27-05-2021 DTH1O

• Duits
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Ga naar: lessonup.app

Vul de code in

DTH1O

27 Mai 2021

Hallo ik ben 

Was werden wir heute machen?

Wat gaan we vandaag doen?

• Hausaufgaben

• Lernziele (leerdoelen)
• Hoe kan ik me voorbereiden op de toets?
• Hoe ziet de toets eruit?
• Aufgaben om te oefenen

Hausaufgaben

Mensen online: Neue Kontakte --> Kapitel 3: Schule --> letter B Wortschatz -> Aufgabe 3, 4, 5

Niet gemaakt: Amal, Femke, Sibren, Kayleigh, Sanne, Merle, Danté, Sehra

Mensen in het lokaal: Neue Kontakte --> Kapitel 3: Schule --> letter A Sehen --> Aufgabe 1, 2

Niet gemaakt: 

Kayleigh, Merle, Nina, Lorenzo

Lernziele

Am Ende der Stunde kann ich:

Aan het einde van de les kan ik: 

• aangeven wat er in 3 korte tekstjes over personen wordt gezegd.

Voorbereiden op de toets

* woordjes van Kapitel 1 en 2 leren (via quizlet of op een andere manier)

 

* oefenen met lezen en luisteren

   --> opdrachten opnieuw maken uit Kapitel 1 en 2 door het in je boek te maken

   --> opdrachten in classroom maken onder het kopje 'Kapitel 2: Wir'

Familie

Hoe ziet de toets eruit?

• Beginnen gezamenlijk met het 

luisteren naar 1 fragment

--> Aankruisen richtig oder falsch

• Daarna alleen 1 leestekst lezen en daarbij zelfstandig vragen over beantwoorden.

Kunnen meerkeuze of open vragen zijn.

Neem een leesboekje mee van Nederlands (of een ander vak), zodat je ergens mee bezig kunt gaan als je klaar bent

 Aufgaben machen

opdrachten maken

• Wat? Classroom --> Lesen: tekst over personen.

• Hoe? Zelfstandig, Gezamenlijk
• Hulp? Docent

• Tijd? ~11:10
• Klaar? Woordjes oefenen Kapitel 1 + 2

                     Opdrachten maken in classroom

Was weißt du noch?

Over de woordjes van Kapitel 1 en 2

8 Fragen

Wat is 'tien' in het Duits?

1. ziehn
2. zehn
3. sehn
4. tien

Wat is ''de naam'' in het Duits?

1. de Name
2. der Naam
3. die Adresse
4. der Name

Wat is ''der Bruder'' in het Nederlands?

1. de neef
2. de ouders
3. de broer
4. de zus

Wat is ''schön'' in het Nederlands?

1. leuk
2. bijna
3. de week
4. al

Wat betekent 'de zus' in het Duits?

1. die Oma
2. die Tante
3. die Halbschwester
4. die Schwester

Wat betekent het getal 'dertig' in het Duits?

1. dreizig
2. dreißig
3. dreisig
4. dreibig

Wat betekent 'de ouders' in het Duits?

1. die Eltern
2. die Familie
3. die Freundin
4. der Junge

Wat betekent 'vielleicht' in het Nederlands

1. zonder
2. belangrijk
3. misschien
4. kiezen