Bespreking oefenvragen

Bespreking oefenvragen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with text slides.

Items in this lesson

Bespreking oefenvragen

Slide 1 - Slide

Vraag 1
  • Leg met een bronelement uit of de Atheense bestuursvorm tijdens Pericles typerend was voor de tijd van Grieken en Romeinen én wat zijn mening is over deze bestuursvorm.

  • Hoeveel punten voor deze vraag? Welke onderdelen moet je benoemen?

Slide 2 - Slide

Antwoorden
  • De Atheense bestuursvorm was niet typerend voor de tijd van Grieken en Romeinen, want dat was de aristrocratie.
  • nee want, Athene was een van de weinige democraties dus het was uniek
  • In de tijd van Grieken en Romeinen was de bestuursvorm democratie. in de bron zie je dat de bestuursvorm ook democratie is

Slide 3 - Slide

Antwoorden
  • In de tijd van Pericles was er sprake van een democratie. De democratie is de bestuursvorm van de tijd van de grieken en romeinen omdat er in die tijd geen enkele bestuursvorm was die er op leek. Voor het eerst had heel de bevolking de macht ipv kleine groepjes of een persoon.

Slide 4 - Slide

Antwoorden
  • De Atheense bestuursvorm tijdens Pericles was niet typerend voor de Grieken en Romeinen, want veel andere volken hadden een andere bestuursvorm, dit zegt hij in de eerste zinnen. De Grieken en Romeinen hadden namelijk koningen of een groep elite

Slide 5 - Slide

Goed antwoord
  • De Atheense bestuursvorm tijdens Pericles was niet typerend voor de tijd van Grieken en Romeinen, omdat je in de bron terug ziet dat hun staatsvorm geen nabootsing was van hun buurlanden. Dus zijn zij de enige.

Slide 6 - Slide

Antwoorden
  • Mening over de bestuursvorm
  • zijn mening van de democratie is dat hij onzin vind omdat de burgers weinig snappen.
  • Pericles vond de democratie een goede bestuursvorm want iedereen had iets te zeggen ook de mensen die geen geld hadden.

Slide 7 - Slide

Antwoorden
  • Zijn mening over de democratie is juist positief, omdat hij vind dat de burgers zich juist met de politiek moeten bemoeien.

Slide 8 - Slide

Vraag 2
  • Met deze Romeinse kopie van de beelden kun je twee kenmerkende aspecten uit de tijd van de Romeinse Oudheid illustreren. Koppel de beelden aan deze twee kenmerkende aspecten.

  • Hoeveel punten voor deze vraag? Welke onderdelen moet je benoemen?

Slide 9 - Slide

Antwoorden
  • Kenmerkend aspect 1:De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde. Kenmerkend aspect 2:De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur

  • in de bron herken ik de kenmerkende aspecten 1 het weteschappelijk denken over politiek en burgerschap in de griekse staat 2 de verspreiding van de grieks romeinse cultuur

Slide 10 - Slide

Antwoorden
  • De kenmerkende aspecten die je kunt koppelen uit de tijd van de Romeinse Oudheid zijn kenmerkend aspect 5&6. Deze kenmerkende aspecten houden in (5)hoe je de culturele kenmerken zag in tempels, zuilen of beelden.(6)De romanisering en motieven van de groei. Op de afbeelding zie je 2 beelden die het Atheense stadsbestuur liet maken. Deze zijn gevonden in een Romeinse villa. Dit heeft dus met elkaar te maken omdat je de culturele kenmerken herkent in de 2 beelden die door romanisering zijn gekopieerd en gevonden in een Romeinse villa. Dus de conclusie is dat KA 5&6 te maken hebben met de beelden uit de bron.

Slide 11 - Slide

Antwoorden
  • deze bron heeft te maken met het kenmerkende aspect, culturele kenmerken, want je ziet hier beeldhouwkunst wat een deel is van de culturele kenmerken. Ook herken je aan deze bron het kenmerkende aspect, De groei van het Romeins Imperium, dit herken je aan de tekst eronder waarin staat dat deze kopieën te vinden waren in de Romeinse villa's die verspreid zijn over het hele rijk.

Slide 12 - Slide

Antwoorden
  • De twee kenmerkende aspecten uit de tijd van de Romeinse Oudheid die je kunt illustreren zijn: 1 De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur. Want de beelden in de bron zijn voorbeelden van de klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur. 2. De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde. want het stadsbestuur van Athene laat deze beelden maken dus het Romeinse imperium heeft Athene eerst moeten veroveren waardoor het Romeinse imperium nu ook die beelden heeft. hierdoor is de Grieks-Romeinse cultuur verspreid over Europa.

Slide 13 - Slide

Antwoorden
  • De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur. Je ziet in de bron een beeld uit de tijd van de grieken en romeinen. Waardoor er sprake is van klassieke vormentaal. De groei van het romeins imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich verspreiden in Europa. Je leest in de bron dat van dit beeld kopieën zijn gevonden in romeinse villa's. Waardoor er sprake is van verspreiding van de cultuur.

Slide 14 - Slide

Vraag 3
Twee gegevens over de Romeinse schrijver Suetonius (ca.70-140) die biografieën schreef over Romeinse keizers:
1 Suetonius was de keizerlijke bibliothecaris en archivaris.
2 Suetonius schreef biografieën over keizers voor een breed publiek, waarbij hij uitgebreid inging op persoonlijke details zoals het uiterlijk van de keizers, hun eetgewoonten en hun seksuele gedragingen.
Historici verschillen van mening over de betrouwbaarheid van de biografieën van Suetonius voor een onderzoek naar de Romeinse keizers.
Verklaar dit verschil van mening door:
 met het eerste gegeven aan te geven waardoor sommige historici de informatie in zijn biografieën als betrouwbaar beschouwen, en
 met het tweede gegeven te beredeneren waardoor sommige historici de biografieën van Suetonius minder betrouwbaar vinden voor een onderzoek naar de Romeinse keizers. 

Slide 15 - Slide

Antwoorden
  • suetonius was een keizerijke bibliothecaris en archivaris. hierdoor had hij een belangrijke positie in het keizerijk en zo waren zijn bronnen betrouwbaar hij schreef over persoonlijke details van de keizer maar omdat hij over keizers schreef moest het altijd positief zijn en verdreef hij waarscheinlijk de warheid

Slide 16 - Slide

Antwoorden
  • ze vertrouwden hem neit om dat hij in 70-140 schreef dus niet in de tijd dat het gebeurde. Als zijn informatie kwam uit boeken en schriften, omdat hij een bibliothecaris en archivaris was. juist om die reden geloofden sommige mensen hem wel doordat hij toegang had tot alle schriften

Slide 17 - Slide

Antwoorden
  • Het verschil van meningen over de betrouwbaarheid van de biografieën zijn dat de mensen die het betrouwbaar beschouwen, kijken naar waar hij de biografie op basseerd. Er wordt verteld dat dit door persoonlijke details, uiterlijk, eetgewoontes en seksuele gedragingen komt. De reden dat historici dit minder betrouwbaar vinden komt doordat hij niet alles meemaakt van de Romeinse keizers. Dus de verschillen ontstaan doordat je dit vanaf verschillende aspecten kunt bekijken.

Slide 18 - Slide

Antwoorden
  • Het verklaart de verschillende meningen van Suentonius omdat, hij voor de keizer werkte dus wat meer informatie kon krijgen dan andere waardoor het betrouwbaar zou kunnen zijn. En waarom het niet betrouwbaar zou kunnen zijn is omdat het voor publiek is waarbij hijj de waarheid kan mainpuleren en het niet waar is. dus er is een grote kans dat hij liegt.

Slide 19 - Slide

Antwoorden
  • Het verklaart de verschillende meningen van de historici over de betrouwbaarheid omdat hij de keizerlijke bibliothecaris en archivaris was en dus in in de cirkel van de keizer zat waardoor hij meer kennis over hem had dan andere burgers. Hij zou echter ook als onbetrouwbaar gezien kunnen worden omdat hij in zijn biografie vooral meningen schreef inplaats van feiten.Ook schreef hij het voor een breed publiek waardoor hij verhalen intressanter en smeuïger wilde maken om de mensen aan te trekken. Hij kan dus zowel als betrouwbaar als onbetrouwbaar gezien kunnen worden.

Slide 20 - Slide