3mb 31 okt

1 / 17
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lernziel:
we weten waar het feest Halloween vandaan komt.
we kennen diverse uitvindingen uit Duitsland 
We weten hoe we ein-woorden en bezittelijke voornaamwoorden moeten aanpakken.  Je kunt een eenvoudig interview over gemoedstoestanden begrijpen.  

Slide 2 - Slide

Halloween

1) de dag voor Allerheiligen. Wat herdenken de mensen dan? Welke mensen doen dit? 
2) waar is halloween begonnen en hoe is dit in Amerika terecht gekomen? 
3) Halloween verandert in Amerika. Hoe?
4) wanneer kwam Halloween naar Duitsland (en Nederland)?  
5) welke kritische opmerking wordt geplaatst bij Halloween en welke positieve opmerking?  

  

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Halloween

1) de dag voor Allerheiligen. Wat herdenken de mensen dan? Welke mensen doen dit? 
2) waar is halloween begonnen en hoe is dit in Amerika terecht gekomen? 
3) Halloween verandert in Amerika. Hoe?
4) wanneer kwam Halloween naar Duitsland (en Nederland)?  
5) welke kritische opmerking wordt geplaatst bij Halloween en welke positieve opmerking?  

  

Slide 5 - Slide

14 november so van K2 
Lernliste n-d: de arm tm slapen
Lernliste d-n :                   A + C
Grammatica: herhaling vorig jaar
haben en sein + bezittelijke vnw (Brückenschlag 1 en 2)
 zie kopie 
inhalen rep 
Dana, Kyran 

Slide 6 - Slide

K5  vorig jaar: de der en ein-groep + bezittelijke voornaamwoorden 
we kijken samen nog even naar de uitleg en doen daarna een oefening

Slide 7 - Slide

C Worauf bist du stolz? 

Slide 8 - Slide

Hausaufgaben:  B 
????????

Slide 9 - Slide

Haben en sein:  oefen op de volgende links  
https://wordwall.net/nl/resource/62164916
https://wordwall.net/nl/resource/62628878

Klaar?   ga dan naar slim stampen onderdeel B
Allereerst B Wortschatz afmaken en dan verder

Slide 10 - Slide

Bekijk de 10 Duitse uitvindingen. Welke 2 uitvindingen vind jij de belangrijkste en waarom?    

Slide 11 - Slide

Grammatica van K2 = persoonlijke voornaamwoorden en voorzetsels van de 4e naamval
Vorig jaar geleerd?????:
persoonlijke voornaamwoorden 1e en 4e naamval
(ik-mij= ich-mich //  jij-jou= du-dich // hij-hem= er-ihn)  + voorzetsels van de 4e naamval.

Slide 12 - Slide

M4

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

Wie erkennt man Fake-Videos?
3 tips

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

Mache alle Aufgaben 
Samenwerken mag maar aub wel op fluistertoon 

Klaar?      Ga verder met B Wortschatz
volgende week do afhebben

Slide 17 - Slide