar neem je smaak waar?

1. In je mond
2. In je neus
3. In zowel je mond als je neus
4. In je hersenen

5.2 Ruiken en proeven

smaak

In het oppervlakte van de tong liggen de smaakzintuigen

over de tong lopen vele kleine groefjes

Aan de zijkant van deze groefjes liggen de smaakpapillen

In de smaakpapillen liggen de smaakzintuigcellen

leerdoelen vandaag

Aan het einde van de les:

- kun je in een afbeelding van het oor de delen benoemen

- kun je van de delen van het oor de kenmerken en de functies benoemen

- kun je de oorzaken benoemen waardoor je blijvend slechthorend kunt worden en aangeven welke gevolgen slechthorendheid kan hebben

5.3 Horen

geluid = trillingen in de lucht

geluiden kunnen hard en zacht zijn

de geluidsterkte wordt uitgedrukt in decibel

geluiden kunnen ook laag en hoog zijn

oorschelp: vangt geluiden op

de geluiden gaan via de gehoorgang naar het trommelvlies

Horen

Horen

oorschelp: vangt geluiden op

De geluiden gaan via de gehoorgang naar het trommelvlies

het trommelvlies gaat vervolgens trillen

In de gehoorgang liggen oorsmeerkliertjes die oorsmeer maken; dit houdt het trommelvlies soepel

Horen

Tegen het trommelvlies liggen de gehoorbeentjes.

Het trommelvlies brengt de gehoorbeentjes in trilling. Als het trommelvlies trilt, doen de gehoorbeentjes dat ook.

De gehoorbeentjes geven de trillingen door aan het slakkenhuis.

Horen

In het slakkenhuis liggen zintuigcellen.

De zintuigen reageren op de trillingen.

De zintuigcellen maken daardoor impulsen.

Deze impulsen gaan via je gehoorzenuw naar je hersenen.

In de hersenen word je je bewust van het geluid.

Horen

BELANGRIJK!!!

De weg die geluid maakt:

oorschelp -> gehoorgang -> trommelvlies -> gehoorbeentjes -> slakkenhuis met gehoorzintuigcellen -> gehoorzenuw

Horen

buis van Eustachius

- verbindt de trommelholte met de keelholte

- bij slikken en gapen gaat deze buis open: hierdoor kan er lucht van het oor naar de keelholte gaan en omgekeerd

Horen

Geluiden kunnen hard of zacht zijn.

De geluidssterkte wordt uitgedrukt in decibel.

De belangrijkste oorzaak van slechthorendheid bij jongeren is schade door geluid.

Lang en vaak luisteren naar geluiden van 80 decibel kan leiden tot gehoorschade.

Mensen die werken met veel geluid, moeten gehoorbescherming dragen.

5.3 Horen

Soms is er bij iemand iets mis met het gehoor. Die persoon is dan doof of slechthorend.

Iemand is doof als hij helemaal niets hoort.

Iemand die slechthorend is, hoort vaak de zachte geluiden niet.

Een audicien kan met een gehoortest uitzoeken wat iemand nog wel hoort.

Sommige slechthorenden dragen een gehoorapparaat.

Met een gehoorapparaat kan je beter horen.

Deze kan in het oor zitten of buiten het oor zitten

VRAGEN??

zelf aan de slag

5.3 Horen: lees de tekst en maak de opdrachten

opdracht 12 t/m 17 maken

herhalen leerdoelen

Aan het einde van de les:

- kun je in een afbeelding van het oor de delen benoemen

- kun je van de delen van het oor de kenmerken en de functies benoemen

- kun je de oorzaken benoemen waardoor je blijvend slechthorend kunt worden en aangeven welke gevolgen slechthorendheid kan hebben